gepubliceerd op 08 januari 2003
Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants
21 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 november 2001 en 28 november 2001;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants;2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de mobiliteit;3° mobiliteitsconvenant : overeenkomst zoals bepaald in artikel 2, 2°, van het decreet;4° moederconvenant : overeenkomst zoals bepaald in artikel 2, 3°, van het decreet;5° module : overeenkomst zoals bepaald in artikel 2, 4°, van het decreet;6° koepelmodule : overeenkomst die bij een moederconvenant wordt afgesloten en één of meerdere modules bundelt per project.Door het sluiten van de koepelmodule verbinden de partijen er zich toe om deze module(s) uit te voeren; 7° een mobiliteitsplan : een studie over de mobiliteit, die ook een concreet actieplan omvat en met name ingaat op de investeringen in de fysieke infrastructuur, op het aanbod aan openbaar vervoer, op het parkeerbeleid, op sensibiliseringsacties;8° een gemeentelijk mobiliteitsplan : een studie op gemeentelijk niveau dat de volgende elementen bevat : a) een beschrijving, kwantitatieve analyse en evaluatie van de bestaande toestand en de bestaande knelpunten inzake mobiliteit;b) een beschrijving van de verwachte ontwikkeling bij ongewijzigd beleid en bij gewijzigd beleid volgens een aantal relevant geachte scenario's;c) de doelstellingen die voor de volgende planningsperiode worden vastgesteld;d) een actieplan met de maatregelen, middelen en termijnen die worden vastgesteld om deze doelstellingen te bereiken, alsmede de prioriteiten die daarbij gelden;9° een grootstedelijk en regionaalstedelijk gebied : gebieden die de minister heeft aangeduid op basis van de stedelijke uitrustingsgraad en het voorzieningsniveau, van het belang van het stedelijk gebied voor de omgeving en voor Vlaanderen en op basis van hun interne stedelijke structuur en in de zin van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;10° een ruimtelijk ontwikkelingsplan : een plan waarin de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente als uitgangspunt wordt genomen;11° een verkeerscirculatieplan, een toekomstplan met uitgewerkte voorstellen over : a) een categorisering van de wegen en van de voorzieningen voor fietsers en openbaar vervoer, met bijbehorend circulatieplan voor alle vervoermiddelen;b) een bedieningsplan voor het openbaar vervoer (bedienende lijnen, halteplaatsen, frequenties van de bediening);c) een parkeerplan, gerelateerd aan het bedieningsplan voor het openbaar vervoer, met inbegrip van maatregelen ten aanzien van bijzondere gebruikersgroepen, tarieven en eventuele tijdsbeperkingen.12° een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een structuurplan zoals bepaald in artikel 31 tot en met 36 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. HOOFDSTUK II. - Het moederconvenant
Art. 2.Het moederconvenant wordt opgesteld overeenkomstig het model, gevoegd als bijlage I bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Modules Afdeling 1. - Koepelmodule
Art. 3.De koepelmodule wordt opgesteld overeenkomstig het model, gevoegd als bijlage II bij dit besluit. Afdeling 2. - Modules
Art. 4.§ 1. De koepelmodule omvat één of meerdere modules per project. § 2. Elke module wordt opgesteld overeenkomstig een type-module, gevoegd als bijlage bij dit besluit. De contractanten vullen de module in zoals aangegeven in de type-module. § 3. De volgende modules worden als bijlage gevoegd : 1° bijlage III : Module nummer 1 betreffende de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten bij het mobiliteitsconvenant;2° bijlage IV : Module nummer 2 betreffende de aanleg van rondwegen en andere nieuwe verbindingswegen voor het wegverkeer;3° bijlage V : Module nummer 3 betreffende de herinrichting van doortochten;4° bijlage VI : Module nummer 4 betreffende de subsidiëring van wegverlichting langs gewestwegen;5° bijlage VII : Module nummer 5 betreffende de geluidswerende maatregelen langs autosnelwegen en gewestwegen;6° bijlage VIII : Module nummer 6 betreffende het bevorderen van de netheid op de gewestwegen;7° bijlage IX : Module nummer 7 betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer;8° bijlage X : Module nummer 8 betreffende de aanleg van vrijliggende bus- of trambanen;9° bijlage XI : Module nummer 9 betreffende de verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer;10° bijlage XII : Module nummer 10 betreffende de subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen;11° bijlage XIII : Module nummer 11 betreffende de aanleg van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen;12° bijlage XIV : Module nummer 12 betreffende de subsidiering van nieuwe, afzonderlijk liggende verbindende fietspaden langs gemeente- of provinciewegen;13° bijlage XV : Module nummer 13 betreffende de subsidiëring van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen;14° bijlage XVI : Module nummer 14 betreffende de aanleg of herinrichting van ontsluitingsinfrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid van specifieke zones van commerciële activiteiten in privaat of openbaar beheer;15° bijlage XVII : Module nummer 15 betreffende de subsidiering van « flankerende maatregelen » ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid;16° bijlage XVIII : Module nummer 16 betreffende de herinrichting van wegvakken die niet als doortocht kunnen worden beschouwd;17° bijlage XIX : Module nummer 17 betreffende de wegverlichting langs gewestwegen;18° bijlage XX : Module nummer 18 betreffende de herinrichting van singuliere kruispunten en oversteekplaatsen buiten de bebouwde kom;19° bijlage XXI : Module nummer 19 betreffende streefbeelden of de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten voor een gewestweg met bovenlokale of regionale verbindingsfunctie. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen
Art. 5.Bedragen die in de onderstaande tabel zijn opgenomen, zijn bedragen die voorkomen in de bijlagen bij dit besluit. Met betrekking tot de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van deze tabel, gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom. Vanaf 1 januari 2002 gelden alleen nog de bedragen die in euro's worden vermeld in de tweede kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage I Vaststelling van het model van moederconvenant Moederconvenant ............................... (1) De partijen Tussen : - het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, voor wie optreedt :.................... (2), hierna het gewest te noemen; - de stad/gemeente (3) ............... (4), vertegenwoordigd door de gemeenteraad : waarvoor optreedt de heer/mevrouw (3) ............... (4), burgemeester, en de heer/mevrouw (3) ............... (4), secretaris, en die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van ................ , hierna de lokale overheid te noemen; (5) - de Vlaamse Vervoermaatschappij, met zetel in Hendrik Consciencestraat 1, 2800 Mechelen, voor wie optreedt : de voorzitter van de raad van bestuur, de heer/mevrouw (3) ............... (4), en de directeur-generaal, de heer/mevrouw (3) ............... (4), anderzijds, hierna de VVM te noemen; - de provincie, vertegenwoordigd door de provincieraad, voor wie optreedt : de heer/mevrouw (3) ............... (4), bestendig afgevaardigde, die handelt ter uitvoering van de beslissing van de provincieraad, van................ , hierna de provincie te noemen, wordt overeengekomen wat volgt :
Artikel 1.Voorwerp van deze overeenkomst Met dit moederconvenant willen de partijen de verkeersveiligheid verhogen, de verkeersleefbaarheid verbeteren en de vervoersvraag beheersen. Middelen hiervoor zijn o.a. ruimtelijke herstructurering en selectieve bereikbaarheid. Dat houdt een beperking in van het autoverkeer, gekoppeld aan een verhoogde bereikbaarheid door middel van het versterken van de alternatieve vervoersmiddelen.
Artikel 2.Toepassingsgebied Dit moederconvenant is van toepassing op .................................... (6).
Artikel 3.Basisvoorwaarden van een gemeentelijk mobiliteitsplan § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe uiterlijk twaalf/achttien/vierentwintig (3) maanden na ondertekening van dit moederconvenant een mobiliteitsplan op te stellen voor het toepassingsgebied, vastgesteld in artikel 2. De lokale overheid treft hiervoor een gemeenteraadsbesluit tot opmaak en gefaseerde realisatie van een mobiliteitsplan.
Voor de steden die deel uitmaken van het grootstedelijk of het regionaalstedelijk gebied kan het mobiliteitsplan gefaseerd opgesteld worden. Hierbij kunnen deelmobiliteitsplannen voor specifiek afgebakende gebieden worden opgemaakt binnen het kader van een samenhangend plan voor de hele stad.
Het mobiliteitsplan dient uit te gaan van een ruimtelijk ontwikkelingsplan waarvan de diverse deelaspecten een duurzame mobiliteit moeten bevorderen. Daarbij ontstaat een belangrijke verschuiving van het autoverkeer naar het openbaar vervoer en het voetgangers- en fietsverkeer.
Het mobiliteitsplan bevat minstens de volgende gegevens : 1° een beschrijving van de bestaande verkeerssituatie en de huidige voorzieningen voor alle transportmiddelen (gekwantificeerde beschrijving);2° een toekomstplan met uitgewerkte voorstellen omtrent : - een categorisering van de wegen en van de voorzieningen voor fietsers en openbaar vervoer, met bijbehorend verkeerscirculatieplan voor alle vervoermiddelen; - een bedieningsplan voor het openbaar vervoer (bedienende lijnen, halteplaatsen, frequenties van de bediening); - een parkeerplan, gerelateerd aan het bedieningsplan voor het openbaar vervoer, met inbegrip van maatregelen ten aanzien van bijzondere gebruikersgroepen, tarieven en eventuele tijdsbeperkingen; 3° een programmatie van de concrete uitvoeringsmaatregelen, gerangschikt naar prioriteit. § 2. In de modules wordt de uitvoering geregeld van concrete doelstellingen en operationele maatregelen, die passen binnen de mobiliteitsvisie, vermeld in het moederconvenant. § 3. De afgesloten koepelmodules en modules maken integraal deel uit van dit moederconvenant. Koepelmodules kunnen enkel worden afgesloten na ondertekening van het moederconvenant. § 4. De modules bevatten minstens : 1° een omschrijving van de operationele doelstellingen en maatregelen;2° een gedetailleerde verantwoording, opgesteld in nauw overleg tussen de betrokken partijen;3° de wederzijdse verbintenissen van de partijen;4° de sancties;5° de evaluatieverplichting.
Artikel 4.Gemeentelijke begeleidingscommissie § 1. Per gemeente wordt een begeleidingscommissie opgericht die als overlegforum functioneert voor de voorbereiding van en de besluitvorming rond dit moederconvenant en de in het kader van dit moederconvenant afgesloten koepelmodules en modules. § 2. De partijen stellen, ieder op het eigen bevoegdheidsdomein, binnen hun administratie minstens 1 ambtenaar als contactpersoon aan. § 3. De partijen verbinden er zich toe om tijdig alle relevante informatie onderling uit te wisselen.
Artikel 5.De provinciale auditcommissie § 1. Per provincie is een auditcommissie verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg. De auditcommissie is opgericht door het gewest. § 2. De auditcommissie toetst de inhoudelijke conformiteiten van gemeentelijke mobiliteitsplannen, streefbeelden en operationele projecten met de uitgangspunten en principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het (ontwerp) Mobiliteitsplan Vlaanderen.
Ook de conformiteit met de (in opmaak zijnde) provinciale ruimtelijke structuurplannen vormt een belangrijke toetssteen. § 3. De auditcommissie beoordeelt de omschrijving van de operationele doelstellingen en maatregelen, vermeld in artikel 3, § 4, 1°, vooraf op basis van de volgende criteria : 1° hun inhoudelijke conformiteit met de mobiliteitsvisie en het mobiliteitsplan;2° hun onderlinge samenhang, wederzijdse versterking en consistentie. § 4. De auditcommissie beoordeelt de kwaliteit en de volledigheid van de gegevens die de partijen verstrekken in het kader van de gedetailleerde verantwoording, zoals bepaald in artikel 3, § 4, 2°. § 5. De auditcommissie beoordeelt de verkeersplannings- en onderzoeksactiviteiten ter voorbereiding van het mobiliteitsplan op hun oplossingsgerichtheid, hun budgettaire haalbaarheid, actiegerichtheid en de integratie binnen een ruimtelijk kader. § 6. De auditcommissie bezorgt haar advies aan alle contracterende partijen. § 7. De betrokken partijen verbinden zich ertoe om met het advies van de auditcommissie rekening te houden bij de besluitvorming over dit convenant.
Artikel 6.Evaluatie De evaluatie van het mobiliteitsplan heeft inzonderheid betrekking op het multimodale karakter van het opgestelde mobiliteitsplan en het behalen van de in het mobiliteitsplan vooropgestelde doelen en acties.
De evaluatie wordt uitgevoerd door de gemeentelijke begeleidingscommissie volgens de vigerende bepalingen en omzendbrieven met betrekking tot het mobiliteitsplan.
Artikel 7.Duur Dit moederconvenant wordt gesloten voor een periode van minstens vijf jaar vanaf de datum van ondertekening. Het blijft in ieder geval van kracht zolang een module bij dit moederconvenant niet beëindigd is.
Voetnoten (moederconvenant) (1) Vul nummer en/of datum in.(2) Vermeld de officiële titel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.(3) Schrap of laat weg wat niet van toepassing is.(4) Vul naam en eventueel voornaam in.(5) Herhaal deze rubriek voor elke andere lokale overheid die als partij optreedt.(6) Geef de territoriale grenzen aan van de steden of gemeenten die ondertekende partijen zijn.(7) Vermeld het aantal exemplaren.(8) Vermeld de datum van ondertekening. Bijlage 1 : gemeenteraadsbeslissing (1) (art. 3, § 1) ................
Opgemaakt in .......... -voud (7), in Brussel Op ..................... (8) Voor het Vlaamse Gewest (2) ..................... ..................... ..................... .....................
Voor de stad/gemeente (3) . . . . . (4) De secretaris, De burgemeester, ..................... (4) ..................... (4) Voor de VVM De directeur-generaal, De voorzitter van de raad van bestuur, ..................... (4) ..................... (4) Voor de provincie . . . . . (4) De bestendig afgevaardigde, . . . . . (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage II Vaststelling van het model van koepelmodule Koepelmodule ......................... (1) horende bij het moederconvenant ............................................................
De partijen Tussen : - het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, voor wie optreedt : .................... (2), hierna het gewest te noemen; - de stad/gemeente (3) ............... (4), vertegenwoordigd door de gemeenteraad : waarvoor optreedt de heer/mevrouw (3) ............... (4), burgemeester, en de heer/mevrouw (3) ............... (4), secretaris, en die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van ................ , hierna de lokale overheid te noemen; (5) - de Vlaamse Vervoermaatschappij, met zetel in de Hendrik Consciencestraat 1, 2800 Mechelen, voor wie optreedt : de voorzitter van de raad van bestuur, de heer/mevrouw (3) ............... (4), en de directeur-generaal, de heer/mevrouw (3) ............... (4), anderzijds, hierna de VVM te noemen; - de provincie, vertegenwoordigd door de provincieraad, voor wie optreedt : de heer/mevrouw (3) ............... (4), bestendig afgevaardigde, die handelt ter uitvoering van de beslissing van de provincieraad, van ................ (1), hierna de provincie te noemen, - de rechtspersoon, ............... (4), vertegenwoordigd door ............... (4), voor wie optreedt : de heer/mevrouw (3) ............... (4), hierna ............... (4), te noemen (5), wordt overeengekomen wat volgt :
Artikel 1.Voorwerp van deze overeenkomst Met deze koepelmodule verbinden de partijen zich er toe het project of de activiteiten met betrekking tot .................................................................................................... (6) te verwezenlijken.Deze koepelmodule maakt integraal deel uit van het moederconvenant.
Artikel 2.Toepassingsgebied § 1. Deze koepelmodule is samengesteld uit de volgende modules : .................................................. (7). .................................................. (7). .................................................. (7). .................................................. (7). .................................................. (7). .................................................. (7). .................................................. (7).
De modules zijn als bijlage bij deze koepelmodule gevoegd en maken er integraal deel van uit. § 2. Indien in één of meer van de in § 1 genoemde modules een gemeenschappelijke bepaling is opgenomen, dan wordt bij de invulling ervan verwezen naar de desbetreffende voorgaande module of koepelmodule. § 3. Alle onder deze koepelmodule aangegane verbintenissen van de lokale overheid maken het voorwerp uit van één of meerdere gemeenteraadsbesluit(en). Dit (of Deze) gemeenteraadsbesluit(en) vormt (of vormen) een bijlage van deze koepelmodule. § 4. Deze koepelmodule kan enkel worden afgesloten als de provinciale auditcommissie het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan van de ondertekenende stad (steden) of gemeente(n) conform verklaard heeft.
Een uitzondering op deze voorwaarde vormen de gevallen waarin overgangsmaatregelen gelden zoals bepaald in een omzendbrief van de administratie of waarin de koepelmodule uitsluitend één of meerdere van de volgende modules omvat : 1° module 1, betreffende de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten;2° module 4, betreffende de subsidiëring van wegverlichting langs gewestwegen;3° module 5, betreffende geluidswerende maatregelen langs autosnelwegen en gewestwegen;4° module 6, betreffende het bevorderen van de netheid op de gewestwegen;5° module 7, betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer;6° module 17, betreffende de wegverlichting langs gewestwegen;7° module 19, betreffende streefbeelden of de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten voor een gewestweg met bovenlokale of regionale verbindingsfunctie.
Artikel 3.Duur Deze koepelmodule wordt afgesloten voor een periode van ............................ (8), die loopt vanaf de datum van ondertekening.
Artikel 4.Bijlagen Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de bepalingen van de koepelmodule, krijgen de bepalingen van de koepelmodule voorrang.
Voetnoten (koepelmodule) (1) Vul nummer en/of datum in.(2) Vermeld de officiële titel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.(3) Schrap of laat weg wat niet van toepassing is.(4) Vul naam (en eventueel voornaam) in.(5) Herhaal deze rubriek voor elke andere lokale overheid of rechtspersoon die als partij optreedt.(6) Vul de omschrijving van het project of de activiteit in.(7) Vul naam en nummer van de module in, alsook de datum van ondertekening.(8) Vul de duur van de koepelmodule in volgens de richtlijnen bepaald in een omzendbrief van de administratie.(9) Vul de naam van de auteur in en de datum waarop het document is opgesteld.(10) Vermeld het aantal exemplaren.(11) Vermeld de datum van ondertekening. Bijlage 1 : gemeenteraadsbeslissing tot goedkeuring van de koepelmodule ........................ (1) (art. 2, § 3) Bijlage 2 : verslag(en) van de provinciale auditcommissie (art. 2, § 4) Bijlage 3 : extra engagementen en/of verduidelijking ten gevolge van het verslag van de auditcommissie of de Inspectie van Financiën (9), ...........................
Bijlage 4 : de bijhorende module(s) (art. 2, § 1) Opgemaakt in .......... -voud (10), in Brussel Op ..................... (11) Voor het Vlaamse Gewest (2) ..................... ..................... ..................... .....................
Voor de stad/gemeente (3) . . . . . (4) De secretaris, De burgemeester, ..................... (4) ..................... (4) Voor de VVM De directeur-generaal, De voorzitter van de raad van bestuur, ..................... (4) ..................... (4) Voor de provincie Voor de rechtspersoon . . . . . (4) De bestendig afgevaardigde, De heer/mevrouw . . . . . (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage III Vaststelling van het model van module 1 betreffende de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten Module nr. 1 ........................................................ (1) (2) betreffende de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ..................... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst Deze module heeft tot doel de lokale overheid financieel en logistiek te ondersteunen bij de opmaak van een mobiliteitsplan als bedoeld in artikel 3 van het moederconvenant van ............................................... (1) (2)
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Van de kostprijs voor de studiekosten (incl. BTW), met inbegrip van de eventuele personeelskosten, betaalt het gewest twee derden, met een maximum van 166.000 euro. De voornoemde tegemoetkoming wordt in één keer uitbetaald na de conformverklaring door de auditcommissie van het mobiliteitsplan. § 2. Het gewest verbindt er zich toe de planopmaak te begeleiden en de coherentie (in methodiek en visie) ervan tussen de verschillende beleidsniveaus te bewaken.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe de studiekosten, met inbegrip van de eventuele personeelskosten, voor haar rekening te nemen, verminderd met de financiële tegemoetkoming vanwege het gewest. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe bij de inwerkingtreding van deze module het in artikel 2 vermelde mobiliteitsplan voor de volgende periode van 4 tot 6 jaar op te stellen. De lokale overheid kan hiervoor een overeenkomst afsluiten met een studiebureau. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe, om uiterlijk 2 maanden na het conform verklaren van het mobiliteitsplan door de provinciale auditcommissie, een gemeenteraadsbesluit te nemen tot goedkeuring van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM De VVM verbindt zich ertoe om de andere partijen te adviseren bij het in artikel 2 bedoelde mobiliteitsplan.
Artikel 6.Sancties Als een van de partijen de aangegane verbintenissen niet naleeft, kunnen de kosten die door de andere partijen worden gedragen, verhaald worden op de in gebreke blijvende partij.
Artikel 7.Evaluatie van het mobiliteitsplan Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ..................... (1) (2) heeft de evaluatie van het mobiliteitsplan inzonderheid betrekking op het multimodale karakter van het opgestelde mobiliteitsplan en het behalen van de in het mobiliteitsplan vooropgestelde doelen en acties. De evaluatie wordt jaarlijks uitgevoerd door de gemeentelijke begeleidingscommissie door middel van een evaluatieverslag.
Artikel 8.Duur Deze module wordt afgesloten voor een periode van zes jaar, vanaf de datum van ondertekening.
Artikel 9.Bijlagen (facultatief) De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen en maken integraal deel uit van deze module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul het nummer in.(2) Vul de datum in. (3) Vul in (indien nodig)
Bijlagen Bijlage ... (1) : ... (3) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage IV Vaststelling van het model van module 2 betreffende de aanleg van rondwegen en andere nieuwe verbindingswegen voor het wegverkeer Module nr. 2 van ........................... (1) (2) betreffende de aanleg van rondwegen en andere nieuwe verbindingswegen voor het wegverkeer
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ........................... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe de lokale gemeenschap te ontlasten van het doorgaand verkeer, zodat de verkeersveiligheid wordt verhoogd en de verkeersleefbaarheid in de lokale gemeenschap wordt verbeterd. § 2. De doelstelling van § 1 wordt nagestreefd op basis van een verantwoording, die als bijlage bij deze module is gevoegd en die aan de auditcommissie moet worden bezorgd. § 3. De verantwoording omvat minstens : 1° een beschrijving, een kwantitatieve analyse en een evaluatie van de bestaande toestand en de knelpunten inzake mobiliteit, onder andere gebaseerd op verkeerstellingen, ongevallenstatistieken en een oorsprong-bestemmingsonderzoek;2° een beschrijving, een kwantitatieve analyse en een evaluatie van de verwachte ontwikkeling bij een ongewijzigd beleid in de periode van 10 jaar na de ondertekening van de koepelmodule;3° een analyse van de mogelijke multimodale oplossingen, met een analyse van hun impact op het milieu, de open ruimte, de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid;4° een ruimtelijk streefbeeld voor de omgeving 5° de maatregelen, middelen en termijnen die worden vastgesteld om deze doelstellingen te bereiken, alsmede de prioriteiten en de kritische randvoorwaarden die daarbij gelden;6° een beschrijving, kwantitatieve analyse en evaluatie van de verwachte ontwikkeling na uitvoering van de in artikel 2, § 3, 5°, vermelde maatregelen.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe de gewestweg nr. ................ (1) aan te leggen tussen kilometerpunt ............... (1) en ............... (1). Het gewest neemt de onteigeningen voor zijn rekening. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen, op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd.
De gunning van de werkzaamheden wordt niet aan de aannemer betekend voordat de lokale overheid de gemeenteraadsbesluit voor de uitvoering van haar verbintenis zoals vermeld in artikel 4, § 1, van deze module heeft goedgekeurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen het beschikbare budget, een bedrag uit te trekken hetzij in het goedgekeurde indicatieve driejarenprogramma, hetzij in het investeringsprogramma van het lopende jaar, dat gebruikt wordt voor de aanleg van de in § 1, van dit artikel bedoelde verkeersinfrastructuur.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de gewestwegen over te nemen die ten gevolge van de ingebruikname van de nieuwe rondwegen of verbindingswegen hun bovenlokale verbindingsfunctie verliezen. De over te nemen gewestwegen worden als bijlage vermeld. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige herinrichtingsmaatregelen te nemen op de overgedragen wegen vanaf de ingebruikneming van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde nieuwe infrastructuur. De VVM zal om advies gevraagd worden over deze herinrichting. De herinrichtingsmaatregelen en het advies van de VVM worden als bijlage bij deze module gevoegd. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige infrastructurele maatregelen te nemen die het gebruik van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde nieuwe infrastructuur kunnen bevorderen. De infrastructurele maatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming, worden als bijlage bij deze module gevoegd. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de noodzakelijke geluidswerende maatregelen ter hoogte van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde nieuwe weginfrastructuur voor haar rekening te nemen, met uitzondering van de aanleg van een geluidsarme wegverharding. § 5. De lokale overheid verbindt er zich toe om binnen haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde weginfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening.
De lokale overheid brengt de overige partijen op de hoogte van deze maatregelen. Minimaal worden maatregelen genomen om te beletten dat rechtstreekse erftoegangen ontstaan langs de nieuwe weginfrastructuur. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om uiterlijk binnen 14 dagen na de ingebruikneming van de in artikel 3, § 1, genoemde weginfrastructuur, de bewegwijzering langs de gemeentewegen, met inbegrip van het bewegwijzeringsplan, aan de nieuwe verkeersinfrastructuur aan te passen. § 7. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt er zich toe om de andere partijen te adviseren bij de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde weginfrastructuur. § 2. De VVM verbindt er zich toe om met het oog op de herinrichting de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de halte-inplantingen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1) (2) heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op de vergelijking tussen de bereikte resultaten en de doelstelling, vermeld in artikel 2, § 2, van deze module. De evaluatie heeft met name betrekking op de bereikte ontlasting van het centrum, de verbetering van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid, en de verhoging van de multimodale bereikbaarheid. De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen inzake de overname en de herinrichting van de gewestwegen zoals bepaald in artikel 4 van deze module, niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul het nummer in.(2) Vul de datum in.(3) Vul in.(4) herhaal voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording van de geplande infrastructuurwerken (art. 2, § 2) Bijlage 2 : over te nemen wegvakken (art. 4, § 1), inclusief gemeenteraadsbesluit ................ (1) (2) Bijlage 3 : de herinrichtingsmaatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (art. 4, § 3) Bijlage 4 : advies van de VVM (art. 4, § 2) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage V Vaststelling van het model van module 3 betreffende de herinrichting van doortochten Module nr. 3 van ............... (1) (2) betreffende de herinrichting van doortochten
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe de doortocht van een gewestweg door de bebouwde kom van een gemeente of stad in te passen in zijn ruimtelijke omgeving en herin te richten met het oog op de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid van de bebouwde kom.
Het herstel van het evenwicht tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers staat centraal. Concreet betekent dat onder meer dat de snelheid wordt aangepast, voetgangers gemakkelijker kunnen oversteken, de zwakke weggebruiker wordt beschermd en de voorzieningen voor het openbaar vervoer worden ingepast. § 2. Een weg wordt als een doortocht beschouwd als hij in de bebouwde kom ligt en als er een snelheidsbeperking van 50 km/uur van toepassing is. § 3. De toepassing van de doelstelling, bepaald in § 1 van dit artikel, steunt op een verantwoording die als bijlage bij deze module gaat en die aan de auditcommissie wordt bezorgd.
Die verantwoording omvat minstens : 1° een beschrijving, een kwantitatieve analyse en een evaluatie van de bestaande toestand en de knelpunten inzake mobiliteit, onder andere gebaseerd op verkeerstellingen, ongevallenstatistieken en een oorsprong-bestemmingsonderzoek;2° een beschrijving, kwantitatieve analyse en evaluatie van de verwachte ontwikkeling bij ongewijzigd beleid in de periode van 10 jaar na de ondertekening van de koepelmodule;3° een analyse van de mogelijke multi-modale oplossingen met een analyse van hun impact op het milieu, de open ruimte, de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid;4° een ruimtelijk streefbeeld voor de omgeving;5° de maatregelen, middelen en termijnen die worden vooropgesteld om deze doelstellingen te bereiken, alsmede de prioriteiten en de kritische randvoorwaarden die daarbij gelden;6° een beschrijving, kwantitatieve analyse en evaluatie van de verwachte ontwikkeling na uitvoering van de in 5°, bedoelde maatregelen.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe op zijn kosten te zorgen voor de herinrichting van de gewestweg nr. ................ (1) tussen kilometerpunt ............... (1) en ............... (1), met uitzondering van die kosten die de lokale overheid krachtens artikel 4, § 1, van deze module moet dragen. Het gewest neemt de noodzakelijke onteigeningen voor zijn rekening.
In het overgangsgebied waarbinnen de snelheid naar 50 km/uur teruggebracht wordt, zal het gewest tevens snelheidsremmende voorzieningen aanleggen voorzover die noodzakelijk zijn en voorzover er voor die voorzieningen geen afzonderlijke module bestaat.
Het gewest legt maximaal 200 parkeerplaatsen (voor personenwagens) aan per kilometer project. Er wordt evenwel bij voorrang rekening gehouden met de nodige accommodaties voor de zwakke weggebruikers en het openbaar vervoer.
Bij het opstellen van het ontwerpplan voor de herinrichting houdt het gewest rekening met de adviezen van de VVM ter vrijwaring van de doorstroming van het openbaar vervoer. Het houdt tevens rekening met de ruimtelijke context waarbinnen de ingreep plaatsvindt. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen, op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen het beschikbare budget, een bedrag uit te trekken hetzij in het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij in het investeringsprogramma van het lopende jaar, dat gebruikt wordt voor de aanleg van de in § 1 van dit artikel genoemde verkeersinfrastructuur.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de kosten die verbonden zijn aan de volgende deelaspecten van de herinrichting van de doortocht, voor haar rekening te nemen : 1° de studiekosten, à rato van de bouwkosten;2° levering en plaatsing van nieuwe stoepverharding en onderhoud;3° levering en plaatsing van het straatmeubilair en onderhoud;4° levering en aanplanting van het groen en onderhoud. De kosten voor deze herinrichting worden als bijlage opgenomen en verder gespecificeerd. § 2. De lokale overheid verbindt er zich toe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening.
De overige partijen worden vooraf van die maatregelen op de hoogte gebracht. Minimaal worden maatregelen genomen ter vrijwaring van de gebiedsontsluitings- en erffunctie van de heringerichte weginfrastructuur. De VVM zal om advies gevraagd worden over deze maatregelen. § 3. De lokale overheid verbindt er zich toe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikel 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module. § 4. De lokale overheid ziet af van de vraag om nieuwe weginfrastructuur aan te leggen tot ontlasting van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde gewestweg die heringericht wordt.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt zich ertoe om de andere partijen te adviseren bij de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde weginfrastructuur. § 2. De VVM verbindt zich ertoe om met het oog op de herinrichting de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de haltevoorzieningen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op de vergelijking tussen de bereikte resultaten en de doelstelling, vermeld in artikel 2 van deze module.
De evaluatie heeft betrekking op de bereikte ontlasting van het centrum, de verbetering van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid en de verhoging van de multimodale bereikbaarheid.
De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen inzake de overname en de herinrichting van de gewestwegen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.
Artikel 8.Wegverlichting Als het noodzakelijk is ter hoogte van de doortocht wegverlichting aan te brengen of te vernieuwen, kan hiervoor een aparte module afgesloten worden.
Artikel 9.Bijlagen De bijlagen bevatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul het nummer in.(2) Vul de datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording van de herinrichting (art. 2, § 3) Bijlage 2 : gedetailleerde staat van de kosten ten laste van de lokale overheid (art. 3, § 1) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage VI Vaststelling van het model van module 4 betreffende de subsidiëring van wegverlichting langs gewestwegen Module nr. 4 ......................................... (1) (2) betreffende de subsidiëring van wegverlichting langs gewestwegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen zich er toe een aan de bebouwde omgeving aangepaste wegverlichting aan te brengen of te vernieuwen ter hoogte van de doortochten van gewestwegen en overgangsgebieden in bebouwde omgeving, met het oog op het bevorderen van de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit. Met een aan de bebouwde omgeving aangepaste verlichting wordt een wegverlichting bedoeld die zowel ruimtelijk (paalhoogte, esthetisch uitzicht enz.) als verlichtingstechnisch (lichtkleur, verlichtingssterkte enz.) bijdraagt tot de herkenbaarheid van de bebouwde omgeving en de presentatie van de potentiële conflictsituaties. § 2. Deze module is van toepassing op doortochten met inbegrip van hun aanpalende overgangsgebieden en poorten. Wegvakken in een bebouwde omgeving die niet als bebouwde kom zijn afgebakend, maar waarop een aangepaste verlichting vereist zijn, komen eveneens in aanmerking voor de toepassing van deze module. De verlichting van een in het project aanwezige rotonde maakt eveneens deel uit van deze module.
Een weg wordt als doortocht beschouwd als hij in de bebouwde kom ligt en als er een snelheidsbeperking van 50 km/uur van toepassing is.
Overgangsgebieden zijn gebieden waarbinnen de snelheid vanaf de poorten van een hogere snelheidslimiet tot 50 km/uur teruggebracht wordt § 3. Deze module beoogt eveneens de plaatsing van een aangepaste punctuele verlichting ter beveiliging van voetgangersoversteekplaatsen en de plaatsing van de zogenaamde Bi-flashes ter hoogte van scholen, voorzover de wenselijkheid van deze punctuele verlichtingsinstallaties vaststaat en ze geen afbreuk doen aan het globale verlichtingsconcept. § 4. Via het toekennen van een investeringssubsidie wordt de lokale overheid geëngageerd om het veiligheidsbeleid van het gewest op haar grondgebied te ondersteunen. § 5. De toepassing van de doelstelling bepaald in §§ 1 en 3, van dit artikel, steunt op een verantwoording die aan de auditcommissie moet worden bezorgd. Die verantwoording gaat als bijlage bij deze module.
De verantwoording omvat minstens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de verkeerssituatie (zoals verkeerstellingen en ongevallenstatistieken met afzonderlijke vermelding van de nachtelijke ongevallen);2° een analyse van de nachtelijke ongevallen zodat de oorzaak van deze ongevallen kan worden achterhaald en het rendement van een aangepaste (punctuele) verlichting op het vlak van verkeersveiligheid kan worden ingeschat;3° een beschrijving van de wijze waarop het voorgestelde verlichtingsconcept bijdraagt tot de verkeersveiligheid, vooral wanneer conflictsituaties zich voordoen, tot de sociale veiligheid, met vooral oog op de kwaliteit van de verlichting voor de voetganger en tot de ruimtelijke kwaliteit, vooral met het oog op de herkenbaarheid van de bebouwde omgeving;4° een verlichtingsplan met aanduiding van de lichtpunten op het ontwerpplan en de dwarsprofielen van de herinrichting, of op het plan van de bestaande toestand als er geen herinrichting van de weg plaatsvindt.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om financieel tussenbeide te komen voor een bedrag van maximaal 75.000 euro per km gewestweg. Dat bedrag dient als eenmalige en globale tegemoetkoming aan de lokale overheid voor de kosten die verbonden zijn aan de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de verlichtingsinstallatie, bedoeld in artikel 4, § 1, inclusief de elektrische installatie. In voorkomend geval wordt de afstand vermeerderd met de lengte van de eventuele vrije bus- of trambanen, als die niet vanaf de rijbaan verlicht kunnen worden. Voor de berekening van de lengte van een eventuele rotonde wordt de omtrek in plaats van de diameter in rekening gebracht. § 2. Als het wegvak in kwestie al uitgerust is met een verlichtingsinstallatie van het gewest, neemt het gewest die op zijn eigen kosten weg. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe in voorkomend geval op zijn kosten te zorgen voor de plaatsing van punctuele verlichtingsinstallaties langs de gewestweg nr. ................ (1) ter hoogte van kilometerpunt ................ (1) (incl. de elektrische installatie maar met uitzondering van de sturingsapparatuur en de aansluiting op het stroomverdelingsnet van de lokale overheid) en de leiding van de werkzaamheden op zich te nemen. § 4. Het gewest verbindt zich ertoe in voorkomend geval op zijn kosten te zorgen voor het onderhoud en het beheer van de in § 3 genoemde punctuele verlichtingsinstallaties. § 5. De verbintenissen van het gewest ontslaan de lokale overheid niet van haar bevoegdheid inzake openbare verlichting overeenkomstig art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe op haar kosten te zorgen voor het aanbrengen of vernieuwen van de openbare verlichting in de doortocht van de gewestweg nr. ..................... (1) tussen kilometerpunt .................... (1) en kilometerpunt .................... (1) en de leiding van de werkzaamheden op zich te nemen. § 2. Als het betrokken wegvak al uitgerust is met een gemeentelijke verlichtingsinstallatie, neemt de lokale overheid die op eigen kosten weg. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt aan de overige partijen opgestuurd. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe op haar kosten te zorgen voor de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de sturingsapparatuur en de aansluiting van de in artikel 3, § 3, en artikel 4, § 1, bepaalde installaties op het lokale stroomverdelingsnet. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe het elektriciteitsverbruik en de kosten voor het onderhoud en het beheer van de in artikel 4, § 1, genoemde verlichtingsinstallaties voor haar rekening te nemen. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe in voorkomend geval het elektriciteitsverbruik van de in artikel 3, § 3, genoemde punctuele verlichtingsinstallaties voor haar rekening te nemen. § 7. De lokale overheid bepaalt de kenmerken van de aan te leggen openbare verlichting, rekening houdend met de als bijlage vermelde voorschriften voor het leveren van verlichtingstoestellen. § 8. De lokale overheid bezorgt aan de bevoegde afdeling van de administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten en aan de provinciale auditcommissie de volgende documenten : 1° een gedetailleerd plan met aanduiding van de plaats van de verlichtingsinstallatie, de kabelleidingen en de lengte van het te verlichten wegvak op de gewestweg.Dit plan dient tevens de aansluitingen vast te leggen voor de verlichting van eventuele bi-flashes, punctuele verlichting van voetgangersoversteekplaatsen, verlichting van schuilhuisjes aan haltes van openbaar vervoer en de eventuele aanstraling van gebouwen, groen en standbeelden en fonteinen; 2° de beschrijving van de installatie (bestek of technische kenmerken) omvattende : a) de verlichtingsinstallatie met alle toebehoren;b) de elektrische installatie, met inbegrip van de aansluiting op het stroomverdelingsnet en de sturingsapparatuur;3° een keuringsverslag, afgegeven door een erkend keuringsorgaan, waaruit blijkt dat de verlichtingstechnische kenmerken voldoen aan de gestelde eisen;4° een lichtberekening per type opstelling;5° de aanduiding van een representatief controlevak op het verlichtingsplan ter controle van de verlichting na plaatsing.Voor elke opstelling wordt één controlevak aangeduid dat overeenstemt met de lichtberekening van een type opstelling; 6°een gedetailleerde raming met de hoeveelheden, eenheidsprijzen, gedeeltelijke totalen, totaal bedrag incl. BTW van de geplande verlichtingsinstallatie. Deze raming bevat geen werken die niet voor subsidiëring in aanmerking komen. § 9. Indien voor de hele of gedeeltelijke uitvoering van de verlichtingsinstallatie een beroep gedaan wordt op aannemers, worden de bovengenoemde documenten, naargelang van het geval, aangevuld met de bestekken en/of prijsaanvragen, en de inschrijvingen en/of prijsoffertes. § 10. Alle in te dienen documenten worden ondertekend door de lokale overheid.
Artikel 5.Evaluatie van de wegverlichting Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr. ..................... (1) (2) heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de doelstellingen, vermeld in artikel 2 van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de beoogde verbetering van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid en vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatierapport
Artikel 6.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest zijn financiële tegemoetkoming weigeren.
Artikel 7.Uitvoeringsvoorwaarden § 1. De financiële tegemoetkoming van het gewest wordt aan de lokale overheid in één keer betaald na voltooiing van de werkzaamheden. § 2. De voornoemde financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald na ontvangst van een betalingsaanvraag gestaafd door : 1° een gedetailleerd uitvoeringsplan, met vermelding van de lengte van de aangebrachte of vernieuwde openbare verlichting;2° het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de verlichtingsinstallatie;3° de goedgekeurde afrekening aan de aannemer van de werkzaamheden in 4 exemplaren, met overzicht en verklaring van de verschillende afkortingen;4° de gedetailleerde berekening van de financiële tegemoetkoming van het gewest;5° een schuldvordering in 4 exemplaren voor de financiële tegemoetkoming van het gewest. § 3. Alle documenten worden ondertekend door de lokale overheid.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul het nummer in.(2) Vul de datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording en technische beschrijving van het project met het volledig goedgekeurde dossier van de verantwoordingsnota, inclusief verlichtingstechnische documenten en eventuele aanvullingen op vraag van de auditcommissie (art. 2, § 5) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage VII Vaststelling van het model van module 5 betreffende de geluidswerende maatregelen langs de autosnelwegen en gewestwegen Module nr. 5 .............................................. (1) (2) betreffende de geluidswerende maatregelen langs autosnelwegen en gewestwegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe geluidswerende maatregelen te nemen ter hoogte van wegen met een toegelaten snelheidsregime van meer dan 90 km/uur, om de verkeersleefbaarheid te verhogen door middel van geluidswerende schermen of wallen voor zover de geluidshinder onvoldoende bestreden kan worden door middel van een geluidsarme wegverharding. § 2. De toepassing van de doelstelling, bepaald in § 1 van dit artikel steunt op een verantwoording, die als bijlage bij deze module gaat en die aan de auditcommissie moet worden bezorgd.
Deze verantwoording omvat minstens : 1° een rapport met de recent uitgevoerde geluidsmetingen;2° een opgave van het aantal woningen dat blootgesteld wordt aan een geluidsniveau (gevelbelasting) LAeq, veroorzaakt door wegverkeer, van minstens 65 dB(A);3° een opgave van het aantal woningen dat gebouwd werd voor en na de openstelling van de autosnelweg of de gewestweg binnen een strook van 250 m tot de dichtste rand van de rijweg.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe op zijn kosten, met uitzondering van de kosten die zijn opgenomen als verbintenis van de lokale overheid, te zorgen voor de oprichting van geluidswerende schermen of wallen langs de weg nr. ..................... (1) tussen kilometerpunt .................... (1) en kilometerpunt .................... (1) met inbegrip van de noodzakelijke onteigeningen. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen veertien dagen na de ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen, op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van haar budgettaire ruimte, een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij in het investeringsprogramma van het lopende jaar, voor de oprichting van de geluidswerende infrastructuur langs de in § 1 van dit artikel opgenomen gewestweg. § 4. Het gewest bepaalt de geluidshindercontouren waarvan sprake in artikel 4, § 3, van deze module voor de in § 1, van dit artikel opgenomen weginfrastructuur.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe voor de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde geluidswerende maatregelen een financiële tegemoetkoming te betalen die als volgt bepaald wordt : 1° 0 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidsniveau (gevelbelasting) LAeq, veroorzaakt door het wegverkeer, minstens 80dB(A) bedraagt;2° 100 % van de aanlegkosten als het maximaal gemeten geluidsniveau (gevelbelasting) LAeq, veroorzaakt door het wegverkeer, minder dan 65 dB(A) bedraagt of als de maatregelen ter bestrijding van geluidshinder onvoldoende verantwoord kunnen worden;3° een procentuele bijdrage als het maximaal gemeten geluidsniveau (gevelbelasting) LAeq minstens 65 dB(A) bedraagt, maar kleiner is dan 80 dB(A).Die procentuele bijdrage (B) van de lokale overheid wordt berekend aan de hand van de volgende formule : B = -5 LAeq + 400 (af te ronden op de eenheid).
De procentuele tegemoetkoming wordt evenwel verminderd met : a) 10 % (van het globale bedrag) als meer dan 50 % van de woningen binnen een strook van 250 m tot de dichtste rand van de rijweg gebouwd werd voor de openstelling van de autosnelweg of de gewestweg;b) 100% (van het globale bedrag) als de maatregelen tot doel hebben de geluidshinder van het wegverkeer in de onmiddellijke omgeving van ziekenhuizen te verminderen. De procentuele tegemoetkoming die op deze wijze bepaald wordt bedraagt .................... (1) % - .................... (1) % = .................... (1) § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om à rato van de in § 1 berekende procentuele verdeelsleutel, financieel tussenbeide te komen in het onderhoud, de herstelling en eventueel de vervanging door het gewest van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde geluidswerende maatregelen. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid naar aanleiding van de ontwikkeling van een ruimtelijke visie op haar grondgebied via het gemeentelijk structuur- en mobiliteitsplanningsproces, voornamelijk bij het opstellen van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, aandacht te schenken aan de geluidshinderproblematiek. Er wordt verwacht dat dit mede wordt vertaald in gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Minstens wordt verwacht een visie te ontwikkelen op het wonen in gebieden met een geluidsniveau (gevelbelasting) LAeq, veroorzaakt door het wegverkeer, van minstens 65 dB(A). De lokale overheid verbindt zich minstens ertoe om verordenende maatregelen te nemen met betrekking tot de geluidsisolatie van woningen, gelegen binnen de geluidshindercontouren (zoals bepaald door het gewest).
Artikel 5.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest zijn financiële tegemoetkoming stoppen of terugvorderen van de lokale overheid.
Artikel 6.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul het nummer.(2) Vul de datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor de geluidswerende maatregelen (artikel 2, § 2) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage VIII Vaststelling van het model van module 6 betreffende het bevorderen van de netheid op de gewestwegen Module nr. 6 .................................................. (1) (2) betreffende het bevorderen van de netheid op de gewestwegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst Met deze module verbinden de partijen er zich toe de gewestwegen, met inbegrip van de bermen en de bebakening erlangs, permanent te onderhouden en in nette staat te houden.
Dat onderhoud omvat minstens : 1° het maaien en het normale onderhoud van de bermen en de taluds, overeenkomstig het besluit van 27 juni 1984 houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen, alsook, voorzover dat nodig is, de veiligheidsmaaibeurten tussen 15 april en 15 juni over een breedte van maximum 1, 25 meter naast de verharde onderdelen van de weg, en de onmiddellijke verwijdering van de maaispecie;2° het onderhoud van de beplantingen;3° het onderhoud van de bomen;4° het verwijderen van het zwerfvuil;5° het zichtbaar houden van de niet-inwendig verlichte bebakening, met uitsluiting van de vervanging door ouderdom of beschadiging.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om voor de uitvoering van het onderhoud een jaarlijkse financiële tegemoetkoming te betalen aan de lokale overheid. Die tegemoetkoming bedraagt : maximaal 1.000 euro per km gewestweg zonder een middenberm; maximaal 1.500 euro per km gewestweg met een middenberm (waarvan de gemiddelde breedte de 4 m niet overtreft).
Voor gewestwegen die een middenberm hebben met een gemiddelde breedte van meer dan 4 meter, wordt de tegemoetkoming berekend op basis van de te onderhouden oppervlakte, met een maximale tegemoetkoming van 0,25 euro/m2. § 2. De financiële tegemoetkoming wordt jaarlijks herzien volgens de contractuele formule van prijsherziening, opgegeven als bijlage.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid De lokale overheid verbindt zich ertoe op haar kosten te zorgen voor het onderhoud van de gewestweg nr. ..................... (1) tussen kilometerpunt .................... (1) en kilometerpunt .................... (1) vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de ondertekening van de koepelmodule.
Artikel 5.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest zijn financiële tegemoetkoming weigeren of terugvorderen van de lokale overheid.
Artikel 6.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul het nummer in.(2) Vul de datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : contractuele formule van prijsherziening (art. 3 § 2) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage IX Vaststelling van het model van module 7 betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer Module nr. 7 .............................................. (1) (2) betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst Met deze module verbinden de partijen er zich toe het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren door de promotie en de informatieverstrekking over het openbaarvervoeraanbod te optimaliseren.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest Het gewest verbindt zich ertoe om de VVM minstens drie maanden vooraf te informeren over activiteiten die de lijnvoeringen of dienstregelingen kunnen belemmeren.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid. § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om haar publieke informatiebladen vrij ter beschikking te stellen voor informatie van de VVM. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om haar publieke informatieborden te voorzien van het infonummer van de VVM en op de door haar uitgegeven stratenplannen de haltes en de lijnen van de VVM aan te duiden. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om in haar informatiegids en bij haar ontvangst van de bevolking aandacht te besteden aan het openbaar vervoer door vermelding van het infonummer van de VVM, de dienstregelingen, de tarieven, de aansluitingen met de trein, de VVM-infocentra en het webadres. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om haar centra (gemeentehuis, cultuurcentrum, bibliotheek, sporthal, enz.) ter beschikking te stellen voor de verspreiding van promotiemateriaal van de VVM. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om minstens eenmaal per jaar een informatievergadering te organiseren voor haar inwoners waarop de VVM haar lokale werking en dienstverlening toelicht. Ingeval lokale wijkraden operationeel zijn, zullen die bij voorkeur hierbij worden betrokken. De specificaties van de jaarlijks te organiseren informatievergaderingen zijn als bijlage gevoegd bij deze module. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de VVM minstens drie maanden vooraf te informeren over activiteiten die de lijnvoeringen of dienstregelingen kunnen belemmeren.
De lokale overheid verschaft de VVM een overzicht van dergelijke activiteiten die een bekend en repetitief karakter hebben, met inbegrip van de latere actualiseringen.
De lokale overheid verbindt zich ertoe om bij dergelijke activiteiten alle maatregelen te treffen die binnen haar bevoegdheid liggen om de te voorziene hinder maximaal te beperken.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt zich ertoe om tijdig alle nodige informatie ter beschikking te stellen. § 2. De VVM verbindt zich ertoe om het promotiemateriaal voor verspreiding via publieke centra (gemeentehuis, cultuurcentrum, bibliotheek, sportcentrum, enz.) ter beschikking te stellen van de lokale overheid. § 3. De VVM verbindt zich ertoe om vanaf ................ (2) alle halten te voorzien van een haltebord met duidelijke vermelding van het nummer en de bestemming van de lijnvoering. § 4. De VVM verbindt zich ertoe om vanaf ................ (2) alle halten te voorzien van een bord met duidelijke vermelding van de betrokken dienstregeling en het infonummer. § 5. De VVM verbindt zich ertoe om vanaf ................ (2) aan de halten die als bijlage bij deze module zijn opgenomen, een netplan aan te brengen met een duidelijk overzicht van de regio of stad in kwestie. Dit plan zal eveneens de belangrijke aantrekkingspunten in de regio of de stad vermelden, zoals stations, verzorgingsinstellingen, scholen, enz. § 6. De VVM verbindt zich ertoe om de gemeente minstens een maand vooraf te informeren over wijzigingen aan de dienstregelingen. § 7. De VVM verbindt zich ertoe om de gemeente de nodige ondersteuning te bieden voor de jaarlijkse informatievergaderingen met betrekking tot de lokale werking en dienstverlening van de VVM.
Artikel 6.Evaluatie Deze module wordt geëvalueerd door de PAC-openbaarvervoeraanbod, voorgezeten door een vertegenwoordiger van de centrale diensten van de VVM en inhoudelijk geleid door een auditor, extern aan de VVM.
Artikel 7.Sancties § 1. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan de VVM de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 5 van deze module, op de lokale overheid verhalen. § 2. Als de VVM de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op de VVM verhalen.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : nominatieve lijst van de halten waar een netplan wordt aangebracht (art. 5, § 5).
Bijlage 2 : specificatie van de jaarlijks te organiseren informatievergaderingen (art. 4, § 5).
Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage X Vaststelling van het model van module 8 betreffende de aanleg van vrijliggende bus- of trambanen Module nr. 8 ........................................................... (1) (2) betreffende de aanleg van vrijliggende bus- of trambanen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe het aandeel van het openbaar vervoer in de vervoersstroom binnen een welomschreven bedieningsgebied te verhogen door de aanleg van vrijliggende bus- of trambanen. § 2. De toepassing van de in § 1 van dit artikel vermelde doelstelling steunt op een verantwoording, die als bijlage bij deze module gaat en die aan de auditcommissie wordt bezorgd.
De verantwoording omvat minstens : 1° een kaart met het bedieningsgebied waarbinnen de vrije tram- of busbaan gepland wordt;2° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie voor het openbaar vervoer (zoals verkeerstellingen, een oorsprong-bestemmingsonderzoek, de formulering van de doorstromingsproblemen en een inventaris van het parkeergeld op het tram- of bustraject onder studie);3° een marktonderzoek naar het effectieve en het potentiële gebruik van het openbaar vervoer, rekening houdend met de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling binnen de gemeente;4° de raming van de impact van de aanleg van een vrije tram- of busbaan op de commerciële snelheid, de bezettingsgraad, de kostendekking en de verhoging van het openbaarvervoergebruik en de mobiliteit voor de verschillende doelgroepen voor de eerstvolgende drie jaar;5° de te nemen begeleidende maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit en met vermelding van hun kritische randvoorwaarden, ter ondersteuning van de impact van een vrije tram- of busbaan;6° een peiling naar het maatschappelijk draagvlak bij de omwonenden.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om op zijn kosten, met uitzondering van de kosten die door de VVM worden gedragen, zoals bepaald in artikel 5, § 1 en 2, te zorgen voor de aanleg van een vrijliggende busbaan of trambaan op de gewestweg nr. ................ (1) tussen kilometerpunt ............... (1) en kilometerpunt ............... (1). Het gewest neemt de nodige onteigeningen voor zijn rekening. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van haar budgettaire ruimte, een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurd driejarenprogramma van de administratie Wegen en Verkeer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of in het programma van de VVM voor te behouden voor de aanleg van de vrije bus- of trambaan op de in § 1 van dit artikel opgenomen gewestweg. § 4. Het gewest verbindt zich ertoe om de verkeersregelsystemen onder zijn beheer ter hoogte van de in § 1 genoemde vrijliggende tram- of busbanen in samenspraak met de VVM aan te passen om de doorstroming van het openbaar vervoer te optimaliseren. § 5. Het gewest verbindt zich ertoe om de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking, te verbeteren zoals vermeld als bijlage.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige infrastructurele maatregelen te nemen die de doorstroming van het openbaar vervoer kunnen bevorderen. De infrastructurele maatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming worden als bijlage vermeld.
Minimaal verbindt de lokale overheid zich ertoe om de verkeersregelsystemen onder haar beheer ter hoogte van de in artikel 3, § 1, genoemde vrijliggende tram- en/of busbanen aan te passen om de doorstroming van het openbaar vervoer te optimaliseren. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om bij het beheer van de bestaande parkeerplaatsen en de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen een parkeerbeleid te voeren volgens de principes van artikel 3, § 1, van het moederconvenant.
Daarbij gelden de volgende principes : 1° Het totale aanbod aan parkeerplaatsen op openbaar (gewestwegen, gemeentewegen enz.) en privaat domein (gebouwen, binnenterreinen enz...) binnen het bedieningsgebied voor het openbaar vervoer, zoals omschreven in artikel 3, § 1, van het moederconvenant, wordt beperkt tot maximaal het bestaande aanbod zoals geïnventariseerd op .......................... (2), met behoud van mogelijke wijzigingen inzake spreiding. 2° Een hiërarchische zonestructuur om parkeerplaatsen te categoriseren wordt ingevoerd.Daarop wordt het principe geënt van een regulerend parkeerbeleid met (gedifferentieerde) maatregelen ten aanzien van heffingen en tijdsbeperkingen op parkeren en met behoud van bijzondere maatregelen voor bewoners en minder-mobielen.
De inventaris wordt door de lokale overheid aan de andere partijen bezorgd. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om in overleg met het gewest en de VVM een planning vast te leggen voor de gefaseerde invoering van dit regulerend parkeerbeleid, rekening houdend met de planning inzake de verdere uitbreiding van het aanbod aan openbaar vervoer en de uitbouw van faciliteiten voor de zwakke weggebruiker. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe wegeninfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op haar gewest- en gemeentewegen, overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit betreffende de politie over het wegverkeer. Dit verkeersreglement wordt genomen ter ondersteuning van deze module. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om een verkeershandhavingsbeleid te voeren ter ondersteuning van de doorstroming van het openbaar vervoer. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking, te verbeteren zoals vermeld als bijlage.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt zich ertoe om de studiekosten voor haar rekening te nemen à rato van de bouwkosten die aan de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde infrastructuur zijn verbonden. § 2. De VVM verbindt zich ertoe de nodige investeringsmiddelen uit te trekken binnen de door het gewest beschikbaar gestelde investeringsruimte. De VVM verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule ............. (1) (2) de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in 3, § 1, bepaalde verbintenissen op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. De VVM verbindt er zich toe de bestaande halte-infrastructuur van het openbaar vervoer te verbeteren zoals vermeld als bijlage. § 4. De VVM verbindt er zich toe om de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking, te verbeteren zoals vermeld als bijlage. § 5. Als de ontvangsten of het aantal reizigers ten gevolge van de verhoogde commerciële snelheid procentueel sneller stijgen dan de commerciële snelheid, zal de VVM haar aanbod in het bedieningsgebied evenredig verhogen aan de verhoging van de commerciële snelheid verkregen op de aangelegde vrijliggende tram- en busbanen. De extra exploitatiekosten van deze verhoging van bediening kunnen maximaal oplopen tot het bedrag dat vrijgekomen is ten gevolge van de verhoging van de commerciële snelheid.
Artikel 6.Evaluatie § 1. Onverminderd de evaluatiebepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ............... (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van : 1° de beoogde verhoging van de ontvangsten;2° de beoogde verhoging van het aantal reizigers;3° de beoogde vermindering van de exploitatiekosten;4° de beoogde verhoging van de commerciële snelheid;5° de beoogde verhoging van de dekkingsgraad voor de gegeven periode;6° de beoogde verhoging van het openbaarvervoergebruik;7° de sociaal-maatschappelijke meerwaarde van het project. § 2. Deze module wordt geëvalueerd door de PAC-openbaarvervoeraanbod, voorgezeten door een vertegenwoordiger van de centrale diensten van de VVM en inhoudelijk geleid door een auditor, extern aan de VVM.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module op de lokale overheid verhalen. § 3. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4, § 2, aangaande het totaal aanbod aan parkeerplaatsen niet naleeft, zal de lokale overheid in verhouding tot het procentueel aantal extra parkeerplaatsen een evenredig deel van het jaarlijks vastgesteld extra exploitatietekort van de VVM cofinancieren. § 4. Als de VVM de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in het artikel 3 van deze module, op de VVM verhalen. § 5. Als de VVM de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in het artikel 4 van deze module op de VVM verhalen.
Artikel 8.Informatieverschaffing openbaar vervoer De module nummer 7 betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer moet uiterlijk drie maanden na het afsluiten van deze module worden afgesloten.
Artikel 9.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van die bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor de aanleg van vrijliggende bus- en/of trambanen (art. 2, § 2) Bijlage 2 : specificatie van de infrastructurele maatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (art. 4, § 1) Bijlage 3 : specificatie van de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking te (art. 4, § 6) die uitgevoerd zullen worden door de lokale overheid Bijlage 4 : specificatie van de « Park & Ride »-faciliteiten met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking die uitgevoerd zullen worden door het gewest (art. 3, § 5) Bijlage 5 : specificatie van de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking die uitgevoerd zullen worden door de VVM (art. 5, § 4) Bijlage 6 : specificatie van de « Park & Ride »- verbeteringen aan de halte-infrastructuur, die uitgevoerd zullen worden door de VVM (art. 5, § 3) Bijlage 7 : inventaris van het totale aanbod aan parkeerplaatsen (art. 4, § 2) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XI Vaststelling van het model van module 9 betreffende de verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer Module nr. 9 van ......................................... (1) (2) betreffende de verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe het aandeel van het openbaar vervoer in de vervoersstroom te verhogen door een verbeterd openbaarvervoeraanbod. Dit door middel van de uitbreiding of aanpassing van bestaande lijnen en de invoering van nieuwe lijnen. § 2. De toepassing van de in § 1 van dit artikel vermelde doelstelling steunt op een als bijlage gegeven verantwoording die per bedieningsgebied moet worden opgemaakt.
De verantwoording moet aan de auditcommissie worden bezorgd.
Deze verantwoording omvat minstens : 1° een omschrijving van het project;2° een kaart van het bedieningsgebied waarbinnen het verhoogde aanbod gepland wordt;3° een gedetailleerde gekwantificeerde omschrijving van de huidige situatie, die volgende elementen moet omvatten : a) per lijn het lijnnummer, de naam van de lijn, de commerciële snelheid en de afgelegde kilometers op jaarbasis;b) een opsomming van alle tram- en buslijnen die een invloed van het project kunnen ondergaan;c) de totale inkomsten, uitgaven en kostendekking over alle bovenstaande lijnen op jaarbasis;4° de autonome evolutie waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde elementen als uit de omschrijving van de huidige situatie;5° een marktonderzoek naar het effectieve en het potentiële gebruik van het openbaar vervoer, rekening houdend met de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling binnen de gemeente;6° het exploitatieplan;7° de verwachte evolutie na de invoering van het convenant waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde elementen als uit de omschrijving van de huidige situatie;8° de voor elk van de partijen te nemen begeleidende maatregelen, gerangschikt volgend prioriteit en met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden, ter ondersteuning van de impact van het verbeterde aanbod van het openbaar vervoer.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om voor de aanvullende dienstverlening op het bestaande aanbod van tram- of buslijnen in het bedieningsgebied .................. (3) de VVM een financiële tegemoetkoming te verlenen voor de door haar geleden extra exploitatietekorten die aan deze aanvullende dienstverlening te wijten zijn.
De tegemoetkoming van het gewest ten gunste van de VVM wordt vastgesteld op basis van het verschil tussen de geactualiseerde kostprijs van de oorspronkelijke exploitatie en de kostprijs van de nieuwe exploitatie. De tegemoetkoming van het gewest is gebaseerd op de door de VVM ingediende vorderingsstaten. Het gewest zal de door de VVM ingediende vorderingsstaten binnen een maand na ontvangst controleren op zorgvuldigheid en correctheid.
Bij de start van het project zal het gewest een voorschot van 50 % van het vastgelegde bedrag betalen. De rest van dat bedrag zal pas worden uitbetaald nadat het voorschot is opgebruikt en nadat de uitgaven zijn verantwoord, zoals die in de vorderingsstaten zijn vastgesteld. Nadat het voorschot is besteed, dat bij de start van het project werd uitbetaald, zal het gewest, op basis van de door de VVM ingediende vorderingsstaten en na goedkeuring door alle controlerende instanties, het resterende bedrag uitbetalen. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om de infrastructurele maatregelen en de verkeersregelsystemen onder zijn beheer ter hoogte van de tram- en buslijnen binnen het in § 1 genoemde bedieningsgebied in samenspraak met de VVM aan te passen om de doorstroming van het openbaar vervoer te optimaliseren. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om de « Park & Ride » faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking, te verbeteren zoals vermeld als bijlage.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige infrastructurele maatregelen te nemen die de doorstroming van het openbaar vervoer kunnen bevorderen. De infrastructurele maatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming, worden als bijlage bij deze module gevoegd.
Minimaal verbindt de lokale overheid zich ertoe om de verkeersregelsystemen onder haar beheer ter hoogte van de tram- en buslijnen binnen het in artikel 3, § 1, genoemde bedieningsgebied aan te passen om de doorstroming van het openbaar vervoer te optimaliseren. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om bij het beheer van de bestaande parkeerplaatsen en de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen een parkeerbeleid te voeren volgens de principes zoals vervat in artikel 3, § 1, van het moederconvenant. Daarbij gelden de volgende principes : 1° het totale aanbod van parkeerplaatsen op openbaar (gewestwegen, gemeentewegen, enz.) en privaat domein (gebouwen, binnenterreinen enz.) binnen het bedieningsgebied voor het openbaar vervoer, zoals omschreven in art. 2 van het moederconvenant, wordt beperkt tot maximaal het bestaande aanbod zoals geïnventariseerd op ............ (2), met behoud van mogelijke wijzigingen wat de spreiding betreft; 2° en hiërarchische zonestructuur om parkeerplaatsen te categoriseren wordt ingevoerd.Daarop wordt het principe geënt van een regulerend parkeerbeleid, met (meer gedifferentieerde) maatregelen ten aanzien van heffingen en tijdsbeperkingen op parkeren, met behoud van bijzondere maatregelen voor bewoners en mindermobielen.
De lokale overheid bezorgt de inventaris aan de andere partijen. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om in overleg met het gewest en de VVM een planning vast te leggen voor de gefaseerde invoering van dit regulerend parkeerbeleid, rekening houdend met de planning inzake de verdere verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer en de uitbouw van faciliteiten voor de zwakke weggebruiker. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe wegeninfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op haar gewest- en gemeentewegen, overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit betreffende de politie over het wegverkeer. Dit verkeersreglement wordt genomen ter ondersteuning van deze module. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om een actief verkeershandhavingsbeleid te voeren ter ondersteuning van de doorstroming van het openbaar vervoer en het vrijhouden van tramsporen, vrije busbanen en halteplaatsen. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking, te verbeteren zoals vermeld als bijlage.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt zich ertoe om de aard van de ingezette voertuigen in overeenstemming te brengen met de vereisten van het bedieningsgebied in kwestie en de nodige investeringsmiddelen voor rollend materieel uit te trekken, binnen de door het gewest beschikbaar gestelde investeringsruimte nadat deze in overleg met het gewest als opportuun zijn bevonden. § 2. De VVM verbindt zich ertoe om een nieuw exploitatieplan voor het gebied in kwestie op te maken en dit binnen een in onderling overleg vastgelegde termijn uit te voeren. § 3. De VVM verbindt zich ertoe om de « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking te verbeteren zoals vermeld als bijlage. § 4. De VVM verbindt zich ertoe om alle halten te voorzien van een haltebord met duidelijke vermelding van het nummer en de bestemming van de lijnvoering. § 5. De VVM verbindt zich ertoe om alle halten te voorzien van een bord met een duidelijke vermelding van de dienstregeling en het infonummer. § 6. De VVM verbindt zich ertoe om aan de halten, opgenomen als bijlage, een netplan aan te brengen met een duidelijk overzicht van de verbindingen van de regio of stad in kwestie. Dit plan zal eveneens de belangrijke aantrekkingspunten in de regio of de stad vermelden, zoals stations, verzorgingsinstellingen, scholen enz.. § 7. De VVM verbindt zich ertoe om vóór de startdatum van het project een inventaris op te maken van de bestaande exploitatie. Die inventaris bevat de volgende gegevens : 1° een overzicht van alle buslijnen die in het project betrokken zijn;2° de lengte van elke buslijn, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de stadslijnen en de streeklijnen;3° de bestaande dienstregelingen van elke buslijn die in het project betrokken is;4° op jaarbasis, ingedeeld per semester, per lijn, het aantal ritten, en lengte van elke lijn;5° op jaarbasis, ingedeeld per semester, per lijn, het aantal gepresteerde uren, per type dag;6° op jaarbasis, ingedeeld per semester, per lijn, de ontvangsten;7° het totaal van alle kosten en ontvangsten die hierboven worden vermeld.Deze gegevens worden betiteld als "het referentiejaar". Het referentiejaar loopt van januari tot december van het jaar dat voorafgaat aan de start van het project. § 8. De VVM verbindt zich ertoe om na de start van het project, binnen een maand na het afsluiten van elk semester, een vorderingsstaat in te dienen die minimaal de volgende gegevens bevat : 1° een overzicht van alle buslijnen die in het project betrokken zijn, met de vermelding "nieuw", "gewijzigd" of "stopgezet";2° de lengte van elke buslijn, met onderscheid tussen de stadslijnen en de streeklijnen;3° de nieuwe dienstregeling van elke buslijn die in het project betrokken is, voorzover die gewijzigd is ten opzichte van de vorige vorderingsstaat;4° per lijn, het aantal ritten, voor het semester waarop de vorderingsstaat betrekking heeft;5° per lijn, het aantal ritten, voor dezelfde periode van het referentiejaar;6° per lijn, het aantal afgelegde kilometers en de kostprijs per type voor het semester waarop de vorderingsstaat betrekking heeft;7° per lijn, het aantal afgelegde kilometers en de kostprijs per type voor dezelfde periode van het referentiejaar;8° per lijn, het aantal gepresteerde uren en de kostprijs per type dag voor het semester waarop de vorderingsstaat betrekking heeft;9° per lijn, het aantal gepresteerde uren en de kostprijs per type dag voor dezelfde periode van het referentiejaar;10° per lijn, de inkomsten voor het semester waarop de vorderingsstaat betrekking heeft;11° per lijn, de inkomsten voor dezelfde periode van het referentiejaar;12° de financiële tussenkomst van eventuele derden;13° het totaal van alle kosten en ontvangsten, hierboven vermeld, en de vergelijking met het referentiejaar. § 9. Bij de berekening van de kosten inzake uurlonen en afgelegde kilometers zullen de kostenparameters, zoals goedgekeurd door de gemachtigde van Financiën van de VVM, worden aangewend. Deze kostenparameters worden jaarlijks herzien en treden op 1 januari van het begrotingsjaar in kwestie in werking. § 10. De vorderingsstaten die de VVM heeft opgemaakt, kunnen geen uitgaven omvatten die al op een andere wijze door het gewest, de lokale overheid of derden aan de VVM ter beschikking werden gesteld. (investeringen, tarieftussenkomsten, tussenkomst in exploitatiekosten, enz...) De vorderingsstaten vermelden enerzijds afzonderlijk de jaarlijks terugkerende promotiekosten en anderzijds de eenmalige opstartkosten. § 11. Indien de VVM tijdens de duurtijd van deze module wijzigingen wenst aan te brengen aan de dienstregeling, die een financiële consequentie hebben, zal ze hiervoor vooraf het akkoord vragen aan het gewest en aan de lokale overheid. § 12. De VVM kan evenwel overgaan tot het nemen van kwaliteitsbehoudende maatregelen, zoals het inzetten van ontdubbelingsritten, voorzover het vastgelegde budget hierdoor niet overschreden wordt. § 13. De contracten tussen de VVM en de andere partijen die een invloed hebben op de kostprijs van het project voor de VVM, worden als bijlage bij deze module gevoegd.
Artikel 6.Evaluatie § 1. Onverminderd de evaluatiebepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr. ................... (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de in artikel 2, § 1, van deze module gemaakte verantwoording. De evaluatie omvat de naleving van de verbintenissen van de betrokken partijen en de sociaal-maatschappelijke meerwaarde van het project. § 2. In voorkomend geval zal het positieve nettoresultaat in vergelijking met die in artikel 2, § 2, van deze module gemaakte prognoses het daaropvolgende jaar worden aangewend voor eventuele aanvullende exploitatie of promotie- en sensibiliseringscampagnes in het bedieningsgebied in kwestie. § 3. In voorkomend geval zal het negatieve nettoresultaat in vergelijking met de in artikel 2, § 2, van deze module gemaakte prognoses het daaropvolgende jaar aanleiding zijn om het aanbod te heroriënteren.
Het aanbod zal evenwel niet geheroriënteerd worden als de aanvullende maatregelen vermeld in artikel 8 van deze module, worden toegepast bij de aanvang van de daaropvolgende evaluatieperiode. § 4. Deze module wordt geëvalueerd door de PAC-openbaarvervoeraanbod, formeel voorgezeten door een vertegenwoordiger van de centrale diensten van de VVM en inhoudelijk geleid door een auditor, extern aan de VVM.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan de VVM, na goedkeuring van het gewest, het aanbod terugschroeven tot op het niveau van de oorspronkelijke toestand bij de ondertekening van de koepelmodule. § 3. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4, § 2, van deze module aangaande het totale aanbod aan parkeerplaatsen niet naleeft, zal de lokale overheid in verhouding tot het procentueel aantal extra parkeerplaatsen een evenredig deel van het jaarlijks vastgestelde extra exploitatietekort van de VVM cofinancieren. § 4. Als de VVM de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in het artikel 3 op de VVM verhalen. § 5. Als de VVM de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in het artikel 4 op de VVM verhalen.
Artikel 8.Aanvullende maatregelen § 1. De bepalingen in artikel 6, § 3, van deze module zijn niet van toepassing als, met aanvang van de nieuwe evaluatieperiode, de maatregelen worden genomen die omschreven zijn in §§ 2 en 3 van dit artikel. De budgettaire impact van deze maatregelen moet van dien aard zijn dat het oorspronkelijk vooropgestelde verwachtingspatroon in de volgende evaluatieperiode gehaald wordt. § 2. In onderling akkoord tussen de lokale overheid en de VVM kunnen afspraken gemaakt worden over een tegemoetkoming vanwege de partijen in het kader van het derde betalersysteem of andere systemen. Daartoe dient een overeenkomst met de VVM afgesloten te worden. § 3. In onderling akkoord tussen de lokale overheid, eventueel andere partijen en de VVM kunnen afspraken gemaakt worden inzake de verdeling van de exploitatiekosten, de promotiekosten, de inzet van bedieningspersoneel, de aankoop en het onderhoud van het rollend materieel, rekening houdend met de volgende voorwaarden : 1° de VVM zorgt voor het beheer van de exploitatie;2° de tarieven van de VVM zijn van toepassing;3° het bedieningspersoneel is gekwalificeerd;4° de VVM oordeelt over de bekwaamheid van het bedieningspersoneel.
Artikel 9.Informatieverschaffing openbaar vervoer De module nummer 7 betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer moet uiterlijk drie maanden na het afsluiten van deze module worden afgesloten.
Artikel 10.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van die bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
De contracten tussen de VVM en de andere partijen, die als bijlage bij deze module gevoegd zijn, kunnen enkel ingekeken worden door de auditoren, het kabinet en de administratie van het gewest. De aanvraag tot inzage van deze bijlagen moet gericht worden aan de VVM. Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording van de maatregelen tot verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer (art. 1, § 2) Bijlage 2 : lijst met engagementen vanwege het gewest Bijlage 2.1 : verkeersregelsystemen (art. 3, § 2) Bijlage 2.2 : « Park & Ride »-faciliteiten, met inbegrip van de aanduidingen voor de bevolking (art. 3, § 3) Bijlage 2.3 : overige engagementen vanwege het gewest Bijlage 3 : lijst met verbintenissen vanwege de lokale overheid Bijlage 3.1 : infrastructurele maatregelen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (art. 4, § 1), die de lokale overheid nemen Bijlage 3.2 : inventaris van het totale aanbod van parkeerplaatsen (art. 4, § 2) Bijlage 3.3 : engagementen inzake het aanvullend verkeersreglement en inzake het verkeershandhavingsbeleid (art. 4, § 4 en § 5) Bijlage 3.4 : « Park & Ride »-voorzieningen (art. 4, § 6) Bijlage 3.5 : overige engagementen vanwege de lokale overheid Bijlage 4 : lijst met engagementen vanwege de VVM Bijlage 4.1 : in te zetten materieel (art. 5, § 1) Bijlage 4.2 : halte-infrastructuur (art. 5, § 6) Bijlage 4.3 : referentieperiode uit de vorderingsstaat (intern document) (art. 5, § 8) Bijlage 4.4 : lijst met geplande « Park & Ride » voorzieningen (art. 5, § 3) Bijlage 4.5 : overige engagementen vanwege de VVM Bijlage 5 : budgetfiche (intern document) Bijlage 6 : contracten tussen de VVM en de andere partijen (art. 5, § 13) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XII Vaststelling van het model van module 10 betreffende de subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen Module nr. 10 van ........................... (1) (2) betreffende de subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module hoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst Met deze module verbinden de partijen er zich toe de omgeving van een school, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een gewestweg, herin te richten om de verkeersveiligheid van de schoolgaande jeugd en verplaatsingen te voet, met de fiets, het openbaar vervoer of in carpool te bevorderen.
Onder schoolomgeving wordt verstaan, het wegvak ter hoogte van de schoolingang(en) die aan de gewestweg palen, tot op maximaal 200 meter van de schoolingang(en) en, in voorkomend geval, het wegvak ter hoogte van de schoolingang(en) die palen aan de zijstraten van die gewestweg tot op maximaal 200 meter van de schoolingang(en) en het kruispunt van die schoolzijstraten met de gewestweg.
Het herstel van het evenwicht tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers staat centraal. Concreet betekent dit onder meer snelheidsbeheersing, verbetering van de oversteekbaarheid, een betere bescherming van de fietsers en voetgangers, reductie van parkeermogelijkheid in de directe schoolomgeving en creatie van veilige afzetmogelijkheden voor kinderen die met de auto worden gebracht.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om de herinrichting van de schoolomgeving langs de gewestweg nr. ................ (1), tussen kilometerpunt ............... (1) en ............... (1) te subsidiëren, met uitzondering van de kosten die door de lokale overheid worden gedragen zoals bepaald in artikel 4, § 2. § 2. De tegemoetkoming bedraagt respectievelijk 100 % van de reële kostprijs voor werkzaamheden op het domein van het gewest en, in voorkomend geval, 50 % van de reële kostprijs voor werkzaamheden op het domein van de lokale overheid. Tot de reële kostprijs van de werkzaamheden behoren onder meer : 1° de onteigeningskosten;2° eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken;3° BTW voor de werkzaamheden op het domein van het gewest of van de lokale overheid. De tegemoetkoming wordt in twee schijven uitbetaald. Een eerste schijf ten belope van de helft van de geraamde gewestbijdrage wordt uitbetaald bij de betekening van de opdracht aan de aannemer. Die schijf wordt evenwel slechts uitbetaald op voorwaarde dat alle bijlagen aan deze module toegevoegd werden en na goedkeuring van het project door de auditcommissie. Een tweede schijf ten belope van het saldo van de gewestbijdrage wordt betaald op basis van de goedgekeurde eindafrekeningen na de voorlopige oplevering van de werken. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om deel te nemen aan overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst het gewest een verantwoordelijke ambtenaar aan.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om voor rekening van het gewest te zorgen voor het volledige ontwerp (met inbegrip van de onteigeningsplannen), aanbesteding en voortgangscontrole van de werkzaamheden die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module bedoelde infrastructuur. De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op ondersteuning door een extern studiebureau.
De lokale overheid verbindt zich ertoe om het ontwerp op te stellen met als referentie de publicatie « Schoolroutes en omgevingen » van het gewest. De lokale overheid stelt het ontwerp op in nauw overleg met de inrichtende macht, de ouders, de scholieren en de buurtbewoners. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de kosten voor haar rekening te nemen die verbonden zijn aan de volgende deelaspecten van de herinrichting van de schoolomgeving : 1° de studiekosten naar rato van de bouwkosten;2° levering en plaatsing van nieuwe stoepverharding en onderhoud ervan;3° levering en plaatsing van het straatmeubilair en onderhoud ervan;4° levering en plaatsing van het groen en onderhoud ervan. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om alle onderhandelingen met de bevolking te voeren die kunnen bijdragen tot de snellere terbeschikkingstelling van gronden die niet tot het openbaar domein behoren. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de gronden waarover ze beschikt en die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module bedoelde infrastructuur kosteloos ter beschikking te stellen. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanbesteding alleen op te starten nadat de auditcommissie het ontwerp heeft goedgekeurd.
Het ontwerp wordt toegelicht door de lokale overheid of haar studiebureau. De toelichting van het ontwerp omvat minstens de volgende gegevens : 1° een analyse van de reële en de gewenste schooltrajecten voor de verschillende vervoerswijzen;2° de formulering van de verkeersproblemen, een analyse van mogelijke oplossingen en een afweging van hun impact op de veiligheid en de bereikbaarheid te voet, per fiets of per bus;3° de te nemen maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden. § 6. De lokale overheid organiseert overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier.
Hiervoor wijst de lokale overheid een verantwoordelijke ambtenaar aan.
De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning door een extern studiebureau. § 7. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van het evenwicht tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers ter hoogte van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening. § 8. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de school § 1. De school verbindt zich ertoe een schoolvervoerplan op te stellen met een visie op korte en lange termijn en een reeks van concrete acties op het vlak van informatie, vervoersorganisatie en sensibilisatie.
Er wordt onder meer aandacht geschonken aan het organiseren van de toegangen tot de school, het op- en afhalen van de scholieren, het voorzien van voldoende en veilige fietsstallingen, het parkeren en halteren van de schoolbus, het begeleiden van de scholieren naar de dichtst bijzijnde halte van het openbaar vervoer, de inzet van gemachtigde opzichters, het langparkeren van de leerkrachten en het organiseren van een carpool, schoolpool of fietspool. Er wordt aandacht geschonken aan niet-infrastructurele maatregelen zoals informatie, advies, sensibilisatie, transportgebonden producten en diensten.
Het schoolvervoerplan wordt samen met de verantwoording van het project voorgelegd aan de auditcommissie. Het schoolvervoerplan gaat als bijlage bij deze module. § 2. De school verbindt zich ertoe om in samenwerking met de ouders periodieke sensibiliseringsacties te organiseren ter ondersteuning van het schoolvervoerplan. § 3. De school verbindt zich ertoe om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp.
Artikel 6.Verbintenissen vanwege de ouders § 1. De ouders verbinden zich ertoe om mee te werken aan de opmaak van het schoolvervoerplan. § 2. De ouders verbinden zich ertoe om in samenwerking met de school periodieke sensibiliseringsacties te organiseren ter ondersteuning van de uitvoering van het schoolvervoerplan. § 3. De ouders verbinden zich ertoe om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp.
Artikel 7.Verbintenissen vanwege de scholieren § 1. De scholieren verbinden zich ertoe om mee te werken aan de opmaak van het schoolvervoerplan. § 2. De scholieren verbinden zich ertoe om hun ouders te sensibiliseren mee te werken aan de uitvoering ervan. § 3. De scholieren verbinden zich ertoe om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp.
Artikel 8.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt er zich toe om de andere partijen te adviseren over de organisatie van het openbaar vervoer bij de herinrichting van de schoolomgeving. § 2. De VVM verbindt er zich toe om voor de duur van de werken de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de halte-inplantingen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 9.Evaluatie § 1. Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de beoogde verhoging van de verkeersveiligheid en het bevorderen van alternatieve verplaatsingswijzen voor de auto in het kader van het woon-schoolverkeer. De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag. § 2. Het schoolvervoerplan wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd.
Artikel 10.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.
Artikel 11.Bijlagen (worden pas na de ondertekening toegevoegd) De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : de verantwoording voor het project (art. 4, § 5) Bijlage 2 : het schoolvervoerplan (art. 5, § 1) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XIII Vaststelling van het model van module 11 betreffende de aanleg van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen Module nr. 11 van ..................................... (1) betreffende de aanleg van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe nieuwe fietspaden aan te leggen langs gewestwegen om het aandeel van het fietsverkeer in de bestaande verkeersstromen te verhogen. De verhoging van de veiligheid, het comfort en de bereikbaarheid door middel van de fiets staat daarbij centraal. § 2. De toepassing van de bovenvermelde doelstelling steunt op een verantwoording die aan de auditcommissie moet worden bezorgd. Die verantwoording gaat als bijlage bij deze module.
Deze verantwoording omvat minstens de volgende gegevens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie voor fietsers (zoals verkeerstellingen, ongevallenstatistieken, een oorsprong-bestemmingsonderzoek, een inventaris van de knelpunten en een onderzoek naar het effectieve en potentiële fietsgebruik);2° de raming van de impact van de aanleg van het fietspad op het fietsgebruik, de veiligheid, het comfort, de bereikbaarheid van voorzieningen voor de fietser en op de doorstroming van het andere verkeer (auto/openbaar vervoer);3° de te nemen begeleidende maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit en met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden, ter ondersteuning van de impact van het nieuwe fietspad.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe op zijn kosten te zorgen voor de aanleg en het onderhoud van een fietspad langs de gewestweg nr. ................ (1) tussen kilometerpunt ............... (1) en kilometerpunt ............... (1). Het gewest neemt de noodzakelijke onteigeningen voor zijn rekening. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van zijn budgettaire ruimte, een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij in het investeringsprogramma van het lopende jaar, voor de aanleg van het fietspad langs de in § 1 genoemde gewestweg.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige infrastructurele maatregelen te nemen die het gebruik van de in artikel 2, § 1, van deze module genoemde nieuwe fietsinfrastructuur kunnen bevorderen. De infrastructurele maatregelen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming worden als bijlage vermeld. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan de aansluiting van de bestaande fietsroutes op het nieuwe fietspad. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om uiterlijk binnen 14 dagen na de ingebruikneming van de in artikel 2, § 1, genoemde fietspaden de bewegwijzering voor fietsers langs de gemeentewegen, met inbegrip van het fietsrouteplan, aan de nieuwe verkeersstructuur aan te passen. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe fietsinfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op haar gewest- en gemeentewegen, overeenkomstig artikel 2 en 3 van het koninklijk besluit betreffende de politie over het wegverkeer. Dat verkeersreglement wordt genomen ter ondersteuning van deze module. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanwezige schoolgemeenschappen te ondersteunen bij de eventuele opmaak van schoolvervoersplannen om het autogebruik te reduceren en om het fietsgebruik te bevorderen. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen een termijn, die in onderling overleg met het gewest wordt vastgesteld, een aangepaste openbare verlichting aan te brengen op de gemeentewegen, vermeld als bijlage, en voor overdekte fietsstallingen te zorgen bij de locaties, vermeld als bijlage.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt er zich toe om de andere partijen te adviseren over de organisatie van het openbaar vervoer bij de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde fietsinfrastructuur. § 2. De VVM verbindt er zich toe om voor de duur van de werken de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de halte-inplantingen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de doelstelling, vermeld in artikel 2, § 2, van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de bereikte ontlasting van het centrum, de verhoging van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid en de verhoging van de multimodale bereikbaarheid. De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen inzake de overname en de herinrichting van de gewestwegen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul in.(2) Herhaal voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor de aanleg van nieuwe verbindende fietspaden (art. 2, § 2) Bijlage 2 : plan met de gemeentewegen waarlangs de fietspaden worden aangebracht, met aanduiding van de plaats waar de overdekte fietsstallingen en de aangepaste openbare verlichtingselementen worden gepland (art. 4, § 6) Bijlage 3 : lijst met infrastructurele maatregelen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (art. 4, § 1) Bijlage ................ (1) : ................ (1) (2) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XIV Vaststelling van het model van module 12 betreffende de subsidiëring van nieuwe, afzonderlijk liggende verbindende fietspaden langs gemeente- of provinciewegen Module nr. 12 van ............................... (1) (2) betreffende de subsidiëring van nieuwe, afzonderlijke verbindende fietspaden langs gemeente-, of provinciewegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe nieuwe vrijliggende, verbindende fietspaden langs gemeentewegen of provinciale wegen aan te leggen om het aandeel van het fietsverkeer in de bestaande verkeersstromen te vergroten. De verhoging van de veiligheid, het comfort en de bereikbaarheid met de fiets staan centraal. De aanleg van fietspaden langs gemeentewegen of provinciale wegen, gesubsidieerd door het gewest, is enkel mogelijk voorzover de aanleg langs een gewestweg niet gewenst is tengevolge van inrichtingsprincipes conform de wegencategorisering. § 2. De toepassing van bovenvermelde doelstelling steunt op een verantwoording die aan de auditcommissie moet worden bezorgd. Die verantwoording gaat als bijlage bij deze module.
Deze verantwoording omvat minstens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie voor de fietsers (zoals verkeerstellingen, ongevallenstatistieken, een oorsprong-bestemmingsonderzoek, een inventaris van de knelpunten en een onderzoek naar het effectieve en potentiële fietsgebruik);2° de redenen waarom de aanleg van een veilig fietspad langs de gewestweg onmogelijk is of ongewenst is ten gevolge van de wegencategorisering;3° de raming van de impact van de aanleg van het fietspad op het fietsgebruik, de veiligheid, het comfort, de bereikbaarheid van voorzieningen voor de fietser en op de doorstroming van het andere verkeer (auto, openbaar vervoer);4° de te nemen begeleidende maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit en met vermelding van hun kritische randvoorwaarden, ter ondersteuning van de impact van het nieuwe fietspad.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om de aanleg van een fietspad langs de gemeente- of provinciewegen, zoals aangegeven op het plan als bijlage te subsidiëren. § 2. De tegemoetkoming bedraagt 80 %/100 % (3) van de reële totale kostprijs, inclusief studie- en onteigeningskosten, inclusief eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken, en inclusief BTW. Die tegemoetkoming wordt in twee schijven uitbetaald. Een eerste schijf van 40 %/50 % (3) van de kostprijsraming wordt uitbetaald bij de betekening van de opdracht aan de aannemer. Deze schijf wordt evenwel slechts uitbetaald op voorwaarde dat alle bijlagen bij deze module gevoegd werden en na definitieve goedkeuring van het project en de projectnota door de auditcommissie. Een tweede schijf ten belope van het saldo van de gewestbijdrage wordt betaald op basis van de goedgekeurde eindafrekening na de voorlopige oplevering van de werken. § 3. Het gewest stelt zijn kennis en vaardigheden, zowel verkeerskundig, bouwtechnisch als organisatorisch, met betrekking tot de aanleg van fietspaden, ter beschikking van de lokale overheid of de provincie. Dat gebeurt onder vorm van een vademecum « Fiets » en gelijkaardige richtlijnen. § 4. Het gewest verbindt zich ertoe deel te nemen aan overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst het gewest een verantwoordelijke ambtenaar aan, die er onder meer zal op toezien dat bij de uitwerking van het project de voorschriften vervat in omzendbrieven en vademecums van de administratie worden opgevolgd. § 5. Het gewest draagt bij tot de uitvoering van het project door de vergunninghoudende maatschappijen, van wie installaties en leidingen verplaatst dienen te worden, bevel tot verplaatsing te geven. De bij wet of decreet geregelde subsidies aan bepaalde vergunninghouders worden door het gewest uitbetaald.
Een afschrift van het bevel tot verplaatsing wordt door het gewest gelijktijdig overgemaakt aan de lokale overheid of provincie.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om samen met het gewest als bouwheer op te treden.
De onteigeningsprocedure wordt 14 dagen na ondertekening van de koepelmodule opgestart. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt aan de overige partijen opgestuurd. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om uiterlijk binnen 14 dagen na de ingebruikneming van de in artikel 2, § 1, genoemde fietsinfrastructuur de bewegwijzering voor fietsers langs de gemeentewegen, met inbegrip van het fietsrouteplan, aan de nieuwe verkeersstructuur aan te passen. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanwezige schoolgemeenschappen te ondersteunen bij de eventuele opmaak van schoolvervoersplannen om het autogebruik te reduceren en het fietsgebruik te bevorderen. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen een termijn, die in onderling overleg met het gewest wordt vastgesteld een aangepaste openbare verlichting aan te brengen op de gemeentewegen, vermeld als bijlage, en voor overdekte fietsstallingen te zorgen bij de locaties, vermeld als bijlage. § 7. De lokale overheid verbindt zich ertoe om een verkeershandhavingsbeleid te voeren ter ondersteuning van de doorstroming van het openbaar vervoer. § 8. De lokale overheid verbindt zich ertoe alle organisatorische en budgettaire maatregelen te nemen, opdat het project ten spoedigste wordt gerealiseerd. In het bijzonder zal de gemeente in haar begroting de vereiste sommen reserveren om desgevallend haar eigen aandeel te financieren en het aandeel van het gewest te voorfinancieren. Een afschrift hiervan wordt als bijlage opgenomen.
Artikel 5.Verbintenissen van de provincie § 1. De provincie verbindt zich ertoe om samen met het gewest als bouwheer op te treden.
De onteigeningsprocedure wordt 14 dagen na ondertekening van de koepelmodule opgestart. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt aan de overige partijen opgestuurd. § 2. De provincie verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens art. 18 tot en met 60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen in kennis gesteld. § 3. De provincie verbindt zich ertoe om uiterlijk binnen 14 dagen na de ingebruikneming van de in artikel 2, § 1, genoemde fietsinfrastructuur de bewegwijzering voor fietsers langs de provinciewegen, met inbegrip van het fietsrouteplan, aan de nieuwe verkeersstructuur aan te passen. § 4. De provincie verbindt zich ertoe om de aanwezige schoolgemeenschappen te ondersteunen bij de eventuele opmaak van schoolvervoersplannen om het autogebruik te reduceren en het fietsgebruik te bevorderen. § 5. De provincie verbindt zich ertoe om binnen een termijn die in onderling overleg met het gewest wordt vastgesteld, een aangepaste openbare verlichting aan te brengen op de provinciewegen, vermeld als bijlage, en voor overdekte fietsstallingen te zorgen bij de locaties vermeld als bijlage. § 6. De provincie verbindt zich ertoe om een beleid te voeren ter ondersteuning van de doorstroming van het openbaar vervoer.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1) (2) heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de doelstelling vermeld in artikel 2, § 2, van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de bereikte ontlasting van het centrum, de verhoging van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid en de verhoging van de multimodale bereikbaarheid.
De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kunnen de lokale overheid en de provincie de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikelen 4 en 5 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen. § 3. Als de provincie de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module op de provincie verhalen.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten. (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording van het project (art. 2, § 2) Bijlage 2 : plan met de aanduiding van de aan te leggen fietspaden (art. 3, § 1) Bijlage 3 : plan met de infrastructurele maatregelen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (art. 4, § 3) Bijlage 4 : plan met de gemeente- of provinciewegen waarlangs de fietspaden worden aangebracht met aanduiding van de plaats waar de overdekte fietsstallingen worden gepland (art. 4, § 7) of (art. 5, § 7) Bijlage 5 : verklaring vanwege de lokale overheid waarin aangetoond wordt dat de nodige budgettaire en organisatorische maatregelen genomen worden om het project mogelijk te maken (art. 4, § 9) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XV Vaststelling van het model van module 13 betreffende de subsidiëring van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen Module nr. 13 van ............................. (1) (2) betreffende de subsidiëring van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule .......................... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe nieuwe fietspaden aan te leggen langs gewestwegen, om het aandeel van het fietsverkeer in de bestaande verkeersstromen te verhogen. De verhoging van de veiligheid, het comfort en de bereikbaarheid met de fiets staan hierbij voorop. § 2. Via het toekennen van een investeringssubsidie wordt de lokale overheid ertoe aangezet het fietsbeleid van het gewest op haar grondgebied te ondersteunen. Onverminderd de bepalingen van deze module blijft het gewest wegbeheerder van het wegvak. § 3. Opdat deze module kan worden afgesloten, stelt de lokale overheid vooraf een startnota op over het project. Deze startnota stelt de problemen scherp, formuleert de doelstellingen, inventariseert de partners en middelen die zullen ingezet worden. Bovendien schetst de startnota reeds de krachtlijnen van (een) mogelijke, adequate oplossing(en). Over deze startnota dient consensus bereikt binnen de auditcommissie.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om de aanleg van een fietspad/fietspaden3 langs de gewestweg nr. ............................... (1) tussen kilometerpunt .......................... (1) en kilometerpunt ............................ (1) te subsidiëren. § 2. De tegemoetkoming bedraagt 80 %/100 % (3) van de reële totale kostprijs, inclusief studie- en verwervingskosten, inclusief eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken, en inclusief BTW. Die tegemoetkoming wordt in twee schijven uitbetaald. Een eerste schijf van 40 %/50 % (3) van de kostprijsraming wordt uitbetaald bij de betekening van de opdracht aan de aannemer. Deze schijf wordt evenwel slechts uitbetaald op voorwaarde dat alle bijlagen bij deze module gevoegd werden en na definitieve goedkeuring van het project en de projectnota door de auditcommissie. Een tweede schijf ten belope van het saldo van de gewestbijdrage wordt betaald op basis van de goedgekeurde eindafrekening na de voorlopige oplevering van de werken. § 3. Het gewest stelt zijn kennis en vaardigheden, zowel verkeerskundig, bouwtechnisch als organisatorisch, met betrekking tot de aanleg van fietspaden, ter beschikking van de lokale overheid. Dat gebeurt onder vorm van een vademecum « Fietsvoorzieningen » en gelijkaardige richtlijnen. § 4. Het gewest verbindt zich ertoe deel te nemen aan overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst het gewest een verantwoordelijke ambtenaar aan, die samen met de provinciale auditcommissie er onder meer zal op toezien dat bij de uitwerking van het project de voorschriften vervat in omzendbrieven en vademecums van de administratie worden opgevolgd. § 5. Het gewest draagt bij tot de uitvoering van het project door de vergunninghoudende maatschappijen, van wie installaties en leidingen verplaatst dienen te worden, bevel tot verplaatsing te geven. De bij wet of decreet geregelde subsidies aan bepaalde vergunninghouders worden door het gewest uitbetaald.
Een afschrift van het bevel tot verplaatsing wordt door het gewest gelijktijdig ter info overgemaakt aan de lokale overheid. § 6. Het gewest verbindt zich ertoe te zorgen voor het onderhoud van in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om voor rekening van het gewest te zorgen voor het volledig ontwerp (met inbegrip van de onteigeningsplannen), aanbesteding en voortgangscontrole van de werkzaamheden die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur. De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning van een extern studiebureau. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe alle organisatorische en budgettaire maatregelen te nemen, opdat het project ten spoedigste wordt gerealiseerd. In het bijzonder zal de gemeente in haar begroting de vereiste sommen reserveren om desgevallend haar eigen aandeel te financieren en het aandeel van het gewest te voorfinancieren. Een afschrift hiervan wordt als bijlage opgenomen. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om alle onderhandelingen met de bevolking te voeren die kunnen bijdragen tot de snellere terbeschikkingstelling van eigendommen die niet tot het openbaar domein behoren. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de gronden waarover ze beschikt en die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur kosteloos ter beschikking te stellen. § 5. De lokale overheid houdt zich aan de richtlijnen en aanbevelingen uit het vademecum « Fietsvoorzieningen » en alle andere richtlijnen die haar door het gewest worden overgemaakt,zoniet kan het Gewest beslissen om de voorziene subsidiering niet uit te betalen. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanbesteding pas aan te kondigen nadat de auditcommissie het ontwerp goedgekeurd heeft en geattesteerd heeft dat voldaan is aan de bepalingen van artikelen 4, § 5. Het ontwerp wordt toegelicht door de lokale overheid of haar studiebureau. De toelichting van het ontwerp aan de auditcommissie omvat minstens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie voor de fietsers (zoals verkeerstellingen, ongevallenstatistieken, een oorsprong-bestemmingsonderzoek, een inventaris van de knelpunten en een onderzoek naar het effectieve en potentiële fietsgebruik);2° de raming van de impact van de aanleg van het fietspad op het fietsgebruik, de veiligheid, het comfort, de bereikbaarheid van voorzieningen voor de fietser en op de doorstroming van het andere verkeer (auto en openbaar vervoer);3° de te nemen begeleidende maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit en met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden, ter ondersteuning van de impact van het nieuwe fietspad. Indien de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur een ontbrekende schakel is van een door het gewest goedgekeurd provinciaal fietsroutenetwerk, volstaat een verwijzing naar het provinciale fietsroutenetwerk als verantwoording voor het project. § 7. De lokale overheid organiseert overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier.
Hiervoor wijst de lokale overheid een verantwoordelijke ambtenaar aan.
De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning van een extern studiebureau.
De lokale overheid verbindt zich ertoe om de voorlopige oplevering van de werken alleen toe te staan na goedkeuring van de werken door het gewest. § 8. De lokale overheid zorgt voor de samenstelling van het dossier bouwaanvraag en introduceert de aanvraag bij de bevoegde instantie. De gemeente en het gewest treden gezamenlijk op als bouwheren. § 9. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige infrastructurele maatregelen te nemen die het gebruik van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde nieuwe fietsinfrastructuur kunnen bevorderen. De infrastructurele maatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming, worden als bijlage bij deze module gevoegd. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan de aansluiting van de bestaande fietsroutes op het nieuwe fietspad. § 10. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. § 11. De lokale overheid verbindt zich ertoe om uiterlijk binnen 14 dagen na de ingebruikneming van de in artikel 3, § 1, genoemde fietsinfrastructuur de bewegwijzering voor fietsers langs de gemeentewegen, met inbegrip van het fietsrouteplan, aan de nieuwe verkeersstructuur aan te passen. § 12. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikel 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module. § 13. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanwezige schoolgemeenschappen te ondersteunen bij de eventuele opmaak van schoolvervoersplannen om het autogebruik te reduceren en om het fietsgebruik te bevorderen. § 14. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen een termijn, die in onderling overleg met het gewest wordt vastgelegd, een aangepaste openbare verlichting aan te brengen op de gemeentewegen, vermeld als bijlage, en voor overdekte fietsstallingen te zorgen bij de locaties, vermeld als bijlage.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt er zich toe om de andere partijen te adviseren over de organisatie van het openbaar vervoer bij de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde fietsinfrastructuur. § 2. De VVM verbindt er zich toe om voor de duur van de werken de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de halte-inplantingen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr. .............. (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de prognose, vermeld in artikel 2 van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de verhoogd fietsgebruik en de verbetering van de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid voor de zwakke weggebruiker. De evaluatie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgemaakt evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen en maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer en datum in.(2) Vul datum in.(3) Streep door of laat weg wat niet van toepassing is. Vul in.
Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage.
Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor het project (art 4, § 6).
Bijlage 2 : de infrastructurele maatregelen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (art. 4, § 9).
Bijlage 3 : plan met de gemeentewegen waarlangs de fietspaden worden aangebracht, met aanduiding van de plaats waar de overdekte fietsstallingen en de openbare verlichting worden gepland (art. 4, § 14).
Bijlage 4 : verklaring vanwege de lokale overheid waarin aangetoond wordt dat de nodige budgettaire en organisatorische maatregelen genomen worden om het project mogelijk te maken (art. 4, § 2).
Bijlage ................ (1) : ................ (4) (5) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XVI Vaststelling van het model van module 14 betreffende de aanleg of de herinrichting van ontsluitingsinfrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid van specifieke zones van commerciële activiteiten in privaat of openbaar beheer Module nr. 14 van ..................................... (1) (2) betreffende de aanleg of de herinrichting van ontsluitingsinfrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid van specifieke zones van commerciële activiteiten in privaat of openbaar beheer
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ................. (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe de bereikbaarheid van een zone van commerciële activiteiten in privaat of openbaar beheer te ondersteunen door een tegemoetkoming van het gewest in de aanleg of de herinrichting van de ontsluitingsinfrastructuur.
Onder "zone van commerciële activiteiten" wordt verstaan : 1. de bedrijventerreinen, zoals omschreven in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot regeling van de toekenningsvoorwaarden, de subsidiepercentages en het beheer van de bedrijventerreinen en bedrijfsgebouwen;2. zones van tertiaire of industriële activiteiten, andere dan bedoeld in 1°. Onder "herinrichting of aanleg van ontsluitingsinfrastructuur" wordt verstaan, de herinrichting of de aanleg van verkeersinfrastructuur vanaf de bestaande gewestelijke verkeersinfrastructuur tot de rand van de zone van commerciële activiteiten in privaat of openbaar beheer, om de bereikbaarheid ervan te verbeteren.
De zone van commerciële activiteiten waarop deze module van toepassing is, wordt aangeduid op het plan dat als bijlage bij deze module gevoegd is. § 2. De toepassing van de doelstelling, bepaald in § 1, van dit artikel, steunt op een verantwoording van de beheerder, die als bijlage bij deze module gaat.
De verantwoording wordt aan de auditcommissie bezorgd.
Die verantwoording omvat minstens : - een bedrijfseconomisch verantwoord investeringsdossier, op basis waarvan een financiële tegemoetkoming voor de in artikel 2, § 1, van deze module bedoelde ontsluitingsinfrastructuur wordt gevraagd; - een mobiliteitseffectenrapport (MOBER) waarin het (potentiële) gebruik van diverse vervoerswijzen wordt geëvalueerd, en waaruit de noodzaak en de omvang voor de in artikel 2, § 1, van deze module genoemde ontsluitingsinfrastructuur blijkt, rekening houdend met de effecten die via vervoersmanagement te bereiken zijn; - een haalbaarheidsstudie die uitgaat van de resultaten van de MOBER, waarbij tracéalternatieven worden afgewogen met betrekking tot hun impact op het vlak van multimodale bereikbaarheid, verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid, de open ruimte en het milieu; - de inpasbaarheid binnen de structuur- en uitvoeringsplannen op de verschillende beleidsniveaus.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het Vlaamse gewest verbindt zich ertoe, binnen het kader van een cofinancieringsplan zoals bedoeld in artikel 5 van deze module en binnen de grenzen van haar budgettaire ruimte een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij het investeringsprogramma van het lopende jaar voor de cofinanciering van de aanleg/herinrichting (3) van de ontsluitingsinfrastructuur zoals aangegeven op plan als bijlage.
De in § 1 van dit artikel vermelde tegemoetkoming bedraagt : - maximaal 40 % van de totale kostprijs, exclusief onteigeningskosten, als het om de aanleg van nieuwe ontsluitingsinfrastructuur gaat; - maximaal 60 % van de totale kostprijs, exclusief onteigeningskosten, als het om de herinrichting van bestaande ontsluitingsinfrastructuur gaat.
De financiële tegemoetkoming van het gewest wordt in één keer aan de beheerder betaald na de voorlopige oplevering van de werkzaamheden. § 2. Het gewest zorgt voor rekening en in naam van de beheerder voor het volledige ontwerp, de aanbesteding en de voortgangscontrole van de werkzaamheden die nodig zijn voor de in artikel 2, § 1, van deze module genoemde ontsluitingsinfrastructuur.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de grond die nodig is voor de in artikel 2, § 1, van deze module genoemde ontsluitingsinfrastructuur en die niet behoort tot het openbaar domein van het gewest, gratis ter beschikking te stellen aan het gewest en in voorkomend geval alle noodzakelijke onteigeningen voor haar rekening te nemen.
De onteigeningsprocedure wordt 14 dagen na ondertekening van de projectbijakte opgestart. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 2. De lokale overheid ziet af van de vraag tot aanleg of herinrichting van infrastructuur ter ontsluiting van de in artikel 2, § 1, van deze module genoemde zone, als het gaat om andere ontsluitingsinfrastructuur dan deze welke in artikel 2, § 1, van deze module, werd genoemd.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de beheerder § 1. De beheerder verbindt zich ertoe een cofinancieringsplan op te stellen waarin de eigen financiële inbreng wordt verzekerd en waarbij het cofinancieringdeel van het gewest wordt geprefinancierd. Het cofinancieringsplan wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan het gewest. § 2. De beheerder verbindt zich ertoe om de kosten te dragen van het onderhoud van de in artikel 2, § 1, van deze module genoemde ontsluitingsinfrastructuur.
Artikel 6.Sancties Als een van de partijen de door haar aangegane verbintenissen van deze module niet naleeft, kunnen de kosten gedragen door de andere partijen integraal verhaald worden op de in gebreke blijvende partij zoals vermeld als bijlage.
Artikel 7.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Schrap of laat weg wat niet van toepassing is.(4) Vul in.(5) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording van het project tot aanleg of herinrichting van ontsluitingsinfrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid van specifieke zones van commerciële activiteiten in privaat en openbaar beheer (art. 2, § 2) Bijlage 2 : planmatige situering van het project in het investeringsprogramma van het lopende jaar/het goedgekeurde driejarenprogramma (3) (co-financieringsplan) (art. 3, § 1) Bijlage 3 : sanctiebepalingen (art. 6) Bijlage 4 : plan met de zone van commerciële activiteiten (art. 2, § 1) Bijlage ..................... (1) : ......................... (4) (5) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XVII Vaststelling van het model van module 15 betreffende de subsidiëring van flankerende maatregelen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid Module nr. 15 van ............................. (1) (2) betreffende de subsidiëring van flankerende maatregelen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe projecten i.v.m. flankerende maatregelen te stimuleren die het mobiliteitsbeleid zoals vastgelegd in een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan ondersteunen.
Onder flankerende maatregelen worden hier maatregelen verstaan die als doel hebben een duurzame mobiliteit te ondersteunen via niet-(wegen)infrastructuurgebonden activiteiten of projecten. Deze maatregelen zijn binnen het mobiliteitsconvenantenbeleid beter bekend als de C-maatregelen.
Alle maatregelen die passen binnen een streven naar duurzame mobiliteit zoals neergelegd in het conform verklaarde (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan en die niet (wegen)infrastructuurgebonden zijn en die niet onder een andere module vallen komen hiervoor in aanmerking.
De volgende maatregelen kunnen via deze module worden gerealiseerd : 1° activiteiten of projecten die als doel hebben de publieke betrokkenheid van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid en het gemeentelijk mobiliteitsplan te verhogen.2° activiteiten of projecten die als doel hebben een duurzaam verplaatsingsgedrag te stimuleren.3° activiteiten die als doel hebben een duurzaam parkeerbeleid te voeren en die het stand-still principe handhaven.4° activiteiten die een planmatige aanpak ondersteunen voor het wegwerken van mobiliteitseffecten, veroorzaakt door mobiliteitsgenererende actoren (bijv.vervoerplannen). 5° activiteiten die de druk op het leefmilieu (3), uitgeoefend door verkeer en vervoer en de bijhorende infrastructuren, verminderen. § 2. De lokale overheid vervult steeds een voortrekkersrol bij de uitwerking van de activiteit of het project. Het Vlaamse Gewest ondersteunt de lokale overheid financieel bij de uitvoering van die projecten en activiteiten.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om het project "flankerende maatregelen" zoals uitgevoerd onder leiding van de lokale overheid met als omschrijving . . . . . . . . . . . . . . . ............................................ (4), hierna "het project" te noemen, te subsidiëren, met uitzondering van de kosten die door de lokale overheid worden gedragen zoals bepaald in artikel 4, § 2. § 2. De tegemoetkoming bedraagt 33 % van de reële kostprijs van het project, inclusief BTW. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 12.500 euro per project. Dat bedrag is met 2 te vermenigvuldigen voor de regionaalstedelijke gebieden en met 4 te vermenigvuldigen voor de grootstedelijke gebieden.
Bij inter- of bovengemeentelijke projecten wordt dit aantal vermenigvuldigd met het aantal deelnemers.
Per kalenderjaar kan slechts één project per lokale overheid in aanmerking komen voor subsidiëring.
Deze tegemoetkoming wordt in één keer uitbetaald. De uitbetaling kan slechts op voorwaarde dat de conformverklaring van het project door de provinciale auditcommissie als bijlage bij deze module gevoegd wordt.
De tegemoetkoming wordt betaald na de voltooiing van het project op basis van de door de lokale overheid ingediende eindafrekening, vergezeld van het evaluatieverslag, vermeld in artikel 6, § 1. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om deel te nemen aan overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst het gewest een ambtenaar aan.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om te zorgen voor de volledige voortgangscontrole van de werkzaamheden die nodig zijn voor het verwezenlijken van het project. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de kosten die verbonden zijn aan volgende deelaspecten van het project, voor haar rekening te nemen : - de personeelskosten van ambtenaren van de lokale overheid; - horecakosten. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de gronden, gebouwen en installaties waarover ze beschikt en die nodig zouden zijn voor de verwezenlijking van het project, kosteloos ter beschikking te stellen. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle maatregelen te treffen die het behalen van de verwachte en gewenste resultaten van het project bevorderen. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe de verwezenlijking van het project slechts op te starten nadat de provinciale auditcommissie het ontwerp ervan goedgekeurd heeft. Het ontwerp wordt toegelicht door de lokale overheid of haar vertegenwoordiger. De toelichting van het ontwerp aan de provinciale auditcommissie omvat minstens : 1° de formulering van de problematiek waarbinnen het project zich situeert, een afweging van de impact op het gemeentelijk mobiliteitsbeleid en een terugkoppeling met het gemeentelijk mobiliteitsplan;2° de te nemen maatregelen of activiteiten, gerangschikt volgens prioriteit met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden;3° een analyse van de verwachte en de gewenste resultaten voor de verschillende vervoerswijzen en/of doelgroepen;4° een gedegen kosten-batenanalyse van het project;5° een gedetailleerde kostenraming, met opgave van de specificaties voor de verschillende partijen. § 6. De lokale overheid organiseert overlegvergaderingen onder de verantwoordelijkheid van de gemeentelijke begeleidingscommissie, ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst de lokale overheid een verantwoordelijke ambtenaar aan. De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning van een extern studiebureau.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege andere deelnemende partijen aan het te subsidiëren project Alle andere deelnemende partijen aan het project verbinden zich ertoe om het duurzaam mobiliteitsbeleid van het gewest en van de lokale overheid zoals neergeschreven in het Mobiliteitsplan Vlaanderen en in het conform verklaarde (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan te onderschrijven en geen acties te ondernemen die hiertegen indruisen.
Artikel 6.Evaluatie § 1. De evaluatie maakt integraal deel uit van het project. Een door de gemeentelijke begeleidingscommissie goedgekeurd evaluatieverslag van het project dient dan ook samen met de eindafrekening aan de betrokken diensten van het Vlaams Gewest overgemaakt te worden. § 2. Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de gewenste resultaten in vergelijking met de doelstelling, vermeld in artikel 2, § 1, van deze module. De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module op de lokale overheid verhalen.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Met de druk op het leefmilieu wordt bedoeld luchtverontreiniging, effecten op natuur, groenstructuren, hinder (geluid, licht, geur) en waterverontreiniging.(4) Vul in.(5) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording van het project (art. 4, § 5) Bijlage ................ (1) : ................ (4) (5) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XVIII Vaststelling van het model van module 16 betreffende de herinrichting van wegvakken die niet als doortocht kunnen worden beschouwd Module nr. 16 van .................................. (1) (2) betreffende de herinrichting van wegvakken die niet als doortocht kunnen worden beschouwd
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe een gewestweg die niet als een doortocht beschouwd kan worden, in te passen in zijn ruimtelijke omgeving en herin te richten.
De bevordering van een multimodale en verkeersveilige ontsluitings-, erftoegangs-, of verbindingsfunctie staat centraal. Concreet betekent dat het verminderen van het aantal potentiële conflictpunten, het beveiligen van de potentiële conflictpunten en het bevorderen van de doorstroming met voorrang voor het openbaar vervoer. § 2. De toepassing van de doelstelling, bepaald in § 1 van dit artikel, steunt op een verantwoording, die als bijlage bij deze module gaat.
De verantwoording wordt aan de auditcommissie bezorgd.
Deze verantwoording omvat minstens : 1° een beschrijving, een kwantitatieve analyse en een evaluatie van de bestaande toestand en de knelpunten inzake mobiliteit onder andere gebaseerd op verkeerstellingen, ongevallenstatistieken en een oorsprong-bestemmingsonderzoek;2° een beschrijving, een kwantitatieve analyse en een evaluatie van de verwachte ontwikkeling bij een ongewijzigd beleid in de periode van 10 jaar na de ondertekening van de koepelmodule;3° een analyse van de mogelijke multimodale oplossingen, met een analyse van hun impact op het milieu, de open ruimte, de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid;4° een stedebouwkundig concept voor de omgeving 5° de maatregelen, middelen en termijnen die worden vastgesteld om deze doelstellingen te bereiken, alsmede de prioriteiten en de kritieke randvoorwaarden die daarbij gelden;6° een beschrijving, kwantitatieve analyse en evaluatie van de verwachte ontwikkeling na uitvoering van de in artikel 1, § 2, 2° lid, e , vermelde maatregelen.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe op zijn kosten, met uitzondering van de kosten gedragen door de lokale overheid zoals bepaald in artikel 4, § 1, te zorgen voor de herinrichting van de gewestweg nr. ............... (1) tussen kilometerpunt ............... (1) en ............... (1). Het gewest neemt de noodzakelijke onteigeningen voor zijn rekening.
Het aantal parkeerplaatsen (voor personenwagens) op het openbaar domein wordt maximaal beperkt. Derhalve draagt het gewest geen kosten voor de (her)aanleg van parkeerplaatsen.
Bij het opstellen van het ontwerpplan voor de herinrichting houdt het gewest rekening met de adviezen van de VVM ter vrijwaring van de doorstroming van het openbaar vervoer en met de ruimtelijke context waarbinnen de ingreep plaatsvindt. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule, de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen, op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van haar budgettaire ruimte, een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij het investeringsprogramma van het lopende jaar, voor de aanleg van de in § 1 van dit artikel bedoelde verkeersinfrastructuur.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de kosten, verbonden aan volgende deelaspecten van de herinrichting van de doortocht, voor haar rekening te nemen : 1° levering en plaatsing van nieuwe stoepverharding en onderhoud ervan;2° levering en plaatsing van het straatmeubilair en onderhoud ervan;3° levering en plaatsing van het groen en onderhoud ervan. De kosten voor deze herinrichting gaan als bijlage bij deze module en worden er verder gespecificeerd. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. Minimaal worden maatregelen genomen ter bestrijding van nieuwe bedrijfsbebouwing of andere lintbebouwing langs de nieuwe wegeninfrastructuur.
De VVM zal om advies gevraagd worden over deze maatregelen. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt zich ertoe om de andere partijen te adviseren bij de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur. § 2. De VVM verbindt er zich toe om met het oog op de herinrichting de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de haltevoorzieningen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................ (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de doelstelling, vermeld in artikel 2, § 2, van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de bereikte ontlasting van het centrum, de verhoging van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid en de verhoging van de multimodale bereikbaarheid.
De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 7.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen inzake de overname en de herinrichting van de gewestwegen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.
Artikel 8.Wegverlichting Als het noodzakelijk is ter hoogte van de doortocht wegverlichting aan te brengen of te vernieuwen, kan hiervoor de module nummer 4 betreffende de subsidiëring van wegverlichting of de module 17 betreffende de wegverlichting langs gewestwegen afgesloten.
Artikel 9.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor de herinrichting van de wegvakken (art. 2, § 2) Bijlage 2 : gedetailleerde staat van de kosten ten laste van de lokale overheid (art. 4, § 1).
Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XIX Vaststelling van het model van module 17 betreffende de wegverlichting langs gewestwegen Module nr. 17 .................................................. (1) (2) betreffende de wegverlichting langs gewestwegen
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ...................... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe een louter functionele wegverlichting aan te brengen of te hernieuwen ter hoogte van kruispunten of wegvakken om gevaarsituaties tot een minimum te beperken. § 2. Deze module is van toepassing voor kruispunten en gewestwegen die niet het voorwerp kunnen uitmaken van de module voor de subsidiëring van het aanbrengen of vernieuwen van een aan de bebouwde omgeving aangepaste wegverlichting. § 3. Deze module beoogt eveneens de plaatsing van een aangepaste punctuele verlichting ter beveiliging van voetgangersoversteekplaatsen en de plaatsing van de zogenaamde Bi-flashes ter hoogte van scholen, voorzover de wenselijkheid van deze punctuele verlichtingsinstallaties vaststaat en ze geen afbreuk doen aan het globaal verlichtingsconcept. § 4. De toepassing van de doelstelling, bepaald in §§ 1 en 3 steunt op een verantwoording, die als bijlage bij deze module gaat.
Deze verantwoording wordt aan de auditcommissie bezorgd.
Deze verantwoording omvat minstens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de verkeerssituatie (zoals verkeerstellingen en ongevallenstatistieken met afzonderlijke vermelding van de nachtelijke ongevallen);2° een analyse van de nachtelijke ongevallen teneinde de oorzaak van deze ongevallen te achterhalen en het rendement van een aangepaste (punctuele) verlichting op het vlak van verkeersveiligheid in te schatten;3° een beschrijving van de wijze waarop het voorgestelde verlichtingsconcept bijdraagt tot de herkenbaarheid van de bebouwde omgeving en tot de presentatie van potentiële conflictsituaties;4° een verlichtingsplan met aanduiding van de lichtpunten op het ontwerpplan en de dwarsprofielen van de herinrichting, hetzij op het plan van de bestaande toestand ingeval er geen herinrichting van de weg plaats vindt.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe op zijn kosten te zorgen voor de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de verlichtingsinstallatie ter hoogte van het wegvak/kruispunt (5) gelegen op de volgende gewestweg : - gewestweg nr. ..................... (1) tussen kilometerpunt .................... (1) en kilometerpunt .................... (1).
Het gewest zorgt voor de elektrische installatie en zal de leiding van de werkzaamheden op zich nemen.
Met betrekking tot de verlichting van kruispunten, worden de toeleidende wegvakken tot op maximaal 200 meter afstand van het kruispunt verlicht. § 2. Als het kruispunt of wegvak in kwestie al uitgerust is met een verlichtingsinstallatie van het gewest, wordt die weggenomen door en op kosten van het gewest. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe in voorkomend geval op zijn kosten te zorgen voor de plaatsing van punctuele verlichtingsinstallaties langs de gewestweg nr. ................. (1) ter hoogte van kilometerpunt ................ (1) (incl. de elektrische installatie). § 4. Het gewest verbindt zich ertoe in voorkomend geval op zijn kosten te zorgen voor het onderhoud en het beheer van de in § 3 bedoelde punctuele verlichtingsinstallaties. § 5. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van haar budgettaire ruimte een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij het investeringsprogramma van het lopende jaar voor de plaatsing van de in § 1 en § 3 van dit artikel opgenomen verlichtingsinstallaties. § 6. Het gewest verbindt zich ertoe in voorkomend geval het elektriciteitsverbruik van de wegverlichting ter hoogte van kruispunten en wegvakken, categorie primair I of primair II, voor zijn rekening te nemen. § 7. De verbintenissen van het gewest ontslaan de lokale overheid niet van haar bevoegdheid inzake openbare verlichting zoals bepaald in art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. Als het kruispunt of wegvak in kwestie al uitgerust is met een gemeentelijke verlichtingsinstallatie, wordt die weggenomen door en op kosten van de lokale overheid. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe op haar kosten te zorgen voor de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de sturingsapparatuur en de aansluiting van de in artikel 3, § 1 en 3 van deze module bedoelde installaties op het lokale stroomverdelingsnet. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe in voorkomend geval het elektriciteitsverbruik van de wegverlichting ter hoogte van wegvakken, categorie secundair, voor haar rekening te nemen. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe in voorkomend geval het elektriciteitsverbruik van de in artikel 3, § 3, genoemde punctuele verlichtingsinstallaties voor haar rekening te nemen.
Artikel 5.Evaluatie van de wegverlichting Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr. .................... (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de doelstellingen, vermeld in artikel 2 van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de beoogde verhoging van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid en vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatierapport
Artikel 6.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module, niet naleeft, kan het gewest zijn financiële tegemoetkoming stoppen of terugvorderen van de lokale overheid.
Artikel 7.Uitvoeringsmodaliteiten § 1. De financiële tegemoetkoming van het gewest wordt aan de lokale overheid in één keer betaald na voltooiing van de werkzaamheden. § 2. De voornoemde financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald na ontvangst van een betalingsaanvraag, gestaafd door : 1° een gedetailleerd uitvoeringsplan, met vermelding van de lengte van de aangebrachte of vernieuwde openbare verlichting;2° het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de verlichtingsinstallatie;3° de goedgekeurde afrekening aan de aannemer van de werkzaamheden in 4 exemplaren, met overzicht en verklaring van de verschillende afkortingen;4° de gedetailleerde berekening van de financiële tegemoetkoming van het gewest;5° een schuldvordering in vier exemplaren voor de financiële tegemoetkoming van het gewest. § 3. Alle documenten worden ondertekend door de lokale overheid.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Vul in.(4) Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : de verantwoording voor de plaatsing van de wegverlichting (art. 2, § 4) Bijlage ................ (1) : ................ (3) (4) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XX Vaststelling van het model van module 18 betreffende de herinrichting van singuliere kruispunten en oversteekplaatsen buiten de bebouwde kom Module nr. 18 van ............... (1) (2) betreffende de herinrichting van singuliere kruispunten en oversteekplaatsen buiten de bebouwde kom
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ............... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe singuliere kruispunten en oversteekplaatsen herin te richten. De bevordering van de verkeersveiligheid en de multimodale bereikbaarheid staat daarbij centraal. Concreet betekent dat het verminderen van het aantal potentiële conflictpunten (onder meer door middel van een rotonde, ongelijkgronds kruispunt), het beveiligen van de potentiële conflictpunten (onder meer door middel van verkeerslichten, al dan niet conflictvrij geregeld) en het bevorderen van de doorstroming met voorrang voor het openbaar vervoer (onder meer door middel van verkeerslichtenregeling met voorrang voor het openbaar vervoer). § 2. Onder kruispunt wordt verstaan, de kruising van gewestwegen of de kruising van gewestwegen met gemeente- of provinciewegen. Met betrekking tot het openbaar domein van het gewest, kunnen de wegvakken van de kruisende gewestwegen tot op maximaal 200 meter afstand van de eigenlijke kruising heringericht worden in het kader van deze module. § 3. De toepassing van de doelstelling, bepaald in § 1, steunt op een verantwoording, die als bijlage bij deze module gaat.
De verantwoording wordt aan de auditcommissie bezorgd.
Deze verantwoording omvat minstens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie en de verkeerssituatie bij een autonome evolutie in 2000 en 2010 (zoals verkeerstellingen, ongevallen-statistieken en een oorsprong-bestemmingsonderzoek);2° de formulering van de verkeersproblemen, een analyse van mogelijke multimodale oplossingen en een afweging van hun impact op het milieu, de open ruimte, de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid;3° een ruimtelijk streefbeeld voor de omgeving;4° de te nemen maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden;5° het kwantificeren van de toekomstige situatie na uitvoering van de bovenvermelde maatregelen.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe op zijn kosten, met uitzondering van de kosten gedragen door de lokale overheid zoals bepaald in artikel 4, § 2, of door de provincie zoals bepaald in artikel 5, op zijn domein te zorgen voor de herinrichting van het kruispunt of de oversteekplaats ter hoogte van de volgende wegen : gewestweg nr. 1 .............. ter hoogte van kilometerpunt .............. (1) (3) Het gewest neemt de noodzakelijke onteigeningen voor zijn rekening.
Bij het opstellen van het ontwerpplan voor de herinrichting houdt het gewest rekening met de adviezen van de VVM ter vrijwaring van de doorstroming van het openbaar vervoer en met de ruimtelijke context waarbinnen de ingreep plaats vindt. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na de ondertekening van de koepelmodule de procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen, op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van haar budgettaire ruimte, een bedrag uit te trekken in hetzij het goedgekeurde driejarenprogramma, hetzij het investeringsprogramma van het lopende jaar voor de herinrichting van het kruispunt of de oversteekplaats van de in § 1 van dit artikel opgenomen gewestweg.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe op haar kosten op haar domein te zorgen voor de herinrichting van het art. 3, § 1, vermelde kruispunt. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de kosten, verbonden aan de volgende deelaspecten van de herinrichting van het kruispunt of de oversteekplaats, voor haar rekening te nemen : 1° levering en plaatsing van nieuwe stoepverharding en onderhoud ervan;2° levering en plaatsing van het straatmeubilair en onderhoud ervan;3° levering en plaatsing van het groen en onderhoud ervan. De kosten voor deze herinrichtingen worden als bijlage opgenomen en verder gespecificeerd. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling ter hoogte van het artikel 3, § 1, genoemde kruispunt of oversteekplaats zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. De VVM zal om advies gevraagd worden over deze maatregelen. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module.
Artikel 5.Verbintenissen van de provincie § 1. De provincie verbindt zich ertoe op haar kosten op haar domein te zorgen voor de herinrichting van het artikel 3, § 1, vermelde kruispunt. § 2. De provincie verbindt zich ertoe om de kosten, verbonden aan de volgende deelaspecten van de herinrichting van het kruispunt of de oversteekplaats, voor haar rekening te nemen : 1° levering en plaatsing van nieuwe stoepverharding en onderhoud ervan;2° levering en plaatsing van het straatmeubilair en onderhoud ervan;3° levering en plaatsing van het groen en onderhoud ervan. De kosten voor deze herinrichtingen worden als bijlage opgenomen en verder gespecificeerd. § 3. De provincie verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling ter hoogte van het artikel 3, § 1, genoemde kruispunt of oversteekplaats zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de bestendige deputatie.
De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. De VVM zal om advies gevraagd worden over deze maatregelen. § 4. De provincie verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Ze doet dat ter ondersteuning van deze module.
Artikel 6.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt zich ertoe om de andere partijen te adviseren bij de herinrichting van de in artikel 3, § 1, van deze module bedoelde kruispunt of oversteekplaats. § 2. De VVM verbindt zich ertoe om met het oog op de herinrichting de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de haltevoorzieningen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.
Artikel 7.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr. .............. (1) (2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de prognoses, vermeld in artikel 2, § 3, van deze module. De evaluatie van de bijsturing heeft betrekking op de beoogde verhoging van de verkeersveiligheid en de verhoging van de multimodale bereikbaarheid. De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag.
Artikel 8.Wegverlichting Als ter hoogte van het kruispunt wegverlichting ontbreekt of vernieuwd moet worden, kan binnen een termijn van drie maanden de module 4 betreffende de subsidiëring van wegverlichting langs gewestwegen of de module 17 afgesloten betreffende de wegverlichting langs gewestwegen.
Artikel 9.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kunnen de lokale overheid en de provincie de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikelen 4 en 5 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen. § 3. Als de provincie de verbintenissen zoals bepaald in artikel 5 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module op de provincie verhalen.
Artikel 10.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Herhaal eventueel voor elke ander weg (gemeente, - provincie, - of gewestweg).(4) Vul in.(5) Herhaal voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor de herinrichting van singuliere kruispunten en oversteekplaatsen buiten de bebouwde kom (art. 2, § 3) Bijlage 2 : specificatie van de deelaspecten van de herinrichting die de lokale overheid voor haar rekening zal nemen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming. (art. 4, § 2) Bijlage 3 : specificatie van de deelaspecten van de herinrichting die de provincie voor haar rekening zal nemen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming. (art. 4, § 2) Bijlage ................ (1) : ................ (4) (5) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT
Bijlage XXI Vaststelling van het model van module 19 betreffende streefbeelden of de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten voor een gewestweg met bovenlokale of regionale verbindingsfunctie Module nr. 19 van ....................... (1) (2) betreffende streefbeelden of de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten voor een gewestweg met bovenlokale of regionale verbindingsfunctie
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module behoort bij de koepelmodule ................... (1) (2), hierna de koepelmodule te noemen.
Artikel 2.Voorwerp van deze overeenkomst § 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe een gewestweg van het type primair II of secundair 3 te bestuderen en in te passen in zijn ruimtelijke omgeving.
De afbakening van het studiegebied van het streefbeeld wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de provinciale auditcommissie. De goedkeuring van het afgebakende studiegebied is als bijlage toegevoegd.
In casu handelt deze module over de gewestweg nr. ................ (1) tussen kilometerpunt ................ (1) en kilometerpunt ................ (1) op het grondgebied van de gemeenten die deze module ondertekenen. (4) Hiertoe wordt een studie opgemaakt waarin een geïntegreerd concept van duurzame mobiliteit over het geselecteerde traject van deze gewestweg wordt uitgewerkt.
Hierbij staat de bevordering van een multimodale en verkeersveilige verbindingsfunctie centraal. Concreet betekent dat het verminderen van het aantal potentiële conflictpunten, het beveiligen van de potentiële conflictpunten en het bevorderen van de doorstroming, met voorrang voor het openbaar vervoer.
De partijen verbinden zich ertoe die studie zo snel mogelijk af te ronden. § 2. De studie zoals bepaald in § 1 dient minimaal de volgende gegevens te omvatten : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie en de verkeerssituatie bij een autonome evolutie nu en binnen 10 jaar (zoals verkeerstellingen, ongevallenstatistieken en een oorsprong-bestemmingsonderzoek);2° de formulering van de verkeersproblemen, een analyse van mogelijke multimodale oplossingen en een afweging van hun impact op het milieu, de open ruimte, de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid;3° een stedenbouwkundig concept voor de omgeving;4° een multimodale visie voor het projectgebied als bredere visie op de gehele corridor;5° de te nemen maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit, met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden;6° de uitwerking van herinrichtingsprincipes voor elk deelgebied langs het traject van de geviseerde gewestweg;7° het kwantificeren van de toekomstige situatie na uitvoering van de bovenvermelde maatregelen.
Artikel 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest zorgt voor het afsluiten van een overeenkomst met een studiebureau. Van de kostprijs voor de studiekosten (incl. BTW), met uitzondering van de eventuele personeelskosten, betaalt het gewest 2/3. § 2. Het gewest verbindt zich ertoe de studie te begeleiden en de coherentie (in methodiek en visie) ervan tussen de verschillende beleidsniveaus te bewaken. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om binnen 14 dagen na ondertekening van deze module de procedures, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in § 1 bepaalde verbintenissen, op te starten. Een afschrift van de opdracht tot aanvang van de procedures wordt naar de overige partijen gestuurd. § 4. Het gewest verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van het budget, nominatief vermeld in zijn driejarenprogramma, de nodige bedragen voor te behouden voor de gefaseerde herinrichting van het wegvak van de in artikel 2, § 1 van genoemde gewestweg.
Artikel 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid of de provincie § 1. De lokale overheden en de provincie verbinden zich ertoe gezamenlijk de studiekosten, verminderd met het deel van het gewest, voor hun rekening te nemen. De personeelskosten van het studiebureau, vermeld in art. 3, § 1, zijn ten laste van de lokale overheden en de provincie. De kosten worden tussen de verschillende lokale overheden en de provincie verdeeld overeenkomstig de regels die als bijlage bij deze module zijn gevoegd. § 2. De lokale overheid en de provincie verbinden zich ertoe bij de inwerkingtreding van deze module de in artikel 2 van deze module omschreven strategie voor de volgende periode van zes jaar te onderschrijven en te ondersteunen. Dat betekent dat elke lokale overheid de passende modules die volgen uit de (gefaseerde) uitvoering van de studie zal ondertekenen.
Artikel 5.Verbintenissen vanwege de VVM De VVM verbindt zich ertoe om de andere partijen te adviseren bij de in artikel 2, § 1, genoemde opmaak van het streefbeeld.
Artikel 6.Evaluatie Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr. ................ (1) (2) heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het multimodale karakter van het opgestelde streefbeeld en de overeenstemming ervan met het (de) mobiliteitsplan(nen) van de omgeving.
Artikel 7.Sancties Als een van de partijen de aangegane verbintenissen niet naleeft, kunnen de kosten, gedragen door de andere partijen, verhaald worden op de in gebreke blijvende partij.
Artikel 8.Bijlagen De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.
Voetnoten (1) Vul nummer in.(2) Vul datum in.(3) Schrap wat niet van toepassing is.(4) Herhaal eventueel voor elke andere weg (gemeente-, provincie-, of gewestweg).(5) Vul in.(6) Herhaal voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : het afgebakend studiegebied voor het opstellen van het streefbeeld zoals goedgekeurd door de auditcommissie (artikel 2, § 1).
Bijlage 2 : de betalingsmodaliteiten (facultatief) Bijlage ................ (1) : ................ (5) (6) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 21 december 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.
Brussel, 21 december 2001.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT