Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 juni 1997
gepubliceerd op 30 augustus 1997

Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 12 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022459
pub.
30/08/1997
prom.
19/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/19/1997022459/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JUNI 1997. Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 12 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 11 september 1996 uitgebracht door het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris, gegeven op 3 oktober 1996;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 maart 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 maart 1997, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel : 4 van de 16 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; 1 van de 2 betrekkingen van sociaal inspecteur-directeur wordt bezoldigd in de weddeschaal 13 B; de betrekking van ingenieur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 E of 10 F; 1 van de 2 betrekkingen van actuaris kan bezoldigd worden in de volgende weddeschaal : 1 205 758 1 713 329 3/1 x 26.713 8/2 X 53.429 (N.1 - G.B.) 1 van de 2 betrekkingen van actuaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 E; 37 van de 107 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 7 van de 20 betrekkingen van sociaal-inspecteur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 van de 2 betrekkingen van vertaler-revisor wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 C; de betrekking van industrieel ingenieur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 C; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 F; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 14 van de 92 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur worden bezoldigd in de weddeschaal 28 J; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 D; de betrekking van eerstaanwezend bibliothecaris kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 D; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 I; 1 van de 3 betrekkingen van eerstaanwezend directiesecretaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 B; 53 van de 200 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 42 van de 209 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 54 van de 209 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 17 van de 209 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 6 van de 22 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 5 van de 22 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D; 1 van de 22 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E;

B. Meesters-, vak- en dienstpersoneel : 1 van de 6 betrekkingen van vakman wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 G; 2 van de 6 betrekkingen van vakman worden bezoldigd in de weddeschaal 30 J; 3 van de 6 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 27 april 1995 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 7 april 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de zelfde dag als het koninklijk besluit van 12 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Brussel, 19 juni 1997.

Mevr. M. DE GALAN

^