18 APRIL 2001. - Ministerieel besluit tot aanduiding van de te volgen procedure voor de aanvraag van vergunningen en machtigingen, vereist voor offshore bunkeringsactiviteiten

De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2000 houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de offshore bunkeringsactiviteiten thans uitgeoefend worden in omstandigheden die risico's kunnen inhouden voor het mariene milieu en dat het derhalve past om deze risico's zonder verwijl en op aanzienlijke wijze te beperken, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "offshore bunkeringsactiviteiten" verstaan : de verrichtingen, die in de zeege-bieden worden uitgevoerd en waarbij koolwaterstoffen van één schip naar een ander getransfereerd worden met een commercieel oogmerk.

Art. 2.De offshore bunkeringsactiviteiten zijn onderworpen aan vergunningen of machtigingen volgens de procedure met inspraak, zoals bepaald in hoofdstuk II, afdeling II van het koninklijk besluit van 20 december 2000 houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 18 april 2001.

Mevr. M. AELVOET