gepubliceerd op 20 december 2024
Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
17 OKTOBER 2024. - Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 13 december 2016 houdende maatregelen inzake zelfbeschikkend leven, artikel 14, § 1, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 13 november 2023;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen;
Gelet op het advies van het beheerscomité inzake zelfbeschikkend leven, gegeven op 28 juni 2024;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 juli 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, gegeven op 23 juli 2024;
Gelet op advies 77.067/3 van de Raad van State, gegeven op 1 oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 4 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 6 april 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1 - De forfaitaire subsidie vermeld in artikel 3 wordt als volgt vastgelegd: voor prestatiecategorie A: 3,0512 euro; voor prestatiecategorie B: 4,6785 euro; voor prestatiecategorie C: 7,5945 euro; voor prestatiecategorie D: 10,4686 euro; voor prestatiecategorie E: 14,5638 euro." 2° in paragraaf 2 worden de woorden "spilindex 113,76 van kracht op 1 maart 2022" vervangen door de woorden "spilindex 125,60 van kracht op 1 november 2023".
Art. 2.Artikel 18bis van hetzelfde ministerieel besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 15 februari 2024, wordt vervangen als volgt: "Art. 18bis - Als het aantal monitors zoals bepaald overeenkomstig artikel 10, 3°, en artikel 10bis, § 1, dat voor subsidiëring in aanmerking wordt genomen in de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2025, lager is dan het aantal monitors voor het eerste kwartaal van 2019, wordt het aantal monitors vastgelegd op het aantal dat voor het eerste kwartaal van 2019 voor subsidiëring in aanmerking werd genomen."
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2024, met uitzondering van artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2024.
Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 oktober 2024.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, Ruimtelijke Ordening en Financiën, O. PAASCH De Minister van Gezin, Sociale Aangelegenheden, Huisvesting en Gezondheid, L. KLINKENBERG