17 NOVEMBER 1998. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 17 november 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité, gegeven op 24 oktober 1997;

Gelet op het advies van het Beheerscomité;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris, gegeven op 27 oktober 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 22 september 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 22 september 1998, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 november 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Pool van de Zeelieden ter koopvaardij, worden onderverdeeld als volgt : Administratief Personeel : - de betrekking van adjunct-adviseur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 C; - 1 van de 2 betrekkingen van bestuurschef kan bezoldigd worden in de weddeschaal 22 B; - 1 van de 3 betrekkingen van klerk kan bezoldigd worden in de weddeschaal 30 I; - 1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 H; - 1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 F.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 17 november 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij.

Brussel, 17 november 1998.

Mevr. M. SMET