gepubliceerd op 20 mei 2000
Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden
17 MAART 2000. - Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Gelet op het decreeet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 2000 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, Besluit :
Artikel 1.De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden worden vastgelegd zoals bepaald in de bijlage bij dit besluit.
Art. 2.Het kwaliteitshandboek moet minimaal de volgende elementen bevatten : 1° een inleiding, met daarin de voorstelling van de voorziening alsmede de opbouw en de structuur van de documentatie;2° een weergave van het kwaligeitsbeleid waarin de missie, de objectieven en de waarden, de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit en de verlening van een machtiging aan de overheid tot verificatie en evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid zijn opgenomen;3° een weergave van het kwaliteitssysteem.
Art. 3.Het in artikel 2, 3°, bedoelde kwaliteitssysteem moet minimaal de volgende elementen bevatten : 1° de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin opgenomen het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden;2° de aanduiding van de verantwordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast;3° een beschrijving van de communicatiekanalen en hun overlegstructuren binnen de ruimere organisatiestructuur;4° een overzicht van de procedures.
Art. 4.Minimaal moeten de volgende, in artikel 3, 4°, bedoelde procedures worden beschreven : 1° procedure beheer van documenten;2° procedure bekendmaking aanbod;3° procedure selectie keuze lesgevers, stageplaatsen en stagebezoeken;4° procedure praktische organiatie opleiding (theorie en stage);5° klachtenprocedure;6° selectieprocedure van de cursisten;7° evaluatieprocedure;8° procedure van de procedures.
Art. 5.De kwaliteitsplanning bestaat minimaal uit de volgende onderdelen, die in de bijlage bij dit besluit verder worden gespecifieerd : 1° input : bepalen van meetgegevens met betrekking tot de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen;2° evaluatie van de gegevens uit de input;3° actieplan : opstellen voor de komende periode.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Brussel, 17 maart 2000.
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS
Bijlage Sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden 1. De opleidingen worden gebruikersgericht verleend. De opleidingen verlopen gebruikersgericht, d.w.z. praktijkgericht, in samenspraak met de cursist en met voldoende mogelijkheid voor het formuleren van klachten.
N.B. : Als gebruiker wordt hier de cursist beschouwd. Naast de cursist zijn er een aantal andere betrokken klanten van de diensten van de opleidingscentra te onderscheiden : de werkgevers, de financierende overheid, de stageplaatsen, de zorgbehoevende (bejaarde, gezin), de andere opleidingspartners. 1.1. praktijkgericht op het toekomstig werkveld De opleidingen geven input, zodat de cursist voldoende voorbereid is om in het werkveld te kunnen werken. De opleidingen zijn gericht op het verlenen van polyvalente zorgverlening (intramuraal, transmuraal, thuiszorg,...). De cursist leert in de opleiding zijn taak als zorgverlener in dat werkveld kennen.
De aan te leren kennis en vaardigheden worden toegepast op situaties in het werkveld. Daarenboven wordt veel aandacht besteed aan het bijbrengen van een gewenste attitude bij de cursist t.a.v. de zorgverlening in deze sector.
Kwaliteitsnorm : 1° 600 u.theorie en praktijk en 600 u. stage voor een volledige lescyclus; 2° de opleiding moet polyvalent zijn, wat betekent : zorg in instellingen en thuiszorg. 1.2. in samenspraak met de cursist Het leerproces en het begeleidingsproces gebeurt in samenspraak met de cursist. Evaluaties zullen gebeuren in een constructieve dialoog met de cursist.
Kwaliteitsnorm : Er gebeuren minimum 2 evaluaties tijdens een lescyclus. 1.3. ontvankelijk voor mogelijke klachten Ingeval klachten zich voordoen, staat het opleidingscentrum open voor kritiek en leert het ook uit mogelijke mankementen in de dienstverlening. 2. De opleidingen worden op een maatschappelijk aanvaardbare manier verleend De cursussen worden op een maatschappelijk aanvaardbare manier georganiseerd.Ze moeten maatschappelijk gewenst zijn; de opleidingscentra bieden gelijke kansen aan elke kandidaat. Tijdens het ganse proces wordt de privacy van elke kandidaat gerespecteerd. 2.1. maatschappelijk relevant Cursussen worden ingericht wanneer deze maatschappelijk nodig en nuttig zijn. Zo creëren de opleidingscentra een reële toegevoegde waarde voor de maatschappij. 2.2. gelijke kansen Kandidaten krijgen dezelfde kansen bij de selectie, d.w.z. dat geen kandidaten kunnen geweigerd worden op basis van ras, godsdienst, overtuiging, geslacht of enig andere discriminerende factor.
Kwaliteitsnorm Iedereen die zich voor de opleiding opgeeft, wordt geregistreerd en ontvangt een uitnodiging. 2.3. objectieve selectiecriteria Bij de selectie hanteren we objectieve selectiecriteria, afgestemd op de sector.
Kwaliteitsnorm De volgende criteria dienen gerespecteerd te worden : 1° cursist moet 18 jaar zijn of worden in de loop van het jaar waarin de cursus start;2° cursist moet lichamelijk geschikt zijn;3° cursist beschikt over een getuigschrift van goed gedrag;4° cursist heeft een basisbeheersing van de Nederlandse taal (schriftelijk en mondeling). 2.4. respect voor de persoonlijke levenssfeer Alle informatie verkregen over de cursist wordt met de nodige discretie behandeld. Er wordt alleen informatie doorgegeven mits uitdrukkelijke toestemming van de cursist. Daarbij wordt ook aan de cursist vooraf meegedeeld welke informatie gebeurlijk wordt doorgegeven. 3. De opleidingen en de interne organisatie gebeuren doeltreffend (resultaat) De opleidingen gebeuren doeltreffend : zij zijn gericht op het bereiken van minimale eindtermen, gebeuren aan de hand van duidelijke doelen en worden geëvalueerd. 3.1. gericht op minimale eindtermen De eindtermen beschrijven hoe de cursist op een efficiënte en effectieve manier kan functioneren in het werkveld. Polyvalentie en flexibiliteit spelen hierbij een voorname rol.
Kwaliteitsnorm 1° Het overeengekomen lesurenpakket wordt gerespecteerd;2° De 50 % regel wordt gehanteerd.Per component moet de cursist 50 % van de punten behalen én geslaagd zijn in de stage. 3.2. met duidelijk doelen De doelen van de opleiding zijn gemeenschappelijk omschreven voor de sector, worden aan de cursisten duidelijk meegedeeld aan het begin en zijn vooraf met de verschillende klanten-partners afgestemd. 3.3. evaluatie Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met de mening van de diverse partners in het proces : de mening van de cursist, de stageplaats, de lesgever.
Kwaliteitsnorm Evaluatie wordt geregistreerd op een daartoe voorbestemd document. 4. De opleidingen en de interne organisatie worden doelmatig georganiseerd (proces) De opleidingen worden doelmatig georganiseerd, op basis van een gerichte selectie;ze worden op een pedagogisch verantwoorde wijze georganiseerd; het proces wordt regelmatig geëvalueerd. Hierbij is interne communicatie een belangrijke succesfactor. 4.1. gerichte selectie De selectie gebeurt op objectieve basis. De criteria zijn vooraf gekend en kunnen worden afgestemd met externe partners. De jury is representatief voor het werkveld en heeft inspraak in de opbouw van het selectieproces.
Het selectieproces is erop gericht voldoende kandidaten de kans te bieden om zich op termijn in het werkveld te begeven. De resultaten van het proces dienen geregistreerd te worden.
Kwaliteitsnorm 1° In het proces "selectie" komen minimum een individueel gesprek en testen met objectief afgewogen criteria voor;2° De eindselectie wordt doorgevoerd door het selectieteam.Het selectieteam bestaat uit minstens drie personen, die rechtstreeks bij de opleiding betrokken zijn. Het opleidingscentrum maakt duidelijk hoe dit selectieteam wordt samengesteld. 4.2. agogisch verantwoorde organisatie De organisatie moet agogisch verantwoord zijn; daarbij dient aandacht besteed te worden aan de volgende aspecten : 1° bekwame lesgevers en begeleiders;2° de samenwerking met diensten en instellingen moet vlot verlopen;3° de informatie moet transparant worden meegedeeld en er moet voldoende aandacht aan de introductie besteed worden. Kwaliteitsnorm 1° Voor elke stageplaats wordt een stagementor aangeduid;2° Voor elke stage in een instelling wordt een stagedocument opgesteld met minimaal : leerdoelen, rechten en plichten van de cursist en stageplaats, en verzekering. 4.3. aangepaste omkadering De organisatie moet aangepast zijn aan de aard van de opleiding.
Daarbij dient aandacht besteed te worden aan de volgende aspecten : 1° De plaats moet voldoende bereikbaar zijn;2° De infrastructuur moet toereikend zijn;3° Het cursusmateriaal moet aangepast zijn;4° De praktische omkadering (uurrooster, dagindeling, pauzes) moet volledig ingevuld zijn. Kwaliteitsnorm 1° In de infrastructuur moet minimaal aanwezig zijn : - Keukengerei/keukeninstallatie, - Verzorgings- en demonstratiemateriaal, - Onderhoudsmateriaal groot/klein;2° Voor elke cursus worden datum, uur en inhoud omschreven en meegedeeld 1 maand vóór de start;3° Voor elke cursus is het lessenschema in het opleidingscentrum voorhanden. 4.4. proces evaluatie De opleiding wordt geëvalueerd. Elke evaluatie wordt teruggekoppeld naar de verdere werking; evaluaties zijn met andere woorden ontwikkelingsgericht.
Kwaliteitsnorm Per opleiding minimum 1 evaluatie met alle betrokken partijen over de opleiding. 5. De opleidingen worden continu verleend en de werking wordt continu georganiseerd. De continuïteit van de opleidingen blijkt enerzijds uit de frequentie van het aanbod. Eenmaal het aanbod vastgesteld, kent elke opleiding ook een continu verloop. 5.1. een continu aanbod De opleidingen worden met een zekere regelmaat georganiseerd. Dit moet het behoud van know-how in de organisatie geranderen. Het aanbod dient voldoende bekendgemaakt om voldoende kandidaten te kunnen aantrekken. 5.2. een continu proces Eenmaal de opleiding is gestart, wordt aan de cursist de garantie geboden dat de opleiding tot het einde toe verder wordt georganiseerd.
Elke opleiding dient een continu verloop te hebben, van start tot finish.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 maart 2000 inzake de kwaliteitszorg in de opleidingscentra voor polyvalente verzorgenden.
Brussel, 17 maart 2000.
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS