gepubliceerd op 12 augustus 1998
Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 7, § 5 van het decreet van 19 april 1995 tot regeling van de arbeidsbemiddeling tegen betaling in het Vlaamse Gewest
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
15 APRIL 1998. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 7, § 5 van het decreet van 19 april 1995 tot regeling van de arbeidsbemiddeling tegen betaling in het Vlaamse Gewest
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Gelet op het decreet van 19 april 1995 tot regeling van de arbeidsbemiddeling tegen betaling in het Vlaamse Gewest, inzonderheid op artikel 7, § 5;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 tot regeling van de arbeidsbemiddeling tegen betaling in het Vlaamse Gewest met betrekking tot personen met een hogere functie;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 tot regeling van de arbeidsbemiddeling tegen betaling in het Vlaamse Gewest met betrekking tot schouwspelartiesten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1992 tot delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 1993 en 7 oktober 1993;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997;
Gelet op het advies van de Erkenningscommissie voor bureaus voor arbeidsbemiddeling tegen betaling in het Vlaamse Gewest gegeven op 25 maart 1998, Besluit : Enig artikel. Het bureau voor arbeidsbemiddeling tegen betaling is ertoe gehouden effectief gebruik te maken van de erkenning binnen een termijn van negen maanden. Deze termijn gaat in op de dag dat de beslissing tot erkenning ter kennis wordt gebracht van het bureau.
Brussel, 15 avril 1998.
T. KELCHTERMANS