gepubliceerd op 05 mei 1998
Ministerieel besluit betreffende de indienstneming en de **** van het personeel van de centra van het eenvormig ****
9 MAART 1998. - Ministerieel besluit betreffende de indienstneming en de **** van het personeel van de centra van het eenvormig ****
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor ****, Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd door de wetten van 22 maart 1971, 22 december 1977 en 22 februari 1994, inzonderheid op de artikelen 1, 2 en 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig ****, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 februari 1997, inzonderheid op de artikelen 2 en 3;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 januari 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 februari 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd door de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
**** dat de organisatie van de dringende geneeskundige hulpverlening werd gewijzigd vanaf 1 maart 1997;
**** dat deze wijziging meer bepaald heeft geleid tot de afschaffing van de centra van het eenvormig **** van **** en **** vanaf 1 maart 1997;
**** dat het van belang is om de instellingen die een centrum van het eenvormig **** beheren, dringend de middelen te verschaffen die in overeenstemming zijn met de verandering van het aantal ****, **** :
Artikel 1.Met het oog op de regelmatige werking van de centra van het eenvormig **** zijn het **** **** Gewest en de hierna vermelde intercommunale en gemeenten gemachtigd voor deze centra personeelsleden aan te wijzen wier aantal hierna wordt aangeduid : **** **** Gewest . . . . . 34 **** . . . . . 20 **** . . . . . 6 **** . . . . . 9 **** . . . . . 12 **** . . . . . 24 **** . . . . . 9 **** . . . . . 8 **** ****'**** de **** et **** . . . . . 16 Marche-en-**** . . . . . 8 **** . . . . . 8 Bergen . . . . . 9 Namen . . . . . 9 **** . . . . . 8
Art. 2.De Staat betaalt voor elk personeelslid aan het **** **** Gewest en aan de in artikel 1 bedoelde intercommunale en gemeenten, het bedrag terug van de bezoldiging die zij toekennen aan de overeenkomstig artikel 1 aangewezen personeelsleden van hun bestuur, met name de individuele wedde, de wettelijke lasten met sociaal karakter, de haard- en ****, het vakantiegeld, het **** en de andere vergoedingen waarvan ze genieten.
Die terugbetaling mag evenwel voor ieder personeelslid niet hoger zijn dan de wedde die door de Staat wordt toegekend aan de operationele adjunct (****22), die in de **** van 746 487 tot 1 112 975 valt bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, en die een anciënniteit van 23 jaar heeft.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 17 september 1997 betreffende de indienstneming en de **** van het personeel van de centra van het eenvormig **** wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1997.
****, 9 maart 1998.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse ****, ****. **** **** **** Staatssecretaris voor ****, ****. ****