Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 oktober 2024
gepubliceerd op 15 oktober 2024

Ministerieel besluit tot vaststelling van het referentiescenario voor de T-4 veiling, T-2 veiling en T-1 veiling in 2025 overeenkomstig artikel 3, § 7, van het koninklijk besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2024009372
pub.
15/10/2024
prom.
04/10/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2024. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het referentiescenario voor de T-4 veiling, T-2 veiling en T-1 veiling in 2025 overeenkomstig artikel 3, § 7, van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme


De Minister van Energie,

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7undecies, § 2, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 15 maart 2021;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme (hierna `het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten'), artikel 3, § 7;

Gelet op de aanbevelingen van de netbeheerder en het consultatierapport van de openbare raadpleging over de scenario's, de sensitiviteiten en gegevens voor de berekening van de CRM-parameters voor de T-4 veiling met betrekking tot de periode van capaciteitslevering 2029-2030, de T-2 veiling met betrekking tot de periode van capaciteitslevering 2027-2028 en de T-1 veiling met de periode van capaciteitslevering 2026-2027, gepubliceerd op 14 juni 2024;

Gelet op het voorstel van referentiescenario voor de T-1 veiling met betrekking tot de periode van capaciteitslevering 2026-2027, de T-2 veiling met betrekking tot de periode van capaciteitslevering 2027-2028 en de T-4 veiling met periode van capaciteitslevering 2029-2030 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas met kenmerk (C)2877 van 9 september 2024;

Gelet op de adviezen van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over het voorstel (C)2877 ingediend door de commissie, gegeven op 11 september 2024 en op 20 september 2024;

Overwegende dat een openbare raadpleging, overeenkomstig artikel 3, § 5, van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten, heeft plaatsgevonden en dat de netbeheerder een verslag van de raadpleging heeft ingediend;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten voorziet dat de minister uiterlijk op 30 september van het jaar voorafgaand aan de veiling, bij besluit vastgesteld na overleg in ministerraad, beslist over het geheel van gegevens en hypotheses die als referentiescenario moeten worden geselecteerd, en dat dit bijgevolg één uniek scenario betreft;

Overwegende dat de commissie in haar voorstel (C)2877 geen wijzigingen voorstelt van de door Elia aanbevolen gegevensreeks voor het referentiescenario dat moet worden gebruikt voor de T-4-veiling met periode van capaciteitslevering 2029-2030, voor de T-2-veiling met periode van capaciteitslevering 2027-2028 en voor de T-1-veiling met periode van capaciteitslevering 2026-2027, maar dat de commissie niettemin wenst dat de TYNDP 2024-gegevens voor grensoverschrijdende capaciteiten worden gebruikt indien deze vóór 30 september 2024 worden gevalideerd en het flow-based domein tegen die datum daadwerkelijk operationeel is;

Overwegende dat Elia heeft aanbevolen om alle gegevens te gebruiken van de laatste European Resource Adequacy Assessment ("ERAA 2023") van ENTSO-E, bijgewerkt op basis van de meest recente informatie zoals uiteengezet in hun aanbeveling;

Overwegende dat Elia op 4 september 2024 bijgewerkte gegevens voor de buurlanden aan de Algemene Directie Energie heeft verstrekt;

Overwegende dat als gevolg van het bereiken van een akkoord door de Belgische regering en de NV Engie in de zomer van 2023, de eenheden Doel 4 en Tihange 3 als beschikbaar te beschouwen zijn vanaf de leveringsperiode 2025-2026, maar dat werkzaamheden waarbij beide centrales buiten de winterperiode moeten worden stilgelegd, gepland en gemeld op het REMIT-transparantieplatform zijn tot 2027 en dat een stillegging van maart 2028 tot oktober 2028 ook gepland is, maar nog niet gemeld op REMIT;

Overwegende dat de commissie voorstelt om in het referentiescenario geen sensitiviteit op te nemen voor de thermische productiecapaciteit in België, gezien de onzekerheid die bestaat over de daadwerkelijke onbeschikbaarheid van turbojet-installaties die niet in staat zijn zich te prekwalificeren ten gevolge van een wijziging van de CO2-emissiegrenzen in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme;

Overwegende dat de AD Energie adviseert Rodenhuize niet als beschikbaar te beschouwen tijdens de leveringsperioden 2026-2027, 2027-2028 en 2029-30;

Overwegende dat de commissie aanbeveelt om alleen rekening te houden met de sluitingen van thermische eenheden die overeenkomstig artikel 4bis van de elektriciteitswet bij de commissie zijn aangemeld;

Overwegende dat Rodenhuize geen kennisgeving van buitenwerkingstelling overeenkomstig artikel 4bis van de elektriciteitswet heeft ingediend en de commissie er daarom van uit gaat dat deze installatie voor alle leveringsperioden beschikbaar zal zijn;

Overwegende dat de netbeheerder aanbeveelt om de resultaten van de PRICED-studie te integreren in de vernietiging en elasticiteit van de vraag voor de industriële, huishoudelijke en tertiaire sectoren;

Overwegende dat de door de netbeheerder aanbevolen vraag in het centrale scenario 88,1 TWh voor de periode van capaciteitslevering 2026-2027, 91,8 TWh voor de periode van capaciteitslevering 2027-2028 en 101 TWh voor de periode van capaciteitslevering 2029-2030 bedraagt;

Overwegende dat de commissie het nodig heeft gevonden om de prognoses van Elia voor het gebruik van elektrische voertuigen naar beneden bij te stellen, waardoor de vraag naar elektriciteit tegen 2030 1 TWh lager zal liggen vergeleken met de aanbeveling van Elia;

Overwegende dat zowel de commissie als de netbeheerder aanbevelen rekening te houden met een "partial recovery" voor de residentiële en tertiaire sectoren;

Overwegende dat de commissie voorstelt het door Elia bestudeerde lage scenario en niet het door Elia aanbevolen centrale scenario voor de elektriciteitsvraag in de industriële sector te volgen, en dat dit neerkomt op een toename van het verbruik tussen nu en 2030 van 6,7 TWh in plaats van 14,5 TWh;

Overwegende dat de commissie aanbeveelt om de keuze van Elia te behouden om rekening te houden met de lage gevoeligheid van de E-CUBE studie voor de vernietiging van de industriële vraag die overeenkomt met een vermindering van 0,3 TWh;

Overwegende dat de commissie een totale vraag aanbeveelt van 87,2 TWh voor de leveringsperiode 2026-2027, 89,6 TWh voor de leveringsperiode 2027-2028 en 95,3 TWh voor de leveringsperiode 2029-2030;

Overwegende dat het voorstel van de CREG over de elektriciteitsvraag voor de industrie te laag is in het licht van de reeds aangekondigde elektrificatieprojecten in België;

Overwegende dat de aanbeveling van de netbeheerder niettemin te ambitieus blijft wat betreft de ontwikkeling van de vraag naar elektriciteit voor de industrie, gezien de risico's van delokalisatie en de stijging van de netwerktarieven;

Overwegende dat de gewestelijke doelstellingen op het gebied van elektrische auto's ambitieus zijn, dat de netbeheerder de impact daarvan overschat en dat de commissie de impact daarvan onderschat;

Overwegende dat de Commissie van mening is dat de groei van elektrische voertuigen is vertraagd door het uitstel van lage-emissiezones, vertragingen bij de invoering van oplaadstations en de hoge prijs van elektrische auto's, maar dat het aantal inschrijvingen van deze voertuigen in België volgens de Europese vereniging van autofabrikanten desalniettemin blijft stijgen, ondanks een ongunstig mondiaal klimaat;

Overwegende dat het eindresultaat van deze oefening in de grootteorde ligt van het gemiddelde tussen de twee aanbevelingen;

Overwegende dat DG Energie in zijn advies van 20 september 2024, na kennis te hebben genomen van bepaalde elektrificatieprojecten in de Belgische industrie, van oordeel is dat het nemen van het gemiddelde tussen het voorstel van Elia en de CREG om deze redenen een redelijke oplossing lijkt;

Overwegende dat een onderschatting van de vraag naar elektriciteit in België kan leiden tot risico's voor de bevoorradingszekerheid, terwijl een overschatting van de behoefte leidt tot een stijging van de kosten van het elektriciteitssysteem;

Overwegende dat het gemiddelde tussen het voorstel van de commissie en dat van de netbeheerder neerkomt op een vraag van 87,7 TWh voor de leveringsperiode 2026-2027, 90,7 TWh voor de leveringsperiode 2027-2028 en 98,1 TWh voor de leveringsperiode 2029-2030;

Gezien het feit dat de N-SIDE-studie het volume van de vraagbeheer kwantificeert op 1569 MW voor de winter van 2023-2024;

Overwegende dat Elia een volume van 1732 MW aanbeveelt voor vraagbeheer, aangezien een volume van 140 MW afkomstig van turbojet-installaties moet worden afgetrokken en een volume van 303 MW voor balancering van het net moet worden toegevoegd;

Overwegende dat de commissie het niet eens is met de hypothese om de turbojets te sluiten en dus met de daaruit voortvloeiende aftrekking van een volume van 140 MW van vraagbeheer;

Overwegende dat de commissie van mening is dat het minimumvolume dat beschikbaar is voor vraagbeheer dus 1872 MW bedraagt;

Overwegende dat de interpretatie van de Commissie in haar voorstel met betrekking tot de aftrek van 140 MW van het volume voor vraagbeheer niet correct is en dat er geen verband bestaat tussen een veronderstelde sluiting van de turbojets en de berekening van N-SIDE;

Overwegende dat er een aanzienlijk risico van dubbeltelling bestaat indien deze aftrek plaatsvindt;

Overwegende dat de Commissie, de netbeheerder en AD Energie op 17 september 2024 een consensus vonden om het volume 104 MW afkomstig van turbojets van vraagbeheer af te trekken en dit per mail bevestigden;

Rekening houdend met het feit dat de commissie een positieve trend voorstelt in het volume van vraagbeheer op termijn, ongeacht de trend in de vraag naar elektriciteit;

Overwegende dat de evolutie van de vraag slechts in geringe mate wordt beïnvloed door de toename van vraagbeheer in het verleden en in de Ad&flex prognoses voor 2023;

Overwegende dat dit volume kan worden gecorrigeerd via de optimalisatielus in het kalibreringsrapport overeenkomstig artikel 6 § 1 2° van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme;

Overwegende dat de commissie geen opmerkingen heeft op de aanbeveling van Elia in haar voorstel (C)2877 betreffende de beschikbaarheidsproblemen van Franse kernenergie voor de leveringsperiode 2026-2027;

Overwegende dat de AD Energie in zijn advies van 11 september 2024 de minister heeft geadviseerd rekening te houden met de bijkomende onbeschikbaarheid van 6 nucleaire eenheden van 900 MW (d.w.z. 5,2 GW) voor de leveringsperiode 2026-2027;

Overwegende dat de AD Energie zijn berekeningen heeft uitgevoerd in overeenstemming met de door Elia aanbevolen en dus door de commissie voorgestelde methodologie en dat de netbeheerder aan de AD Energie heeft bevestigd op 4 september 2024 per e-mail dat hij akkoord gaat met het resultaat van de berekeningen;

Overwegende dat de commissie in haar voorstel (C)2877 met betrekking tot de T-2 veiling van 2027-2028 en de T-4-veiling van 2029-2030 voorzichtigheidshalve voorstelt om 2 extra eenheden van 900 MW van het Franse nucleaire productiepark als niet-beschikbaar te beschouwen;

Overwegende dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan de beschikbaarheid van het Franse nucleaire productiepark, gezien de hoge onderlinge afhankelijkheid met België, zoals reeds herhaaldelijk is gebleken uit studies van de netbeheerder, het Federaal Planbureau en de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;

Overwegende het fenomeen van spanningscorrosie dat een grote impact heeft gehad op de beschikbaarheid van het Franse nucleaire productiepark in 2022 en dat, volgens de Franse transmissiesysteembeheerder, ten minste de komende 3 jaar nog zal blijven optreden, zoals aangegeven in hun Bilan Prévisionnel van 2023;

Overwegende dat EDF op 24 juli 2024 een bericht heeft gepubliceerd waarin staat dat een op de drie onderbrekingen als gevolg van spanningscorrosie waarschijnlijk met 30 dagen zal worden verlengd;

Overwegende dat de homogeniteit van het Franse nucleaire productiepark en de grote kwetsbaarheid voor generieke problemen die dus verschillende reactoren tegelijk kunnen treffen, gezien hun gelijkaardig technologisch ontwerp;

Overwegende de onzekerheden in verband met het tijdschema voor de grote revisies die gepland zijn om de levensduur van het Franse nucleaire productiepark tot meer dan 40 jaar te verlengen;

Overwegende het feit dat de onbeschikbaarheidsprofielen in de ERAA 2023 de nucleaire productie van het Franse nucleaire productiepark overschatten in vergelijking met de laatste schattingen van de Franse netbeheerder uit het Bilan Prévisionnel ;

Overwegende dat de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in haar advies van 11 september 2024, gelet op bovenvermelde elementen, aanbeveelt om rekening te houden met een bijkomende onbeschikbaarheid van 4 eenheden van 900MW van het Franse nucleaire productiepark voor de T-2 veiling van 2027-2028 en voor de T-4 veiling van 2029-2030;

Overwegende dat de AD Energie dit herbevestigt in haar advies van 20 september 2024;

Gezien het feit dat de ERAA 2023-profielen, vertaald naar productie tijdens de winter, hoger zijn dan het centrale scenario dat RTE in haar NRAA-studie voor ogen had;

Op de voordracht van de Minister van Energie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De definities vervat in artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme, zijn van toepassing op dit besluit. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "de veiling T-4": de veiling vier jaar voor de periode van de capaciteitslevering startend op 1 november 2029;2° "de veiling T-2": de veiling twee jaar voor de periode van de capaciteitslevering startend op 1 november 2027;3° "de veiling T-1": de veiling één jaar voor de periode van de capaciteitslevering startend op 1 november 2026;

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op Elia Transmission Belgium NV, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Keizerslaan 20, met ondernemingsnummer 0731.852.231.

Art. 3.Voor de organisatie van de veiling T-1, de veiling T-2 en de veiling T-4, gebruikt Elia Transmission Belgium NV het als bijlage bij dit besluit gevoegde referentiescenario.

Art. 4.Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan Elia Transmission Belgium NV en aan de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 30 september 2024.

Brussel, 4 oktober 2024.

T. VAN DER STRAETEN


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld


^