Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 september 1999
gepubliceerd op 30 september 1999

Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022869
pub.
30/09/1999
prom.
03/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/03/1999022869/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 SEPTEMBER 1999. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het Koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers;

Gelet op het gemotiveerd advies van het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers gegeven op 13 januari 1999;

Gelet op het advies van de Afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, gegeven op 16 februari 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 mei 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 3 mei 1999, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het Koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel De betrekking van sociaal inspecteur-directeur kan bezoldigd worden in de weddenschaal 13B; 2 van de 7 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddenschaal 13B; 5 van de 15 betrekkingen van sociaal inspecteur worden bezoldigd in de weddenschaal 10C; 28 van de 80 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddenschaal 10C; 1 van de 4 betrekkingen van vertaler-revisor wordt bezoldigd in de weddenschaal 10C;

De betrekking van industrieel ingenieur kan bezoldigd worden in de weddenschaal 10C;

De betrekking van geneesheer kan bezoldigd worden in de schaal 10E of 10F; 8 van de 56 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur worden bezoldigd in de weddenschaal 28J; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddenschaal 28I; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus kan worden bezoldigd in de weddenschaal 28F; 2 van de 11 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent worden bezoldigd in de weddenschaal 28F; 1 van de 5 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder wordt bezoldigd in de weddenschaal 28D;

Een betrekking van eerstaanwezend directie-secretaris kan worden bezoldigd in de weddenschaal 28B; 41 van de 155 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddenschaal 22B; 21 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddenschaal 30F; 28 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddenschaal 30H; 9 van de 108 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddenschaal 30I; 9 van de 31 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddenschaal 42C; 7 van de 31 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddenschaal 42D; 2 van de 31 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddenschaal 42E. B. Technisch personeel De betrekking van hoofdtechnicus kan bezoldigd worden in de weddenschaal 22B. C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel 4 van de 8 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddenschaal 42E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddenschaal, elke bevordering door verhoging in weddenschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.In 2 betrekkingen van adjunct-adviseur bezoldigd in de weddenschaal 10C; 1 betrekking van sociaal controleur bezoldigd in de weddenschaal 28J; 9 betrekkingen van bestuurschef bezoldigd in de weddenschaal 22B, opgericht ter vervanging van arbeidsposten van contractuelen en opgenomen in artikel 2 van het Koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, kan slechts worden voorzien bij de afvloeiing van de betrokken contractuelen.

Art. 4.Het Ministerieel besluit van 26 mei 1999 genomen ter uitvoering van het Koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het Koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.

Brussel, 3 september 1999.

F. VANDENBROUCKE

^