gepubliceerd op 07 augustus 1999
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 juli 1999 betreffende een terugvorderbaar voorschot aan de landbouwproducenten waarvan de eieren het voorwerp van een bewarend beslag of van een vernietingsbevel uitmaken in het kader van de dioxinebesmetting
2 AUGUSTUS 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 juli 1999 betreffende een terugvorderbaar voorschot aan de landbouwproducenten waarvan de eieren het voorwerp van een bewarend beslag of van een vernietingsbevel uitmaken in het kader van de dioxinebesmetting
De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990, het koninklijk besluit van 25 oktober 1995 en de wet van 5 februari 1999;
Gelet op de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen inzake de handel in landbouwproducten ingevolge de dioxinecontaminatie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juni 1999;
Gelet op het ministerieel besluit van 8juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 juni 1999 betreffende de afmaking van dieren in het kader van de tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 1999 betreffende een terugvorderbaar voorschot aan de landbouwproducenten waarvan de eieren het voorwerp van een bewarend beslag of van een vernietingsbevel uitmaken in het kader van de dioxinebesmetting;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 29 juni 1999;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 30 juni 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld tijdelijke maatregelen te nemen inzake de handel in landbouwproducten voortvloeit uit de verplichting om de uitvoering van de beslissingen van de Europese Commissie ten gevolge van dioxinebesmetting te verzekeren;
Overwegende dat de gedode of geëuthanaseerde eendagskuikens, geboren uit eieren ingelegd in een broeierij onder bewarend beslag, minstens op gelijke voet moeten gesteld worden als broedeieren, waarbij officieel vastgesteld wordt door een beambte dat de houdbaarheidsdatum versteken is;
Besluit:
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 9 juli 1999 betreffende een terugvorderbaar voorschot aan de landbouwproducenten waarvan de eieren het voorwerp van een bewarend beslag of van een vernietingsbevel uitmaken in het kader van de dioxinebesmetting wordt de volgende bepaling toegevoegd: « Artikel 3bis : Onder broedeieren, bedoeld in artikel 3 2°, wordt verstaan eieren bestemd voor de productie van kuikens, met inbegrip van de ingelegde eieren en de eendagskuikens gedood of geëuthanaseerd in de broeierij onder bewarend beslag. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt en treedt buiten werking op 15 augustus 1999.
Brussel, 2 augustus 1999.
J. GABRIELS