1 OKTOBER 2009. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het organogram van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België

De Minister van Wetenschapsbeleid, Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1835 houdende oprichting als wetenschappelijke instelling van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inzonderheid op artikelen 2 en 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen, inzonderheid op de artikelen 1 en 3, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 februari 2008 en op de artikelen 4bis, § 1 en 6bis, § 3, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2008;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 september 2002 tot vaststelling van de organogrammen van de federale wetenschappelijke instellingen die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort;

Gelet op het voorstel van de Algemeen Directeur van de instelling;

Gelet op de adviezen van de Wetenschappelijke raad van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, gegeven op 24 februari 2006 en 7 juli 2009;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 augustus 2009;

Overwegende dat de organieke opdrachten van de instelling en het voorstel van organogram van de Algemeen Directeur van de Musea op elkaar zijn afgestemd, Besluit :

Artikel 1.Het organogram van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België wordt vastgelegd als volgt : 1° een algemene directie;2° een ondersteunende dienst;3° vier operationele thematische directies, te weten : - Conservatie; - Onderzoek; - Publiekswerking; - Tentoonstellingen, Museografie en Ontwikkeling.

Art. 2.Artikel 1, 8°, van het ministerieel besluit van 10 september 2002 tot vaststelling van de organogrammen van de federale wetenschappelijke instellingen die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.De Voorzitter van de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 oktober 2009.

Mevr. S. LARUELLE