gepubliceerd op 07 maart 2025
Definitieve opname van "Triptiek van Jan van der Biest" van Pieter Aertsen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap
19 FEBRUARI 2025. - Definitieve opname van "Triptiek van Jan van der Biest" van Pieter Aertsen (OCMW Antwerpen, inv.nr. MH.A.0100) in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap
Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Bij besluit van de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen van 19 februari 2025 betreffende de definitieve opname van roerende goederen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap wordt bepaald: Enig artikel. Het volgende cultuurgoed wordt als definitieve maatregel opgenomen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap in hoofdafdeling 1, individuele voorwerpen; afdeling 4, artistiek erfgoed: a) korte beschrijving: Pieter Aertsen, Triptiek van Jan van der Biest, 1545-1546, olieverf op paneel, 145 x 130 cm (middenpaneel), 145 x 58 cm (zijpanelen), inv.nr.
MH.A.0100; b) motivatie: Deze triptiek met religieuze thematiek is relatief uniek in het oeuvre van Pieter Aertsen, die voornamelijk bekend is voor zijn stillevens en genrestukken, waarvan een groot deel zich in het boerenmilieu situeren.Werken met religieuze onderwerpen van zijn hand zijn eerder zeldzaam, aangezien de meeste religieuze werken van Aertsen tijdens de Beeldenstorm vernietigd werden.
Werken die met zekerheid aan de meester zelf kunnen worden toegeschreven (zoals dit schilderij) zijn eveneens zeldzaam, en cruciaal om grip te krijgen op het oeuvre van deze Nederlandse meester. De `Triptiek van Jan van der Biest' is het vroegst gedateerde en gedocumenteerde werk van Pieter Aertsen, de stamvader van een kunstenaarsgeslacht en één van de meest innovatieve kunstenaars in Antwerpen in de zestiende eeuw. De beschikbare archivalische documentatie over het Antwerpse stuk zorgt ervoor dat het een belangrijke plaats heeft in het oeuvre van de meester. De triptiek heeft dus een hoge ijkwaarde; het werk is gesigneerd, de oorspronkelijke lijst vertoont merktekens van de schrijnwerkers en het schilderij is als eerste en enige werk van de kunstenaar gedocumenteerd met archiefbewijs. De historische relevantie van het drieluik "Triptiek van Jan van der Biest" is eveneens groot. Het luik links toont huidenvetter, zeepzieder en schepen van de stad Jan van der Biest, die in 1504 het voormalige Godshuis Van der Biest oprichtte. Van der Biest gaf ook opdracht voor de oprichting van een kapel aldaar. De triptiek versierde daar het altaar: op 5 december 1542 werd dit gewijd. De bestelling bij de kunstenaar om dit drieluik te realiseren, situeert zich tussen 1545-46. De rekeningen zijn opgeschreven tussen 1546 - 1547. De beheerders van Van der Biests erfenis hebben waarschijnlijk ter zijner nagedachtenis het altaarstuk besteld. Jan van der Biest was een van de belangrijkste maecenassen rond 1500 in Antwerpen (bijzonder vroeg). Dit drieluik is een sleutelstuk voor het begrip van zijn maecenaat, uiteraard, maar overstijgt dat zelfs. Het werd besteld door zijn erven, en geeft een unieke inkijk in wat - met enige contradictie - zou kunnen worden omschreven als `postuum maecenaat'. Dit belangrijk fenomeen werd tot heden niet in kaart gebracht. Aertsens drieluik is er een prachtig voorbeeld van. De gedocumenteerde triptiek is een mooie getuigenis van het religieuze en sociale engagement van de 16de-eeuwse Antwerpenaar (belang voor het collectieve geheugen).
De `Triptiek van Jan van der Biest' heeft zowel een onmiskenbare schakelfunctie als een unieke artistieke waarde.
Zoals aangeven was Pieter Aertsen (1508-1575) een van de toonaangevende kunstenaars in Antwerpen (1535-1556/57) en Amsterdam in het midden van de zestiende eeuw. Met zijn innovatieve stijl en snelle techniek onderscheidde hij zich van toonaangevende Italianisanten zoals Frans Floris en Michiel Cocxie, en effende hij het pad voor genre kunstenaars zoals Pieter Bruegel de Oudere. Iconografische innovaties, zoals de omkering van hoofd- en bijwerk resulteerden later in nieuwe genres, zoals stillevenkunst. Alhoewel dit werk niet getuigt van belangrijke iconografische vernieuwingen is het stilistisch een cruciaal werk in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Het is een van de eerste, gedocumenteerde panelen waarin Pieter Aertsen zijn idosyncratiche techniek toepast in een belangrijke publieke opdracht.
De belangrijke artistiek waarde blijkt ook uit de grondige weergave van het perspectief, het prachtige coloriet, de originaliteit van de engelen, etc.; c) bewaarplaats: privé;d) eigendomssituatie: overheidsbezit. Tegen dit besluit kan een beroep tot nietigverklaring of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging worden ingediend bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het verzoekschrift wordt ingediend, hetzij elektronisch via een beveiligde website van de Raad van State (http://eproadmin.raadvst-consetat.be/), of met een ter post aangetekende brief die wordt toegezonden aan de Raad van State (Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel).
Het verzoekschrift wordt ingediend binnen een termijn van zestig dagen nadat de beslissing werd betekend. Indien de beslissing niet betekend diende te worden, gaat de termijn in met de dag waarop de verzoeker er kennis van heeft gehad.