gepubliceerd op 15 januari 2025
Voorlopige opname van koperen graf-, gedenk- en fundatieplaten in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap
21 DECEMBER 2024. - Voorlopige opname van koperen graf-, gedenk- en fundatieplaten in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap
Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Bij besluit van de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen van 21 december 2024 betreffende de voorlopige opname van roerende goederen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap wordt bepaald:
Artikel 1.Volgende koperen graf-, gedenk- en fundatieplaten worden als voorlopige maatregel opgenomen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap in hoofdafdeling 1, individuele voorwerpen; afdeling 3, cultuurhistorisch erfgoed:
1°
a)
korte beschrijving:
koperen gedenkplaat Karel Ooms (+1900) en Edith van Eersel (+1921), vervaardigers: Joseph Leopold Ratinckx (ontwerper) en Martin Mauquoy (graveur), datering: 1903 en 1921, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 189 x 116 cm, objectnummer KIK: 11036679, voorstelling van de lijkwadefiguren en tapijtachtergrond met griffioenen sterk geïnspireerd op de Brugse lijkwadegrafplaat van Joris de Munter en echtgenote Jakemine (2de kwart 15de eeuw, Sint-Salvatorskathedraal te Brugge). Het echtpaar ligt onder een dubbele gotische boog, gewikkeld in een lijkwade, met het hoofd op een kussen. Achtergrond is een rijkversierd wandtapijt met ruitmotief, gevuld met afwisselend een distelbloem en een griffioen. Boven hun hoofden een engel met hun beider grafschriften in een vierpas en onderaan een banderol met opschrift. Randen versierd met bloem- en bladmotieven, onderbroken door vierpassen, in de hoeken de afbeeldingen van de evangelistensymbolen en in het midden, links, een engel met schilderspalet en rechts een gevierendeeld wapenschild.
Gesigneerd in de benedenrand: Jos. Ratinckx del. en M. Mauquoy fec.
Lijngravures gevuld met zwarte mastiek; voor de beginletters van de opschriften werd een rode kleurpasta gebruikt;
b)
motivatie:
de gedenkplaat van kunstschilder Karel Ooms en echtgenote Edith van Eersel, in de vorm van een grafplaat, toont hoe de neogotische beweging zich quasi letterlijk liet inspireren door middeleeuwse voorbeelden, stilistisch en iconografisch. Deze lijkwadefiguren hernemen nauwgezet deze van het Brugse 15de-eeuwse topwerk in zijn genre (schakelfunctie) en zijn in Vlaanderen uniek als voorstellingswijze binnen de neogotische strekking (zeldzaam). De uitvoering is van een bijzondere artistieke en ambachtelijke verfijning. Sinds 1901 maakt de grafplaat geïntegreerd deel uit van de neogotisch ingerichte gedachteniskapel in het beschermde monumentale patriciërshuis en latere klooster van de Dochters van Liefde van Sint-Vincentius a Paolo, De Groote Witte Arend (bijzondere waarde voor het collectieve geheugen);
c)
bewaarplaats:
privé;
d)
eigendomssituatie:
privébezit.
2°
a)
korte beschrijving:
koperen gedenkplaat Petrus Josephus de Caters (+1861) en Joanna Antonia Ergo (+1857), vervaardiger: Lodewijk Hendricx (ontwerper) en Lambert van Rijswijck (graveur), datering: 1872, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 113.5 x 198.2 cm, objectnummer KIK: 11036680, vrij ondiep, bijzonder verfijnd gegraveerde gedenkplaat met centraal de tronende Maria met Kind, geflankeerd door de knielende echtelieden Petrus Josephus de Caters (links) en Joanna Antonia Ergo (rechts) en hun respectieve patroonheiligen Petrus en Jozef, en Johanna van Valois en Sint-Antonius van Padua. De troon en de oplopende tegelvloer verlenen het tafereel een realistische dieptewerking. Als achtergrond fungeert een rijkelijk met granaatappelmotieven versierd wandtapijt.
Langs de randen een tekstband met gotische opschrift die op de hoeken onderbroken wordt door vierpassen met de evangelistensymbolen;
b)
motivatie
deze met hoge kunstzinnige verfijning door de Antwerpse edelsmid Lambert van Rijswijck vervaardigde gedenkplaat getuigt van een bijzondere artistieke waarde. Het is een uitgesproken vertegenwoordiger van de neogotische stijl, waarin de middeleeuwse voorbeelden naar de geest, de iconografie en de techniek met overtuiging worden nagevolgd. James Weale, een van de grondleggers van de neogotische beweging, waardeerde de plaat als een van de meest hoogstaande in zijn genre (zeldzaam).
Diverse elementen zoals de tronende Madonna, de spreekbanderollen en de tapijtachtergrond met plantenmotieven, verwijzen rechtstreeks naar de middeleeuwse memorietaferelen. De beide echtelieden zijn realistisch, als naar het leven geportretteerd;
c)
bewaarplaats:
Antwerpen, Sint-Joriskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
3°
a)
korte beschrijving:
grafplaatfragmenten met recto: Gilles van Namain (+1370-1379) en verso: Pieter de Valencia sr (+1559), Isabella de Quintana Dueras (+1540), Pieter de Valencia jr (+1615) en Marie de Bailleul (+1595), vervaardiger: onbekend, datering: recto: derde kwart 14de eeuw; verso: midden 16de eeuw en ca. 1615, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: H en B van de drager 231 x 132 cm, objectnummer KIK: 88159, 11036803 en 11036805, hergebruik als palimpsest van acht fragmenten van de grafplaat van Gilles de Namain van ca. 1379 voor de inlegplaten van Pieter de Valencia, consul van de Spaanse natie in Brugge, en echtgenote. Rond 1615 werd de gedachtenisplaat met wapenschilden van Pieter de Valencia jr. en echtgenote Marie de Bailleul aan de zerk toegevoegd. Recto: de overledene wordt als levende met geopende ogen voorgesteld in het portaal van het hemelse Jeruzalem, met gotische pinakels, steunberen en nissen, gevuld met de voorstellingen van apostelen en profeten.
Centrale bovenste nis met Abraham met in zijn schoot de ziel van de overledene, omringd door musicerende en bewierokende engelen. Verso: de echtelieden worden afgebeeld in een modische 16de-eeuwse kledij uit kostbare stoffen. De gelaatstrekken zijn zeer individueel en ongetwijfeld als realistische portretten bedoeld;
b)
motivatie:
de fragmenten van de 14de-eeuwse koperplaat van Gilles de Namain, mogelijk de gelijknamige Brugse kopergieter, en stilistisch en iconografisch sterk verwant met de toenmalige Doornikse productie, werden als palimpsest hergebruikt als inlegplaten voor de midden 16de-eeuwse stenen grafzerk van de consul van de Spaanse natie in Brugge, Pieter de Valencia sr. en zijn echtgenote. De platen tonen hoe de Brugse grafplaatproductie in tweeëneenhalve eeuw is geëvolueerd (ijkwaarde). De nadruk ligt op de wereldse verschijning en rijkdom van de overledenen en op het heraldisch vertoon. De zeer individuele gelaatstrekken en de realistische weergave van de rijke stofsoorten, plooienval en schaduwwerking, wijzen op een schilderkunstig ontwerp, hoogstwaarschijnlijk van de hand van de Brugse schilder Pieter Claeissens de Oude en zonen. In de figuur van de engel en het gehelmde wapenschild is de renaissancevormentaal reeds duidelijk doorgedrongen.
De grafplaten verbinden de vermaarde Doornikse grafkunst met de wereldlijke voorstellingswijze in renaissancistische geest van de latere Brugse productie (schakelfunctie). In Vlaanderen zijn weinig of geen Doornikse grafplaten nog bewaard gebleven (zeldzaam);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Jakobskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
4°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat Kateline Daut (+1460), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1460, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, zwarte mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 152 x 90 cm, objectnummer KIK: 88158, jonge vrouw voorgesteld als elegante bruid in modische kledij, met een bruidskroon met edelstenen, gestileerde leliebloemen en rozen. Ze wordt door haar engelbewaarder en haar broer Jan begeleid naar haar bruidegom. Die is Christus zelf aangezien haar vroege dood haar belet heeft een wereldse bruidegom te kiezen. Dit wordt ons in moraliserende strofen verteld in de randinscripties en de spreekbanderollen in een typische rederijkerstaal. Sommige auteurs zien in de slechts geringe dieptewerking de invloed van de meester van de Sint-Ursulalegende of deze van de Sint-Lucialegende. Zwarte mastiekvulling gedeeltelijk bewaard;
b)
motivatie
de grafplaat van Kateline Daut is een zeldzaam voorbeeld van de vernieuwende, meer menselijk-gevoelige voorstellingswijze van de overledene uit het midden van de 15de eeuw. De weergegeven dialoog tussen de drie personages verwijst naar het Brugse rederijkersmilieu en de plaatsing van de figuren in een beperkte dieptewerking laat de invloed van bepaalde Brugse schildersateliers vermoeden (bijzondere artistieke waarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Jakobskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
5°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat Francisco de la Puebla (+1577) en Marie van Marivoorde (+1573), vervaardiger: onbekend, datering: 4de kwart 16de eeuw, objecttype: grafplaat, plaats van vervaardiging: Brugge, materiaal: koper, zwarte mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 215 x 128 cm, objectnummer KIK: 89210, Francisco en echtgenote Marie zijn met gevouwen handen en licht naar elkaar toegewend weergegeven, staande op een tegelvloer en het hoofd rustend op een kussen. Voor hen staat hun dochtertje Marie met gevouwen handen. Achter hen een wandtapijt met passievruchtpatroon en een schilddragende engel. Het gezin is modieus gekleed, de stoffen zeer zorgvuldig weergegeven, waarbij met diverse traceringspatronen een zeer realistische stofweergave wordt verkregen. Vooral het gezicht van Francisco lijkt een portret naar het leven. Gravering met zwarte mastiek ingevuld;
b)
motivatie
in deze zeldzame plaat gaat zeer veel aandacht naar de vestimentaire pronk, met grote zorg tot in de kleinste details weergegeven door middel van diverse graveringstypes. Deze zin voor realisme blijkt eveneens uit de gezichten die als natuurgetrouwe portretten lijken bedoeld. Dit versterkt de overtuiging dat een bekwame schilder aan de basis heeft gelegen, wellicht Pieter Pourbus of directe omgeving. De grafplaat mag terecht beschouwd worden als een hoogtepunt in de nabloei van de veelbetekenende Brugse funeraire kunst in koper (bijzondere artistieke waarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Jakobskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
6°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat Wouter Copman (+1387), vervaardiger: onbekend, datering: 4de kwart 14de eeuw, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, zwarte mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 252 x 134 cm, objectnummer KIK: 89844, Wouter Copman is gehuld in een lijkwade die enkel de onderste helft van zijn gelaat met baard zichtbaar laat. Absolutiekruis in door de lijkwade bedekte handen, bedoeld om de hemelpoortbewaker Sint-Petrus te overreden en hoofd rustend op een kussen met granaatappelpatronen.
Achtergrond overvloedig met bladranken en florale motieven versierde draperie. Boven- en onderaan engelenpaar met tekstbanderol.
Randschrift met naam en sterfdatum van de overledene en de oproep om voor hem te bidden. De tekststrook wordt in het midden onderbroken door het Copmansschild en in de hoeken door de evangelistensymbolen.
Lijkwadedrapering in spaartechniek, met een vulling van zwarte mastiek, terwijl voor de engelen de graveertechniek werd gebruikt. De grafplaat is aan de linkerzijde uitgesleten door veelvuldige betreding;
b)
motivatie
de Copmanplaat is hèt prototype van de lijkwadegrafplaat, een iconografische vernieuwing die in het Brugse productiecentrum is ontstaan (schakelfunctie), eeuwenlang werd overgenomen en nog in het begin van de 20ste eeuw quasi letterlijk werd gekopieerd in de Karel Oomsplaat te Antwerpen, een meesterwerk van de neogotiek.
Tevens een ijkpunt voor de doorbraak van het realisme dat enkele jaren later zal culmineren in de Vlaamse schilderkunst. De grafplaat Copman is in diverse opzichten vernieuwend (zeldzaam). De traditionele en universele achtergrond van de gotische portaalarchitectuur is vervangen door een rijk textielbehang. Copman, die schepen en schatbewaarder in de stad Brugge was, wordt hier voor het eerst als `dode' voorgesteld, gehuld in een lijkwade, met het absolutiekruis als attribuut en omkaderd met tekstfragmenten uit de boetepsalmen en het dodenofficie, die in de begrafenisgebruiken zijn blijven doorleven (bijzondere waarde voor het collectief geheugen). De sierlijk-realistische plooival van de lijkwade, de meesterlijk gegraveerde engelenfiguren en het achtergrondbehang dat de rijkdom van oosterse en Italiaanse zijdestoffen oproept verlenen deze grafplaat een bijzondere artistieke waarde;
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorskathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
7°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat van Joris de Munter (+1439) en Jakemine van der Brugghe (+1423), vervaardiger: onbekend, objecttype: grafplaat, datering: 2de kwart 15de eeuw, materiaal: koper, steen, zwarte pasta, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 251 x 142 cm, objectnummer KIK: 153708, Joris de Munter was lakenkoopman, betrok functies bij de Brugse schepenbank en werd meerdere keren raadslid. In 1418 was hij kerkmeester van Sint-Salvators en stadsschatbewaarder. Zijn grafplaat is een verdere ontwikkeling van het oudere Copmanexemplaar.
Gestorvenen zijn gehuld in een lijkwade die de onderzijde van het gelaat gedeeltelijk onbedekt laat. Het hoofd rust op een kussen, met als achtergrond een wandbehang met ruitmotief, gevuld met fabeldieren, planten en bepluimde klauwpoten. Boven- en onderaan een engelenpaar met banderol. Het randschrift identificeert de aflijvigen, met overlijdensdatum en oproep tot gebed. De lijst wordt onderbroken door zes wapenschilden en in de hoeken door de vier evangelistensymbolen;
b)
motivatie
deze grafplaat kan gelden als het meest klassieke voorbeeld van het lijkwadentype (zeldzaam).
De lijkwadefiguur kende in de Brugse grafkunst sinds de late 14de eeuw zijn opgang en vindt in deze grafplaat een hoogtepunt in de evolutie (schakelfunctie). De lijnvoering en soepele plooival toont nog de invloed van Doornik, toen nog het belangrijkste centrum voor grafzerken en koperen grafplaten in de lage landen, maar het sierlijk-realistisch en verfijnd uitgevoerde plooienspel in de gewaden zonder arcering, het fraai uitgewerkt textielbehang als achtergrond in plaats van de gotische portaalarchitectuur van het hemels Jeruzalem is kenmerkend voor de lokale Brugse productie (bijzondere artistieke waarde). De berijmde teksten verwijzen naar de rederijkerstaal (ijkwaarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorkathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
8°
a)
korte beschrijving:
Maertin de Visch (+ 1452-53), vervaardiger: onbekend, datering: midden 15de eeuw, objecttype: grafplaat, plaats van vervaardiging: Brugge, materiaal: koper, techniek: gieten, graveren, afmetingen: 244 x 126 cm, objectnummer KIK: 89846, Maertin de Visch was ridder en grootbaljuw van Brugge en het Brugse Vrije. Hij wordt als ridder in wapenrusting voorgesteld, staande op een zittende leeuw, de ogen geopend en de handen in gebed gevouwen. De tegelvloer is nauwgezet perspectivistisch weergegeven. De achtergrond bestaat uit een tapijt met bloemmotieven en in een besloten tuintje zittende hondjes, waarbij het woord MOY als een soort tuinhekje fungeert. Achter Maertins hoofd is zijn wapenschild afgebeeld met een tornooihelm als schilddekking. De emblemen van het wapenschild - twee afgewende barbelen op een achtergrond van Latijnse kruisen met klavervormige uiteinden - komen terug op de wapenrok die hij over zijn plaatharnas draagt. De randinscriptie, onderbroken op de hoeken door de evangelistensymbolen en in het midden door het wapenschild de Visch, vermeldt de naam en de sterfdag en -datum;
b)
motivatie
naast de zeer zorgvuldig gedetailleerde voorstelling van de wapenrusting valt de perspectivistische tegelvloer op, die uitloopt tegen een kostbaar zijden lampas behang, kenmerkend voor de nieuwe typologie in de Brugse grafplaten (bijzondere artistieke waarde). Het zittende hondenmotief in het behang is een vrij getrouwe weergave van Italiaanse lampas uit de 14de eeuw. Het wapenschild met een tornooihelm als schilddekking achter het hoofd van de overledene is hoogst zeldzaam voor deze periode en wijst op zijn status als edele, ridder en heer;
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorskathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
9°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat van Jacob Schelewaerts (+1483), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1483, objecttype: grafplaat, plaats van vervaardiging: Brugge, materiaal: koper, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 209 x 110 cm, objectnummer KIK: 89849, Jakob Schelewaerts was doctor in de theologie van de universiteit van Parijs en docent te Leuven. Daarnaast was hij pastoor in Sint-Salvators, kanunnik van de Sint-Pieterskerk te Leuven en van de Brugse Sint-Donaaskerk. Hij wordt zittend in een gotisch gestoelte op een verhoog voorgesteld terwijl hij onderricht geeft aan een zevental studenten. Naast hem staat de pedel als ordebewaarder met een roede.
Het tafereel speelt zich af in een ruimte met drie laatgotische vensters en een wandbespanning met gestileerde ranken- en bloemenmotieven. De randinscriptie, in de hoeken onderbroken door telkens een vierpas met pleurant in plaats van de gebruikelijke vier evangelistensymbolen en in het midden door wapenschilden, vermeldt zijn sterfdatum, zijn Parijse doctoraatstitel en priesterlijke functie;
b)
motivatie
dergelijke realistisch-picturale voorstelling van een docerende professor is voor onze gewesten een uiterste zeldzaamheid en werd wellicht geïnspireerd op oudere Italiaanse of Franse professorenzerken. Ofschoon de hoofdfiguur hiërarchisch groter is afgebeeld dan zijn leerlingen, zoals gebruikelijk in de kunst van die tijd, is de perspectiefweergave bijzonder geslaagd door de oplopende tegelvloer en de in V-vorm opgestelde banken waaraan de studenten zitten, zes in zijzicht, de zevende vooraan vanop de rug gezien. Door het gebruik van diverse arceringstypes werd een geloofwaardige realistisch-picturale ruimte-, volume- en schaduwwerking verwezenlijkt, algemeen beschouwd als kenmerkend voor de Brugse grafplatenproductie (bijzondere artistieke waarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorkathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
10°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat van Jehan de Liedekerke (+1518) en Joanna de le Douve (+1515), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1518, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, zwarte mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 244.5 x 136.5 cm, objectnummer KIK: 89847, Jehan de Liedekerke was schepen van het Brugse Vrije (1494-1515) en oefende verschillende ambtstermijnen uit als burgemeester. Hij wordt samen met zijn echtgenote staande afgebeeld, de ogen geopend, de handen gevouwen en het hoofd rustend op een kussen met floraal motief.
Ze bevinden zich elk onder een korfboog, gedragen door composietzuiltjes en gevuld met hun wapenschild. Als achtergrond dient een wandtapijt met een plantenmotief van het `ananastype' (of distel?). Het randschrift, onderbroken in de hoeken en in het midden door wapenschilden in een vierpas, vermeldt de namen en sterfdata. De plaat bestaat uit zeven aan elkaar gesoldeerde platen, waarvan één als palimpsest met de afbeelding van een in lijkwade gehulde vrouw, liggend op een gevlochten mat, het gelaat onbedekt, erg realistisch weergegeven en grafisch zeer verfijnd uitgewerkt. Volgens de nog gedeeltelijk resterende randtekst gaat het om een zekere Jakemine, echtgenote van Jan de Cueninc. Te dateren einde 15de eeuw;
b)
motivatie
de in zeer goede staat bewaarde grafplaat van edelman Jehan de Liedekerke en zijn echtgenote bewijst welke topkwaliteit de Brugse grafplatenproductie in de 16de eeuw had bereikt. Ze toont een rijkdom aan vestimentaire details - Jehan draagt een plaatharnas boven een maliënkolder, zij een lang brede vrouwentabbaard boven een keurs - die een schat aan informatie voor de kostuumhistoricus bieden (ijkwaarde).
Door een schakering aan arceringstypes wordt een levendige weergave van volume, glans en schaduwwerking verkregen wat wijst op een schilder als ontwerper (bijzondere artistieke waarde). Gelijkaardige Brugse platen uit deze periode zijn enkel nog in belangrijke buitenlandse musea te vinden (Londen, V&A museum; Avila, Kathedraal) (zeldzaam);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorkathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
11°
a)
korte beschrijving:
koperen inlegwerk van grafzerk Adriaan Bave (+1538), Louise van Halewijn (+1535) en Frans Bave (+1555), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1555, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen grafzerk: 250 x 144 cm, objectnummer KIK: 89841, koperen inlegwerk van een verdwenen (stenen) grafzerk, bestaande uit een randlijst met grafschrift voor burgemeester Adriaan Bave en echtgenote, in de vier hoeken onderbroken door vierlobben met schedelmotief. Zij omkadert een van boven afgeronde plaat met twee wapenschilden met een gezamenlijke, van weelderig bladwerk voorziene tornooihelm als schilddekking. De plaat werd in opdracht van zoon Frans Bave vervaardigd, evenals de rechthoekige plaat daaronder die zijn eigen gedachtenisplaat is. Zij bestaat uit een renaissancistische lijst en een opschrift in romeinse kapitalen dat hem vermeldt als deken van Sint-Donaas, stichter van een jaargetij en begiftiger van de armen en de overlijdensdatum. In de benedenrand wordt extra vermeld dat D.I. De Boodt, secretaris, dit heeft laten herstellen in 1598.
Mogelijk werd het koperwerk van de grafsteen tijdens de godsdiensttroebelen in veiligheid gebracht en in 1598 gerestaureerd.
Oorspronkelijk bevond het graf zich in het Brugse Karmelietessenklooster, dat in 1783 werd verkocht. Het koperen inlegwerk van de grafzerk kon worden gerecupereerd en in 1819 in de Salvatorskathedraal op een nieuwe grafzerk aangebracht. Hiervan getuigt de onderste rechthoekige plaat. Vader en zoon van Huerne de Puyenbeke redden het monument van de ondergang, lieten het restaureren en herplaatsen;
b)
motivatie
het koperen inlegwerk van de grafzerk Bave ontstond in verschillende fasen. Oorspronkelijk was er enkel de omlijsting met fraai acanthusbladwerk die van een zeer hoogstaande kwaliteit is (bijzondere artistieke waarde). Een vijftiental jaren later liet de zoon van het echtpaar de twee middenplaten plaatsen ter ere van zijn ouders en zichzelf. De bovenste plaat is voorzien van een fraai uitgewerkte tornooihelm en twee wapenschilden. Op de plaat daaronder staat de tekst waarin de zoon, deken van Sint-Donaas, de eigen deugdzaamheid en vrijgevigheid en deze van zijn ouders bezingt. De plaat wordt omkaderd door een met veel zorg uitgevoerde renaissancelijst en vermeld onderaan van de herstelling van de platen in 1598. Onderaan bevindt zich een derde plaat, met inschrift dat het monument van de ondergang gered werd, gerestaureerd en herplaatst in 1819.
Het koperen inlegwerk geeft bijgevolg een uniek beeld van de evolutie van het grafmonument en de bedreigingen die het doorheen de geschiedenis heeft overleefd (ijkwaarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorkathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
12°
a)
korte beschrijving:
koperen graffiguren van Willem van Wenemaer (+1325) en Margareta sBrunen (+1352), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1325 en ca. 1352, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, resten van zwarte en gekleurde vulpasta, techniek: graveren, slaan, afmetingen: Willem: 205 x ca 80 cm; Margareta: 195 x ca 80cm.
Wapenschilden: 14.5 x 12.5 cm en 23 x 22.8 cm, inventarisnummer: 00352, 00353, 00357, 00358, objectnummer KIK: 135053, de figuur van Willem, afgebeeld als ridder met opgeheven zwaard en gedetailleerd weergegeven krijgsornaat, moet dateren van kort na zijn sneuvelen in 1325. Zijn echtgenote Margareta overleefde hem zevenentwintig jaar en is weergegeven in de conventionele bidhouding van de traditionele graffiguren. Wellicht had Willem in die tussentijd een eigen zerk met koperen inlegplaat, wat het type van de heer als krijger met schild en opgeheven zwaard kan verklaren in plaats van de traditionele devote houding van de echtelieden die samen zijn bijgezet. Hun gezamenlijke graf bevond zich in het Sint-Laurentiushospitaal, later Wenemaersgodshuis genaamd, een godshuis voor vrouwen dat zij in 1323 hadden opgericht.
Kleine beschadigingen (stukje van hoofd en van linkerzijde van de ridder afgebroken). Resten van zwarte mastiekvulling op het schild en letters van het zwaard;
b)
motivatie
uitgesneden figuren op stenen grafzerken kwamen in onze gewesten wel meer voor, maar de Wenemaersfiguren zijn een uitzonderlijk bewaard gebleven voorbeeld. Het zijn bovendien de oudst in België bewaarde koperen grafplaten met persoonsvoorstelling (zeldzaam). De wijze waarop Willem van Wenemaer wordt afgebeeld, in krijgsornaat en met opgeheven zwaard in plaats van in de traditioneel biddende houding, is hoogst uitzonderlijk (zeldzaam). Het opschrift op de boordlijst van de zerk (thans verdwenen) vermeldde dat hij een godshuis voor vrouwen stichtte, nadien Wenemaershospitaal genoemd, en dat hij strijdend voor de stad Gent in 1325 sneuvelde. De levendige figuur en het krijgsornaat zijn met grote zin voor detaillering met een uitmuntende graveertechniek uitgewerkt (bijzondere artistieke waarde). In een mantelplooi van de ridder is een gekroond hoofdje ingeslagen, mogelijk een merkteken, wat hoogst exceptioneel is (ijkwaarde).
De grafplaten kenden een bewogen geschiedenis van verplaatsingen en restauraties. De grafplaten werden tijdens de beeldenstorm ernstig beschadigd en in 1589 door de steenhouwer Lievin Plumioen `vermaeckt' en rechtop geplaatst tegen een muur van de godshuiskapel. De beide hoofden werden toen ook ingrijpend gerestaureerd, wat het gedetailleerd portretachtige in het gelaat van Willem verklaart. Een toevoeging is het wapenschild Wenenmaer-sBrunnen, waarvoor Plumioen de achterkant van een fragment van een vrouwenhoofd uit een koperen grafplaat van rond 1350 heeft gebruikt;
c)
bewaarplaats:
Gent, STAM;
d)
eigendomssituatie:
overheidsbezit.
13°
a)
korte beschrijving:
grafplaat van abt Leonard Betten (+1607), vervaardiger: Libert van Eeghem, datering: 1607, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurd hars, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 276 x 123 cm, inventarisnummer: 00356, objectnummer KIK: 135066, de aflijvige wordt voorgesteld in de nis van een portiek in classicistisch aandoende stijl, geïnspireerd op de antieke vormentaal, met driehoekig fronton, gedragen door gecanelleerde composietzuilen en voorzien van klassieke elementen als schelpmotief, acanthusblad, palmetten. Op de kroonlijst flankeren twee lintdragende putti het wapenschild waaronder de lijfspreuk "Fortiter et suaviter" van de abt.
Deze staat in vol ornaat (dalmatiek onder een rijkgeborduurd kazuifel, amict, albe, manipel, mijter en kromstaf) tegen een gebogen achterwand met tapijtbehang. Het hoofd rust op een kussen, zodat er sprake is van een dualistische houding: zowel staand als liggend afgebeeld. Onderaan in een rechthoekige rolwerkcartouche het grafschrift, dat naast de identificatie en sterfdatum tevens de verdiensten opsomt van de Sint-Truidense abt in zijn zorg voor het huis van God, voor zijn kudde, de burgers, de religie en 's lands belang in moeilijke tijden.
Het werk is gesigneerd onder de voeten van de abt: Libert van Egheem me fecit Mechlinae. Libert, ook Lieven van Eeghem genoemd.
Het kleurrijke mastiekinlegwerk in rood, wit, groen en zwart, verspreid over grote delen van de voorstelling en onderzocht in de laboratoria van het KIK, zou deels origineel zijn en deels van een latere restauratie, wellicht ten tijde van de verzameling Onghena;
b)
motivatie
Leonardus Betten was van 1586 tot aan zijn dood in 1607 abt van de Benedictijnerabdij van Sint-Truiden. Zijn grafplaat is de enige door Libert van Eeghem gesigneerde grafplaat met persoonsvoorstelling dat bewaard bleef in de Zuidelijke Nederlanden.
Libert van Eeghem, actief van 1566 tot 1607, was de neef van de bekende Mechelse graveur en beeldhouwer Jan van Eeghem. Hij was mogelijk ook de vervaardiger van de gedenkplaat van Willem de Clerc en Magrite Scooff. De grafplaat getuigt van een uitzonderlijk vakmanschap en onderstreept het belang van Mechelen als centrum voor de grafplastiek in de 16de en 17de eeuw. De in lijngravure en spaartechniek uitgevoerde voorstelling getuigt van een buitengewoon raffinement en haast picturale bedrevenheid, zoals de levensechtheid van het gelaat en de kunstige detaillering van het borduurwerk op kazuifel en mijter (bijzondere artistieke waarde). De biddende houding van de overledene, staand en met het hoofd op een kussen, verwijst nog naar de oude traditionele voorstellingswijze terwijl de omkadering in renaissancestijl vernieuwend is (schakelfunctie). De plaat is een van de weinige nog resterende uit het Mechelse productiecentrum, waarvan in de 16de eeuw zeer veel verloren is gegaan door de godsdienstonlusten. Leonardus Betten werd in de kerk van Benedictijnerabdij te Sint-Truiden bijgezet. Na de afbraak van de abdijkerk in 1881 kwam de plaat via de verzameling van de Gentse kunstenaar Charles Onghena in het Gentse Bijlokemuseum terecht, nadien het STAM terecht;
c)
bewaarplaats:
Gent, STAM;
d)
eigendomssituatie:
overheidsbezit.
14°
a)
korte beschrijving:
koperen lijst van de grafplaat van Pieter Lansaem (+1489) en Lizebette Pauwelins (+1487), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1487, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, zwarte mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 248 x 152 cm; breedte van de lijst: 19,8 cm, inventarisnummer: MGB000125, objectnummer KIK: 154245, de koperen lijst was gevat in een stenen grafzerk die tijdens de eerste wereldoorlog verdwenen is. Zij bestaat uit vier brede banden, onderbroken door zes vierpassen, deze op de hoeken met de evangelistensymbolen en deze in het midden met de wapenschilden van Pieter Lansaem (links) en Lizebette Pauwelins (rechts).
Op de sierbanden tussen de golvende banderollen met de namen en sterfdata van de echtelieden, zijn zestien taferelen afgebeeld met de levenstijden van de mens. In levendige scènes, tegen een achtergrond van kronkelend bladwerk en met een rijkdom aan vestimentaire details, interieurzichten en dagelijkse gebruiksvoorwerpen, zien we: het bakeren van het kind, de eerste stappen, de vlindervangst, het onderwijs, het tolspel, het steltlopen, de schermles, de hofmakerij, de minnezanger, het schaakspel, het aanbieden van de ring, de zakenman, het kerkbezoek, de ouderdom, het stervensuur met de absoute, en tot slot de lijkbaar.
De zerk bevond zich tot 1860 in de vloer van de kapel van het O.-L.-Vrouwgasthuis in Ieper. Het was James Weale die de grafzerk herondekte, het belang en de schoonheid ervan inzag en hem tegen een zijmuur liet oprichten. De koperen lijst vertoont ernstige sleet door eeuwenlange betreding;
b)
motivatie
de koperen lijst uit de grafzerk van de Ieperse zakenman Lansaem en zijn echtgenote toont, als enige in ons land bewaard gebleven exemplaar, de levenstijden van de mens. Deze in de late middeleeuwen populaire thematiek blijkt een geliefd onderwerp geweest te zijn, o.a. in de miniatuurkunst, op wandtapijten, op kalenders en dus ook in de Brugse grafkunstproductie, waarvan nog slechts enkele fragmentarisch, met verzen in het Vlaams, in buitenlandse collecties (Duitsland, Engeland) te vinden zijn. De zestien levendige taferelen, tegen een achtergrond van kronkelend bladwerk, bieden een rijkdom aan vestimentaire details, interieurzichten en dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Pieter Lansaem en zijn echtgenote Lizebette Pauwelins lieten tevens een fundatieplaat na, waarin zeer gedetailleerd de plichten en de rechten van de stichtinguitvoerders en deze van de gunstelingen worden beschreven;
c)
bewaarplaats:
Ieper, Yper Museum;
d)
eigendomssituatie:
overheidsbezit.
15°
a)
korte beschrijving:
koperen fundatieplaat van Pieter Lansaem (+1489) en Lizebette Pauwelins (+1487), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1489, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 68.5 cm x 104 cm, inventarisnummer: MGB000126, objectnummer KIK: 154245, rechthoekige koperen plaat waarop in spaartechniek in gotische minuskels de tekst van de fundatie van de Ieperse stadsmagistraat Pieter Lansaem en zijn echtgenote Lizebette Pauwelins is gegraveerd.
In de hoeken onderaan zijn hun beider wapenschilden afgebeeld en midden in de benedenrand staan de letters P en L, verbonden met liefdesstrik;
b)
motivatie
deze met uitzonderlijk vakmanschap gegraveerde fundatietekst beschrijft uiterst nauwkeurig en gedetailleerd de stichtingsbepalingen en de taken, rechten en plichten van de uitvoerders en begunstigden.
De Ieperse stadsmagistraat Pieter Lansaem, die de lakenhandel in Ieper promootte, en zijn echtgenote waren de opdrachtgevers. Deze zeldzame fundatieplaat is bijzonder omwille van zijn lengte - 6472 letters - en kunstvolle uitvoering in spaartechniek (bijzondere artistieke waarde).
Ze werd wellicht vervaardigd in Brugge, zoals vermoedelijk ook de bewaard gebleven koperen lijst van hun grafzerk;
c)
bewaarplaats:
Ieper, Yper Museum;
d)
eigendomssituatie:
overheidsbezit.
16°
a)
korte beschrijving:
koperen gedenkplaat van Simon van den Berghe (+1433), Magriete van Caloen (+1417), Jan van den Berghe (+1461) en Katelijne Raets (+1462), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1450, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 61 x 56 cm, objectnummer KIK: 11034425, de gedenkplaat stelt Jan van den Berghe en echtgenote Katelijne Raets voor, geknield voor de tronende Madonna met Kind en vergezeld van hun patroonheiligen. De Vlaamse tekst in gotische minuskels onderaan vermeldt de namen en sterfdata van zijn ouders, Simon (+1433) en Magriete van Caloen (+1417) en de overlijdensdata van de afgebeelde opdrachtgevers. Deze data zijn duidelijk na het overlijden van beiden toegevoegd, wat laat vermoeden dat Jan de plaat reeds rond 1450 als eerbetoon aan zijn ouders liet graveren. De oorspronkelijke vulling in kleurmastiek bleef gedeeltelijk bewaard maar draagt sporen van brandschade;
b)
motivatie
tegen het einde van de 12de eeuw groeide Doornik uit tot het belangrijkste centrum voor de productie van grafzerken en grafplaten.
Vanaf het midden van de 13de eeuw bereikten de Doornikse ambachtslui een dermate hoog niveau van vakmanschap en afwerking dat de platen internationaal zeer gegeerd werden. Ronald Van Belle stelt dat geen andere productieateliers in het Westen op het vlak van tekening, iconografie, symbolisme, esthetiek en technische uitvoering de Doornikse grafkunst hebben weten te evenaren. In de 15de eeuw vermindert de export. In de 16de eeuw kent Doornik zijn neergang en begint de opmars van andere centra als Brugge, Gent, Antwerpen en Mechelen. Er is weinig van directe Doornikse oorsprong in het Vlaamse landsgedeelte bewaard gebleven, maar deze koperen gedenkplaat is een mooi voorbeeld. Deze met grote zin voor verfijning gegraveerde gedenkplaat kwam ca. 1450 tot stand in Doornik. Het is een mooi voorbeeld van het hoge niveau van afwerking en typische esthetiek van de Doornikse grafkunst (bijzondere artistieke waarde) en de enige in Vlaanderen bewaarde van onweerlegbaar Doornikse oorsprong;
c)
bewaarplaats:
Kortrijk, Sint-Maartenskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
17°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat van Florentine Wielant (+1524), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1524, objecttype: grafplaat, materiaal: rood koper, mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 162 x 89 cm, objectnummer KIK: 40754, de voorstellingswijze van de overledene in een architecturaal en heraldisch decor brengt twee grafkunsttypologieën samen: de traditionele van de laatgotiek, hiëratisch in duale houding afgebeeld, frontaal staande, de handen in gebed tegen elkaar en het hoofd rustend op een kussen, maar geplaatst in een halfcircelvormige renaissance nis, voorzien van florale elementen en cherubskopjes en een tapijtachtergrond met granaatappelmotief en franjerand. Bovenaan twee schilddragende engelen, gekleed naar de renaissance-mode. Het randschrift in gotische letters, in de hoeken onderbroken door een vierpas met de evangelistensymbolen, vermeldt de naam en sterfdatum van Florentine, alsook de namen en functies van haar beide echtgenoten.
Ondanks de fijne, ondiepe gravure en de eeuwenlange (tot einde 19de eeuw) ligging in de kerkvloer en bijgevolg betreding, bleef de grafplaat in goed staat, in weerwil van het middendoor splijten door manipulatie bij het eertijds herplaatsen tegen de muur en een granaatinslag.
Plaats van productie is niet bekend, maar auteurs vermoeden Antwerpen of Mechelen;
b)
motivatie:
de grafplaat is één van de zeldzaam overgebleven graf- en gedenkplaten in de kerken van vóór 1700. Het geheel is uitgevoerd in ondiepe burijngravure, wat de kunstenaar toeliet een picturaal aandoend resultaat te bereiken in de weergave van de kostbare stoffen, de plooienval, het hondje aan de voeten, de achtergrond... Door een scala aan arceringstypes bereikte de graveur een fijnzinnige picturale weergave van figuur en achtergrond, met oog voor detail, materiaalweergave en schaduwwerking (bijzondere artistieke waarde).
Florentine was de zus van de bekende rechtsgeleerde Filips Wielant, die zich met zijn echtgenote liet portretteren door de Brugse schilder Adriaen Isenbrant (op het triptiek van de Opdracht in de tempel in de Sint-Salvatorkathedraal te Brugge). Diverse auteurs merken tal van gelijkenissen op met het oeuvre van Isenbrant, zoals de halfcircelvormige nis met renaissancemotieven en het plooienspel in de lange engelengewaden. Aangenomen wordt daarom dat de Brugse schilder Adriaen Isenbrant het ontwerp leverde (ijkwaarde). Het geheel toont een grafkunst die stoelt op twee typologieën, de traditionele laatgotische voorstellingswijze en anderzijds reeds voldragen renaissancistische elementen (schakelfunctie);
c)
bewaarplaats:
Vichte, Sint-Stefanuskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
18°
a)
korte beschrijving:
koperen Gedenkplaat van Karel Andries Anthonis (+1893), vervaardiger: Lambert van Rijswijck, datering: 1895, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde mastiek, techniek: graveren, slaan, afmetingen: 172 x 112 cm, objectnummer KIK: 30359, Karel Anthonis, in bisschopsgewaad, knielt voor de troon van O.-L.-Vrouw met het zegenend kind op haar schoot. Achter hem staan zijn patroonheiligen Sint-Carolus Borromeus en Sint-Andries. Het tafereel krijgt diepte door de oplopende vloer in dambordpatroon en de schuin geplaatste gotische houten troonzetel met voetbankje en heeft als achtergrond een wandtapijt met granaatappelpatroon. Het Latijnse gedenkschrift vermeldt zijn titels, overlijdensdatum en begraving op het kerkhof van de abdij van Averbode. In de rand staat Lam. Van Rijswijck fec.;
b)
motivatie
de geestelijkheid van de Kempen liet voor Karel Andries Anthonis een gedenkplaat voor de kerk van Grobbendonk vervaardigen, de plek waar hij opgroeide. Voor het Maasgebied is het een zeldzame grafplaat in een kerk.
De gedenkplaat werd ontworpen en gegraveerd door de Antwerpse kunstenaar Lambert Van Rijswijck, die een aantal jaren voordien de gedenkplaat voor Petrus de Caters had gegraveerd. Het resultaat is van een bijzonder hoogstaande kwaliteit zowel in ambachtelijke uitvoering als inzake ontwerp. Het ontwerp baseerde Van Rijswijck waarschijnlijk op de Doornikse modellen, zoals de koperen gedenkplaat van bisschop Jean Avantage in Amiens of de stenen memorietafel van Vincent Breion (+1463) in de O.-L.-Vrouwekerk van Sint-Omaars. De gedenkplaat toont dus aan hoe de grafkunst van de neogotiek zich welhaast letterlijk liet inspireren door de middeleeuwse voorbeelden en deze tot een eigen ambachtelijk en esthetisch hoogstaande creatie kon optillen (ijkwaarde). De uitwerking van de figuren en van het decor in een verfijnde graveertechniek getuigt van het meesterlijke metier van de neogotische vakman (bijzondere artistieke waarde);
c)
bewaarplaats:
Grobbendonk, Sint-Lambertuskerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
19°
a)
korte beschrijving:
koperen van Franchoys van Wychuus (+1599) en Marije van Pollynchove (+1585), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1599, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde pasta, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 101.5 x 64.5 cm, objectnummer KIK: 11036405, geschaard rond de gekruisigde Christus zit het gezin van Wychuus - van Pollynchove in aanbidding geknield, links Francoys met negen zonen in harnas en wapenrok, rechts Marije met drie dochters, waarvan één kloosterlinge. Op de achtergrond strekt zich een berglandschap uit, met de stad Jeruzalem in de verte. Het tafereel is gevat in een renaissancetriomfboog. Op de boogpijlers telkens vier wapenschilden en tegen de bidbank (of altaar?) aan de voet van het kruis het ruitvormig wapenschild van Marye van Pollynchove. De boogvormige bekroning van de plaat bevat het wapenschild van Wychuus, gedekt met een tornooihelm met morenbuste. De gedachtenistekst in het Vlaams roemt vooral de krijgsverrichtingen van Francoys;
b)
motivatie
de enige Gentse figuratieve gedenkplaat uit de 16de eeuw die woelige tijden overleefd heeft (zeldzaam). Alle andere Gentse gedenkplaten hebben de opstanden en krijgsvernielingen niet overleefd. De gedenkplaat bevindt zich nog in goede staat en op haar oorspronkelijke plaats in de Sint-Baafskathedraal. Door het genuanceerd en kunstzinnige gebruik van diverse arceringstypes verkrijgt het tafereel een picturaal aanzicht, wat erop wijst dat het door een schilder ontworpen is (ijkwaarde);
c)
bewaarplaats:
Gent, Sint-Baafskathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
20°
a)
korte beschrijving:
koperen Gedenkplaat van Willem de Clerc (+1597), Magrite Scooff (+1598) en zoon Carel (+1608), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1608, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, gekleurde mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 112.5 x 70.5 cm, inventarisnummer: Met0196 objectnummer KIK: 139970, Willem de Clerc was verscheidene malen schepen in Mechelen, deken van het Wollewerk, meester van het commuun en schout van de stad. Bij de inname van de stad door de troepen van Oranje in 1572 weigerde hij de eed van trouw aan de nieuwe heerser, werd hij gevangen gezet maar kon opnieuw in functie treden onder Requesens waarbij hij zich ontpopte als bestrijder van het protestantisme. Het echtpaar zit geknield voor een huisaltaar, hij voorzien van een plaatharnas waarover een tabbaard met zijn blazoen, zij gehuld in een vrouwentabbaard, hoofdkapje en een brede mouwloze mantel. Achter hen hangt een aan drie ringen opgehangen kostbaar wandtapijt met granaatappelmotieven. De onderste helft van de plaat bevat het gedenkschrift in een cartouche met rolwerk, waarin zijn maatschappelijk status en functies worden geëtaleerd. Zestien wapenschilden vullen de zijranden, met boven de echtelieden hun persoonlijk wapenschild in rolwerk. De gehele gedenkplaat straalt het maatschappelijke belang van het stel en hun zoon Carel uit;
b)
motivatie
een van de weinige nog bewaard gebleven Mechelse koperen gedenkplaten met persoonsvoorstelling van vóór de 17de eeuw (zeldzaam). Vele grafplaten verdwenen door calvinistische plunderingen en in de daaropvolgende periode door de Franse Revolutie en verwaarlozing door de kerkbesturen zelf. De talrijke in spaartechniek uitgevoerde partijen (wapenschilden, kledij, tapijtachtergrond) bevatten nog hun kleurrijke mastiekvullingen. De zeer verzorgde uitvoering, deels in lijngravure en deels in met kleurmastiek gevulde spaartechniek, met portretgezichten en realistisch aandoende plooienval, wijst in de richting van de Mechelse kopergraveur Libert van Eeghem of omgeving (ijkwaarde);
c)
bewaarplaats:
Mechelen, Hof van Busleyden;
d)
eigendomssituatie:
overheidsbezit.
21°
a)
korte beschrijving:
koperen gedenkplaat van Lodewijc van Leefdaal (+1538) en Margriete s'Beeren (+1553), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1538-1553, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 83 x 60 cm, objectnummer KIK: 11036583, in deze gedenkplaat leeft de traditionele iconografie nog door met de frontale biddende figuren, de ogen gesloten en in dualistische staande houding met het hoofd rustend op een kussen. Lodewijk is in harnas, met daarover een wambuis en aan zijn voeten een leeuw. Magriete draagt een vrouwentabbaard met trechtermouwen, aan haar voeten ligt haar schoothondje. De figuren zijn geplaatst in een antiquiserend portaal en omringd met renaissancemotieven;
b)
motivatie
in deze gedenkplaat zijn de traditionele funeraire iconografie uit de late middeleeuwen en de nieuwe renaissance vormentaal op evenwichtige wijze verenigd (schakelfunctie). Door vakkundig gebruik van de lijngravure bereikt de anonieme kunstenaar een levendige schaduw- en dieptewerking (bijzondere artistieke waarde). Mogelijk moet hij in Antwerpen gesitueerd worden, wat deze plaat tot een zeldzaam overgebleven exemplaar van de grafkunstproductie uit de Scheldestad zou maken;
c)
bewaarplaats:
Tielen, St-Margaretakerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
22°
a)
korte beschrijving:
koperen inlegwerk van de grafzerk van Bernardijn van den Hove (de Curia) (+1517), Jan van Coudenberghe, Paul van Coudenberghe (+15..), Johan Beydens (+1526), Johanna Monnier (+1533), Paul de Grave (+1526), Catharina van Lacaengen (+15..), vervaardiger: onbekend, datering: ca. 1521-1533, objecttype: grafplaat, materiaal: kalksteen, koper, gekleurd email, techniek: graveren, gieten, steenhouwen, afmetingen grafsteen: 250 x 133 cm, objectnummer KIK: 89843, koperen inlegwerk van een grafsteen, dat zeven verschillende personen memoreert. De oorspronkelijke stenen zerk, die zich in de kapel van O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën van de Sint-Salvatorskathedraal bevond, werd in 1865 vervangen. Het koperwerk, ingewerkt in een nieuwe hardstenen drager, bevindt zich nu in een apsiskapel van de Nood Gods.
Het geheel bestaat uit een brede randlijst en twee platen inlegwerk in een complexe vierpasvorm. De randlijst, met in de hoeken een vierpas met wapenschild, is gevuld met een dubbele golvende tekstband met opschrift in gotische minuskels in spaartechniek, tegen een met florale motieven gevulde achtergrond. De twee koperen platen in vierpasvorm zijn opgebouwd uit tekstbanderollen. In de bovenste staat de figuur van notaris Bernardijn van den Hove centraal in een renaissancistische nis, op een dambordvloer en met een kostbaar tapijt als achtergrond. Alle vrije ruimte binnen de vierpas is gevuld met virtuoos gegraveerde florale motieven en rankwerk. Soortgelijke motieven vullen de ruimten tussen de lusvormig kronkelende tekstbanderol onderaan, met vier wapenschilden in het midden. Naast Bernardijn worden nog de gebroeders van Coudenberghe vermeld, respectievelijk pastoor en kanunnik van Sint-Salvator, notaris Jan Beydens en echtgenote Johanna Monnier, procureur Paul de Grave en zijn echtgenote Catharina van Lacaengen, allen stichters van de Broederschap van O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën. Vóór de restauratie van de platen in 1865 zou nog de originele kleurenpasta bewaard gebleven zijn, maar deze werd tijdens de behandeling vervangen door email;
b)
motivatie
deze met uitermate groot meesterschap gegraveerde inlegplaten memoreren de stichters van de O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën broederschap, die de Sint-Salvatorkerk verschillende belangrijke kunstwerken heeft nagelaten (bijzondere waarde voor het collectieve geheugen). Zowel van de randlijst als van de centrale inlegplaten bleef het graveerwerk uitstekend bewaard en getuigt van een hoogstaand artistiek vakmanschap (bijzondere artistieke waarde). Van dit type van randlijst, kenmerkend binnen de Brugse funeraire kunst, kan deze als de meest uitmuntende beschouwd worden. Het is zeldzaam overgebleven inlegwerk van vóór 1700;
c)
bewaarplaats:
Brugge, Sint-Salvatorkathedraal;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
23°
a)
korte beschrijving:
koperen grafplaat Joost de Damhoudere (+1581) en Louise de Chantraines (+1575), vervaardiger: onbekend, datering: 1575 - 1581, objecttype: grafplaat, materiaal: koper, zwarte mastiek, techniek: graveren, gieten, afmetingen: 180 x 122 cm, objectnummer KIK: 89033, de koperen grafplaat kan rechtstreeks gelinkt worden aan de zogeheten Damhoudertriptiek in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk, in 1574 gekonterfeit door Pieter Pourbus en nadien als gedenkteken opgehangen nabij de vloerzerk. In deze grafplaat werd resoluut afstand genomen van de traditie van de persoonsvoorstelling en gekozen voor heraldisch vertoon, gevat in een antiquiserend schijnportiek met wapenschilden, begeleidende banderollen en een grote rolwerkcartouche met grafschrift;
b)
motivatie
de grafplaat van Bruggeling Joost de Damhoudere, belangrijk rechtsgeleerde en politicus, raadsheer van Karel V en Filips II, en van zijn echtgenote Louise de Chantraine is één van de zeldzaam overgebleven graf- en gedenkplaten in de kerken van vóór 1700. De grafplaat werd hoogstwaarschijnlijk uitgevoerd naar een ontwerp van Pïeter Pourbus of directe omgeving. De traditionele funeraire iconografie met de afbeelding van de overledenen wordt resoluut verlaten voor een wereldlijke praal in de nieuwe renaissance vormentaal (schakelfunctie). Het graveerwerk, deels in spaartechniek, deels in lijngravure, toont een hoogstaand meesterschap, met picturale detail- en schaduwwerking (bijzondere artistieke waarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Onze-Lieve-Vrouwekerk;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
Art. 2.Volgende manuscripten worden als voorlopige maatregel opgenomen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap in hoofdafdeling 1, individuele voorwerpen; afdeling 3, cultuurhistorisch erfgoed:
1°
a)
korte beschrijving:
grafschriften oude Ste Walburgekerke in Brugge, vervaardiger: onbekend, datering: 18de eeuw, objecttype: manuscript, tekeningen, materiaal: papier, inkt, techniek: schrijven, lavis, afmetingen: 52 x 37 cm, 136 folio's inventarisnummer: Mss 455, objectnummer KIK: 111977, 136 folio's met ingekleurde tekeningen van de grafzerken en grafplaten die zich in de Brugse Sint-Walburgakerk bevonden. De samensteller is onbekend, maar mogelijk gaat het om de kerkmeester Jan Van Steelant.
De beslissing van keizerin Maria-Theresia om alle grafmonumenten die zich in de kerk bevonden tot eigendom van de kerkfabriek te maken, moet een extra stimulans betekend hebben om al het funerair bezit gedetailleerd in kaart te brengen. Des te meer omdat het gebouw zich al in een deplorabele staat bevond, en omstreeks 1780 werd afgebroken.
Op f. 1r is een alfabetisch overzicht van de grafschriften gekleefd.
De ingekleurde tekeningen zijn bijzonder fraai en nauwkeurig, wat het handschrift tot het meest prestigieuze en betrouwbare document in zijn genre maakt in Brugs bezit;
b)
motivatie
handschrift 455 vormt met zijn 136 folio's aan ingekleurde tekeningen een uniek document van het verdwenen funerair erfgoed uit de in 1780 afgebroken Sint-Walburgakerk te Brugge. De fraai ingekleurde afbeeldingen zijn zeer nauwkeurig en daardoor een betrouwbare historische bron, wat het handschrift tot het meest prestigieuze en betrouwbare document in zijn genre maakt in Brugs bezit (ijkwaarde).
Het handschrift biedt ook een goed zicht op de evolutie van de grafkunst en is zeer belangrijk voor de studie van de typologie. Het vormt een schakel in de studie van de Doornikse funeraire kunst en haar doorwerking in Brugge;
c)
bewaarplaats:
Brugge, Openbare Bibliotheek Brugge;
d)
eigendomssituatie:
bezit kerkfabriek.
2°
a)
korte beschrijving:
geïllustreerde grafschriften- en blazoenenverzameling uit Sint-Donaas te Brugge en andere kerken of kapellen in Vlaanderen, vervaardiger: Pieter Lodewijk Frans de Molo, datering: ca 1786, objecttype: manuscript, tekeningen, materiaal: papier, inkt, techniek: schrijven, lavis, afmetingen: 44 x 27 cm, het geheel bestaat uit 566 folio's, inventarisnummers: Hs. 595 I en Hs. 595 II, objectnummers KIK: 111990 en 111991, Pieter de Molo begon vanaf 1786 mappen aan te leggen met notities en ingekleurde tekeningen van de inboedel van Sint-Donaas, waaraan hij als kanunnik verbonden was. Hij bracht onder andere de talrijke graf- en gedenkstenen en -platen in beeld, weliswaar niet altijd accuraat en soms zelfs gefantaseerd. Veel aandacht ging naar de blazoenen, waardoor zijn verzamelde tekeningen veel aandacht genoten in adellijke kringen. Dertien jaar na de aanvang van zijn geschriften werd de kerk verkocht en vervolgens afgebroken. De twee voorste schutbladen bevatten een toevoeging met grafschriften uit verschillende Vlaamse kerken;
b)
motivatie
de twee delen van het "Receuil de tous les tombeaux, épitaphes et pierres sépulcrales qui ont existé dans la ci-devant église cathédrale de S. Donas à Bruges, receuillis par M. Pierre Molo" vormen een belangrijke, zeldzame en onvervangbare bron van informatie over de verdwenen grafkunst, in het bijzonder uit de toenmalige Sint-Donaaskerk, ofschoon zij, in vergelijking met handschrift 455 over de verdwenen Sint-Walburga, accuratesse ontberen en soms volledig gefantaseerde grafmonumenten opvoeren (ijkwaarde);
c)
bewaarplaats:
Brugge, Openbare bibliotheek Brugge;
d)
eigendomssituatie:
overheidsbezit.
Tegen dit besluit kan een beroep tot nietigverklaring of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging worden ingediend bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het verzoekschrift wordt ingediend, hetzij elektronisch via een beveiligde website van de Raad van State (http://eproadmin.raadvst-consetat.be/), of met een ter post aangetekende brief die wordt toegezonden aan de Raad van State (Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel). Het verzoekschrift wordt ingediend binnen een termijn van zestig dagen nadat de beslissing werd betekend. Indien de beslissing niet betekend diende te worden, gaat de termijn in met de dag waarop de verzoeker er kennis van heeft gehad.