gepubliceerd op 30 april 1999
Lijst van de beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of van een land dat behoort tot de Europese Economische Ruimte en die in België beleggingsdiensten in vrij verkeer verrichten
COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN
Lijst van de beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of van een land dat behoort tot de Europese Economische Ruimte en die in België beleggingsdiensten in vrij verkeer verrichten De Commissie voor het Bank- en Financiewezen maakt met toepassing van artikel 110 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs en van de artikelen 4 en 34 van het koninklijk besluit van 20 december 1995 betreffende de buitenlandse beleggingsondernemingen, jaarlijks de lijst op van de beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of van een land dat behoort tot de Europese Economische Ruimte en die in België beleggingsdiensten in vrij verkeer verrichten.
De lijst van de buitenlandse beleggingsondernemingen die de Commissie voor het Bank- en Financiewezen een kennisgeving hebben gedaan voor één of meer diensten als bedoeld in artikel 46, van de wet van 6 april 1995 wordt op 31 december 1998 als volgt vastgelegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Brussel, 17 februari 1999.
De Voorzitter, J.-L. Duplat. _______ Nota's (1) Met beleggingsdiensten worden bedoeld 1.a het ontvangen en doorgeven voor rekening van beleggers, van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten, met inbegrip van het met elkaar in contact brengen van twee of meer beleggers waardoor tussen deze beleggers een transactie in een financieel instrument tot stand kan komen; 1.b het uitvoeren van de hiervoor bedoelde orders voor rekening van derden; 2. het handelen voor eigen rekening in eender welk financieel instrument;3. het per cliënt op discretionaire basis beheren van beleggingsportefeuilles op grond van een door de beleggers gegeven opdracht, voor zover die portefeuilles een of méér financiële instrumenten omvatten; 4. de overname van uitgiften van alle of bepaalde financiële instrumenten en/of het plaatsen van die uitgiften.