gepubliceerd op 17 januari 2012
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vakbondsvorming
1 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vakbondsvorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vakbondsvorming.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 december 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 Vakbondsvorming (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2011 onder het nummer 104913/CO/149.02) In uitvoering van artikel 20 van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 juni 2011 HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen
Art. 2.Deze beschikkingen regelen de toepassing van punt 7 van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971, betreffende de syndicale vorming, en van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juli 1974, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 12 september 1972 en 5 september 1974.
Art. 3.Rekening houdend met de rol die de vertegenwoordigers van de arbeiders in de ondernemingen spelen, wordt hun binnen de hierna omschreven grenzen, faciliteiten verleend om vormingscursussen te volgen die nodig zijn voor het volbrengen van hun taak in de beste voorwaarden.
Art. 4.In functie daarvan wordt het de vertegenwoordigers van de arbeiders toegestaan zonder loonderving, op tijdstippen die samenvallen met de normale arbeidsuren en volgens zekere modaliteiten, cursussen en seminaries bij te wonen, die : a) worden georganiseerd door de nationale of regionale vakverbonden of hun beroepscentrales, hun regionale afdelingen inbegrepen;b) zijn gericht op de vervolmaking van hun economische, sociale, technische en syndicale kennis binnen het kader van hun taak als vertegenwoordigers van de arbeiders. HOOFDSTUK III. - Toekenningsmodaliteiten
Art. 5.a) De begunstigden van deze bepalingen zijn ofwel de effectieve ofwel de plaatsvervangende leden, verkozen of aangewezen leden van de ondernemingsraden, van de comités voor preventie en bescherming op het werk en van de vakbondsafvaardigingen daar waar een of meerdere van deze organen bestaan.
In zekere uitzonderlijke gevallen, afzonderlijk in gemeenschappelijk overleg bepaald tussen het ondernemingshoofd en de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis de betrokken vakorganisatie, kunnen evenwel een of meerdere van de in de vorige paragraaf bedoelde lasthebbers worden vervangen door andere syndicale verantwoordelijken, die door de meest representatieve werknemersorganisaties bij naam zullen worden aangeduid. b) De duur van de afwezigheid wegens het bijwonen van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde cursussen en seminaries, is vastgesteld op twaalf dagen per vast mandaat over een periode van vier jaar.c) Het globaal aantal van de in b) van dit artikel bepaalde toegestane afwezigheidsdagen, wordt onder de meest representatieve werknemersorganisaties verdeeld naar rata van het aantal mandaten die zij in de drie in elke onderneming bestaande vertegenwoordigingsorganen hebben verkregen.d) Elke afwezigheidsdag, krachtens deze bepalingen toegestaan en de door de rechthebbenden besteed aan de syndicale vorming tijdens effectieve werkdagen, wordt door de werkgever betaald op basis van het normaal loon, berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974).e) De meest representatieve werknemersorganisaties dienen drie weken op voorhand bij de betrokken werkgevers hun schriftelijke aanvraag in om toestemming tot afwezigheid van hun leden wegens het bijwonen van cursussen voor syndicale vorming. Deze aanvraag moet vermelden : - de naamlijst van de vakbondsmandatarissen waarvoor een toelating tot afwezigheid gevraagd wordt, evenals de duur van die afwezigheid; - de datum en de duur van de ingerichte cursussen; - de thema's die zullen worden onderwezen en bestudeerd. f) Teneinde te voorkomen dat de gelijktijdige afwezigheid van een of verscheidene arbeiders de organisatie van het werk zou verstoren, worden het ondernemingshoofd en de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis de betrokken vakorganisatie het per geval eens over het maximum aantal toe te stane afwezigheden.g) Bij voorkeur dienen de in punt b) van dit artikel bepaalde dagen in volledige dagen en niet aaneensluitend te worden genomen.Daartoe dienen op ondernemingsvlak afspraken gemaakt te worden. HOOFDSTUK IV. - Procedure
Art. 6.Alle geschillen waartoe de toepassing van deze bepalingen aanleiding zou kunnen geven, worden onderzocht in het raam van de normale verzoeningsprocedure.
Art. 7.De in deze bepalingen niet voorziene gevallen worden onderzocht door het Paritair Subcomité voor het koetswerk. HOOFDSTUK V. - Vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de syndicale vorming van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 maart 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/03/2008 pub. 17/04/2008 numac 2008012270 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2007-2008 voor de havenarbeiders van het logistiek contingent sluiten (Belgisch Staatsblad van 14 april 2008). HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetwerk en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/2011 pub. 14/12/2011 numac 2011021110 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de Republiek Zuid-Soedan sluiten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET