gepubliceerd op 27 augustus 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de eindejaarspremie
1 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de eindejaarspremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de eindejaarspremie.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83843/CO/142.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en de arbeidsters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. HOOFDSTUK II. - Toekenningsmodaliteiten
Art. 2.Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden, wordt een eindejaarspremie door de werkgevers toegekend aan de bij artikel 1 bedoelde arbeiders die op 30 november van het refertejaar in het personeelsregister van de onderneming zijn ingeschreven.
Art. 3.Deze eindejaarspremie wordt vastgesteld op 9,1 pct. van het jaarlijks brutoloon.
Art. 4.Het refertejaar voor de berekening van de eindejaarspremie vangt aan op 1 december van het voorgaande jaar, en eindigt op 30 november van het lopende jaar.
Art. 5.Het in artikel 3 vermelde bedrag geldt voor de arbeiders die op 30 november van het refertejaar een dienstanciënniteit van één jaar hebben in de onderneming.
Art. 6.De arbeiders die sedert tenminste drie maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld, hebben recht op een premie gelijk aan 9,1 pct. van het brutoloon verdiend in de onderneming tijdens het refertejaar.
Art. 7.Onder "jaarlijks brutoloon" zoals bedoeld bij artikel 3, wordt verstaan : het gedurende het refertejaar ontvangen brutoloon voor de werkelijk gepresteerde werkuren met uitsluiting van de premies voor overuren.
Worden met gepresteerde uren gelijkgesteld : 1) de arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit arbeidsongevallen of beroepsziekten;2) de arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit andere ongevallen of ziekten, voor zover zij een ononderbroken duur van ten minste één maand hebben.De gelijkstelling wordt tot 60 dagen beperkt. 3) de afwezigheden voortvloeiend uit wettelijk kort verlet, syndicale vorming, wederoproeping onder de wapens, bevallingsrust, vaderschapsverlof, syndicale opdrachten en door de werkgever toegestane afwezigheden voor aan het wettelijk kort verlet gelijkaardige motieven, uitgezonderd de door de werkman of werkster aangevraagde onbezoldigde bijkomende vakantie.4) de wettelijk betaalde feestdagen.
Art. 8.De tijdens het refertejaar gepensioneerde of op brugpensioen gestelde arbeiders, alsook de rechthebbenden van een in hetzelfde jaar overleden arbeider genieten de eindejaarspremie, zoals vastgesteld bij artikel 3.
Onder "rechthebbenden" wordt verstaan : de fysische persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen.
Het in aanmerking te nemen jaarlijks brutoloon is dit van de laatste twaalf maand van de loopbaan van de arbeider.
Art. 9.De arbeiders die gedurende het refertejaar worden ontslagen om gelijk welke reden, behalve de dringende reden, genieten een premie gelijk aan 9,1 pct. van het brutoloon verdiend in de onderneming tijdens het refertejaar, en zelfs wanneer zij gedurende hun opzeg een tegenopzeg geven. Ook de periode gedekt door een verbrekingsvergoeding, geeft recht op deze pro rata eindejaarspremie.
Art. 10.De arbeiders die aan de bij de artikelen 5 en 6 bedoelde anciënniteitsvoorwaarden voldoen en de onderneming in de loop van het refertejaar vrijwillig verlaten, genieten een premie gelijk aan 9,1 pct. van het brutoloon verdiend in de onderneming tijdens het refertejaar.
De arbeiders die de onderneming verlaten ontvangen de eindejaarspremie op het ogenblik van hun vertrek. HOOFDSTUK III. - Betaling
Art. 11.De eindejaarspremie wordt uiterlijk op 31 december van elk beschouwd jaar betaald. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005 betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 januari 2006 (Belgisch Staatsblad van 6 april 2006).
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 2007 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET