gepubliceerd op 03 oktober 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding
1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de vlasbereiding Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 Invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2005 onder het nummer 76758/CO/120.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding.
Met "werklieden" worden ook de werksters bedoeld.
Art. 2.De partijen vragen de algemeen verbindendverklaring aan.
Art. 3.Begrippen en definities Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verstaan onder : 3.1. WAP : de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003). 3.2. Loon : het totale loon van de werklieden onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen, zonder de verhoging van 8 pct. voor het vakantiegeld. 3.3. CAO van 14 december 1999 : de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999 ter invoering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van het wettelijk pensioenstelsel, geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54528/CO/122, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 2001 (Belgisch Staatsblad van 7 september 2001). 3.4. KB solidariteitsprestaties : het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003).
Doelstelling
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enig onderwerp het invoeren van het aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de vlasbereiding en de regels ervan vast te leggen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt in het bijzonder afgesloten in het kader van artikel 10, § 2 van de WAP; het betreft immers een sociaal sectorenpensioenstelsel. Dit sociaal pensioenplan geniet van het bijzonder statuut, vastgesteld in artikel 1762, 4bis van het Wetboek van met zegel gelijkgestelde taksen en in artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, vermits het aan de wettelijke voorwaarden voldoet zoals bepaald in artikel 10, § 1, van de WAP.
Art. 5.Het reglement van het aanvullend pensioen en het reglement van solidariteitstoezegging maken integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Inrichter
Art. 6.De inrichter van het sociaal sectoraal pensioenplan is het "Waarborg- en Sociaal Fonds der vlasbereiding".
Uitvoerder van de pensioentoezegging
Art. 7.Bij toepassing van artikel 8 van de WAP wordt als pensioeninstelling gekozen voor ING Insurance NV, met maatschappelijke zetel Sint-Michielswarande 70, te 1040 Brussel.
Uitvoerder van de solidariteitstoezegging
Art. 8.Bij toepassing van artikel 47 van de WAP wordt de uitvoering van de solidariteitstoezegging toevertrouwd aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", Poortakkerstraat 100, te 9051 Gent (S-D-W) dat de solidariteitstoezegging, afgezonderd van zijn andere activiteiten, zal beheren.
Bijdragen en waarborgen
Art. 9.De totale bijdrage wordt vastgesteld op 0,60 pct. van het loon.
Hiervan wordt 0,57 pct. van het loon aangewend tot financiering van de opbouw van een aanvullend pensioen zoals beschreven in artikel 11 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Hiervan wordt 0,03 pct. van het loon aangewend tot financiering van de solidariteitsprestaties zoals beschreven in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 10.De reserves opgebouwd in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999 worden voor de op 1 januari 2004 actieve aangeslotenen op geïndividualiseerde basis aangewend als éénmalige koopsom. Deze koopsom wordt aangewend overeenkomstig de verdeling in artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 11.De bijdragen voor de pensioentoezegging worden aangewend in een verzekeringstechniek "Uitgesteld Kapitaal met Tegenverzekering van de Reserve" (UKMR).
De aanspraken op het aanvullend pensioen worden bepaald overeenkomstig het pensioenreglement, dat als bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden gehecht.
Art. 12.De bijdragen voor de solidariteitstoezegging worden, voor zover de middelen beschikbaar zijn, aangewend binnen volgende solidariteitsdekkingen : - conform artikel 1, 1°, a, van het KB solidariteitsprestaties, de financiering van de opbouw van het aanvullend rust- en/of overlijdenspensioen, tijdens de periodes van tijdelijke werkloosheid in de zin van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en de werkloosheid ten gevolge van overmacht, staking of lock-out of ten gevolge van een sluiting wegens jaarlijkse vakantie; - conform artikel 1, 1°, c, van het KB solidariteitsprestaties, de financiering van de opbouw van het aanvullend rust- en/of overlijdenspensioen tijdens de vergoede periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, invaliditeit, bevallings- of zwangerschapsrust, en de periodes die worden gedekt door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte; - conform artikel 1, 2°, b, van het KB solidariteitsprestaties, de vergoeding onder vorm van rente van inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan beperkt tot 20 000 EUR per jaar. De renten waarvan het jaarlijkse bedrag kleiner is dan 300 EUR mogen in kapitaal worden vereffend.
De aanspraken op en de niveaus van deze solidariteitsdekkingen zullen worden bepaald in het reglement van de solidariteitstoezegging, dat als bijlage 2 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden gehecht.
Het geheel van de solidariteitsdekkingen is een middelenverbintenis.
Dit wil zeggen dat de niveaus van de prestaties door de inrichter kunnen worden aangepast, met het oog op het behouden van het financieel evenwicht, overeenkomstig de bepalingen van de WAP, het KB solidariteitsprestaties en van het koninklijk besluit van 14 november 2003, tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van een solidariteitstoezegging (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003).
Inwerkingtreding en opzeggingsmodaliteiten
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2004 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden beëindigd, mits een opzegging van zes maanden wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding. De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10, § 1, 3°, van de WAP wordt nageleefd, wat betekent dat de beslissing tot opheffing van het sociaal sectoraal pensioenstelsel alleen geldig is wanneer zij 80 pct. van de stemmen van de in het paritair subcomité benoemde, gewone of plaatsvervangende leden, die de werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van de stemmen van de in het paritair subcomité benoemde, gewone of plaatsvervangende leden, die de werknemers vertegenwoordigen, heeft behaaid.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding Solidariteitsreglement 1. Voorwerp en doel van de solidariteitstoezegging Artikel 1.Voorwerp In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 richt het "Waarborg en Sociaal Fonds der vlasbereiding" een solidariteitstoezegging in ten gunste van de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden zoals hierna in het solidariteitsreglement bepaald.
Art. 2.Doel Het doel van dit reglement bestaat in het definiëren van de voorwaarden en modaliteiten van de solidariteitsprestaties. Hierdoor zal de pensioentoezegging, ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 ten gunste van de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding (PSC 120.02), kunnen genieten van het bijzonder statuut bedoeld in artikel 10 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. 2. Werking in de tijd Art.3. Aanvangs- en einddatum van de solidariteitstoezegging De aanvangsdatum van de solidariteitstoezegging is 1 januari 2004.
De solidariteitstoezegging loopt steeds samen met de pensioentoezegging ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 ten gunste van de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding.
De solidariteitstoezegging neemt automatisch een einde op het ogenblik dat de pensioentoezegging ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 ten gunste van de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, beëindigd wordt. 3. Definities Art.4. Definities Paritair Subcomité : Het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding (PSC 120.02).
Pensioentoezegging : De pensioentoezegging ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 ten gunste van de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding.
Solidariteitstoezegging : De solidariteitstoezegging ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 ten gunste van de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden zoals hierna in het solidariteitsreglement bepaald.
Inrichter : De inrichter van de solidariteitstoezegging is het "Waarborg en Sociaal Fonds der vlasbereiding".
Solidariteitsinstelling : De solidariteitsinstelling is de uitvoerder van de solidariteitstoezegging, met name het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding", gevestigd te 9051 Gent, Poortakkerstraat 100.
Pensioeninstelling : De pensioeninstelling is de uitvoerder van de pensioentoezegging, met name ING Insurance NV, gevestigd te 1040 Brussel, Sint-Michielswarande 70.
Werkgever : De ondernemingen die personeel tewerkstellen dat ressorteert onder het paritair comité en onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 valt.
Aangeslotene : De werknemer die beantwoordt aan de hierna beschreven aansluitingsvoorwaarden.
Begunstigde : De natuurlijke of rechtsperso(o)n(en) aan wie de uitkering, overeenkomstig het solidariteitsreglement, moet gebeuren.
Individuele rekening : De binnen de pensioeninstelling per aangeslotene voorziene individuele rekening, waarop de premie voor de pensioentoezegging per actieve aangeslotene van de pensioentoezegging, wordt gestort.
Bijdrage solidariteitstoezegging : Het bedrag, betaald door de werkgever tot financiering van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor de solidariteitstoezegging. De opeenvolgende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten worden in bijlage aan het solidariteitsreglement gehecht en maken er integraal deel van uit. Bij aanvang van de solidariteitstoezegging geldt de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004.
Uittreding : De beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering voor zover de aangeslotene geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever.
Solidariteitsfonds : Stelsel van collectieve reserve dat wordt beheerd overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. Het solidariteitsfonds wordt ondergebracht bij de solidariteitsinstelling en wordt volledig afzonderlijk van de andere activiteiten van de solidariteitsinstelling beheerd.
Toezichtscomité : Het comité binnen de solidariteitsinstelling dat voor de helft is samengesteld uit leden die het personeel vertegenwoordigen aan wie deze solidariteitstoezegging wordt gedaan en voor de andere helft uit werkgevers bestaat.
CBFA : De Commissie voor het bank, financie- en assurantiewezen, opgericht door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en het koninklijk besluit van 25 maart 2003.
WAP : De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
KB leven : Het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit.
KB solidariteitsprestaties : Het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels.
KB financiering solidariteitstoezegging : Het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging.
RSZ : De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Risicotarief : Het geheel van de door de verzekeraar toegepaste tariferingsregels van toepassing op de verzekerde risico's zoals onder toepassing van het KB leven, neergelegd in het technische dossier bij de CBFA. Deze tariferingsregels omvatten bepalingen betreffende het rendement, de eventueel gebruikte sterftetafel en de aangerekende kosten. 4. Solidariteitstoezegging Art.5. Uitvoering van de solidariteitstoezegging In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 wordt de solidariteitstoezegging uitgevoerd door de solidariteitsinstelling.
De solidariteitsinstelling duidt een actuaris aan die voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in het koninklijk besluit van 22 november 1994 houdende de uitvoering van artikel 40bis van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen.
De solidariteitsinstelling is op het einde van ieder boekjaar belast met het opstellen van een resultatenrekening en een balans met activa en passiva van het solidariteitsfonds. De solidariteitsinstelling zendt deze stukken binnen de maand na hun goedkeuring door aan de CBFA.
Art. 6.Uitvoering van de solidariteitstoezegging De solidariteitsinstelling kan bij collectieve arbeidsovereenkomst gewijzigd worden. In dit geval wordt het solidariteitsfonds aan de nieuwe solidariteitsinstelling overgedragen. Deze wijziging mag geen enkele vergoeding of verlies van rendement ten laste van de aangeslotene als gevolg hebben. Op het ogenblik van de overdracht mogen geen kosten of vergoedingen aan de reserves worden onttrokken.
De inrichter licht de CBFA voorafgaandelijk in met betrekking tot deze wijziging en de eventueel daaruit voortvloeiende overdracht van het solidariteitsfonds.
De inrichter stelt de aangeslotenen voorafgaandelijk in kennis van deze wijziging bij gewoon schrijven.
Art. 7.Aansluitingsvoorwaarden Alle werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, die op de aanvangsdatum van de solidariteitstoezegging of op elke latere datum verbonden zijn door middel van een arbeidsovereenkomst met een werkgever, ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst, worden aangesloten bij de solidariteitstoezegging.
Art. 8.Solidariteitsprestaties Voor zover de middelen beschikbaar zijn, worden de volgende solidariteitsprestaties voorzien voor de aangeslotenen aan de solidariteitstoezegging : Prestatie 1 : Conform artikel 1, 1°, c, van het KB solidariteitsprestaties : de financiering van de opbouw van het aanvullend rust- en/of overlijdenspensioen tijdens de vergoede periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, invaliditeit, bevallings- of zwangerschapsrust, en de periodes die worden gedekt door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte.
Er wordt een solidariteitsprestatie voorzien van 0,05 EUR per dag inactiviteit in dit kader en dit gedurende een maximale aaneengesloten periode van 730 kalenderdagen.
Prestatie 2 : Conform artikel 1, 1°, a, van het KB solidariteitsprestaties : de financiering van de opbouw van het aanvullend rust- en/of overlijdenspensioen, tijdens de periodes van tijdelijke werkloosheid in de zin van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en de werkloosheid ten gevolge van overmacht, staking of lock-out of ten gevolge van een sluiting wegens jaarlijkse vakantie.
Er wordt een solidariteitsprestatie voorzien van 0,05 EUR per dag inactiviteit in dit kader, zonder beperking in de tijd of tijdsduur.
Prestatie 3 : Conform artikel 1, 2°, b, van het KB solidariteitsprestaties : de vergoeding onder vorm van rente van inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan beperkt tot 20 000,00 EUR per jaar. De renten waarvan het jaarlijks bedrag kleiner is dan 300,00 EUR mogen in kapitaal worden vereffend.
De vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden van de aangeslotene wordt uitgedrukt als een tijdelijke onvoorwaardelijke, niet overdraagbare en niet indexeerbare rente met een looptijd van 5 jaar van 129,00 EUR per jaar. Binnen de grenzen bepaald in de WAP en het KB solidariteitsprestaties wordt de nominale som van de rentes op het moment van overlijden gecumuleerd uitgekeerd. De begunstigde heeft steeds het recht om de uitkering in de vorm van een eenmalig kapitaal te vragen.
De solidariteitstoezegging is een middelenverbintenis. Dit heeft als gevolg dat het niveau van de solidariteitsprestaties door de inrichter kan aangepast worden in functie van de beschikbare middelen conform het KB financiering solidariteitstoezegging wat betreft de nog niet (volledig) vergoede prestaties. Indien het niveau van de solidariteitsprestaties verminderd wordt zal steeds eerst prestatie 1 verminderd worden, dan prestatie 2 en als laatste prestatie 3.
De solidariteitsprestaties treden in werking op de aanvangsdatum van de solidariteitstoezegging.
Van zodra een aangeslotene niet langer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet, kan hij geen aanspraak meer maken op de solidariteitsprestaties.
Art. 9.Begunstigde De prestatie bij overlijden van de aangeslotene : In geval van overlijden van de aangeslotene wordt de solidariteitsprestatie in geval van overlijden uitgekeerd aan de begunstigde zoals bepaald overeenkomstig het pensioenreglement van de pensioentoezegging met uitsluiting van het financieringsfonds van de pensioentoezegging.
De uitkering gebeurt in principe vanuit het solidariteitsfonds. Bij ontstentenis van een begunstigde blijft de prestatie in het solidariteitsfonds.
Indien de prestatie bij overlijden van de aangeslotene verzekerd is bij een verzekeraar en de verzekerden van de verzekeringsovereenkomst de aangeslotenen zijn, zal de uitkering niet vanuit het solidariteitsfonds gebeuren maar door de verzekeraar. Bij ontstentenis van een begunstigde, met uitsluiting van het financieringsfonds van de pensioentoezegging, wordt de prestatie in het solidariteitsfonds gestort.
De solidariteitsinstelling, of de verzekeraar indien de prestatie bij overlijden van de aangeslotene verzekerd is bij een verzekeraar, kan ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde te verifiëren.
De prestatie in geval van arbeidsongeschiktheid : In geval van arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene wordt de solidariteitsprestatie in geval van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd aan de pensioeninstelling op de individuele rekening van de aangeslotene.
De inrichter deelt vóór de verschuldigdheidsdatum van toepassing in de pensioentoezegging, de prestatie in geval van arbeidsongeschiktheid mee aan de solidariteitsinstelling.
De uitkering gebeurt in principe vanuit het solidariteitsfonds.
Indien echter de prestatie bij arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene verzekerd is bij een verzekeraar en de verzekerde van de verzekeringsovereenkomst de aangeslotene is, zal de uitkering niet vanuit het solidariteitsfonds gebeuren maar door de verzekeraar.
De prestatie in geval van tijdelijke werkloosheid in de zin van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en de werkloosheid ten gevolge van overmacht, staking of lock-out of ten gevolge van een sluiting wegens jaarlijkse vakantie : in geval van werkloosheid van de aangeslotene wordt de solidariteitsprestatie in geval van werkloosheid uitgekeerd aan de pensioeninstelling op de individuele rekening van de aangeslotene.
De inrichter deelt vóór de verschuldigdheidsdatum van toepassing in de pensioentoezegging, de prestatie in geval van werkloosheid mee aan de solidariteitsinstelling.
De uitkering gebeurt in principe vanuit het solidariteitsfonds.
Indien echter de prestatie bij werkloosheid van de aangeslotene verzekerd is bij een verzekeraar en de verzekerde van de verzekeringsovereenkomst de aangeslotene is, zal de uitkering niet vanuit het solidariteitsfonds gebeuren maar door de verzekeraar.
Art. 10.Wijziging en beëindiging van de solidariteitstoezegging De solidariteitstoezegging kan gewijzigd of stopgezet worden door een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst die de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 wijzigt of opheft. In die gevallen zal ook het solidariteitsreglement gewijzigd of beëindigd worden. Indien het financiële evenwicht van het solidariteitsfonds verstoord wordt (zowel in positieve als in negatieve zin), is een wijziging van de pensioentoezegging verplicht.
Indien de solidariteitstoezegging in het kader van het mislukken van het herstelplan gewijzigd wordt en de genomen maatregelen onvoldoende zijn, wordt de solidariteitstoezegging onherroepelijk beëindigd.
Bij beëindiging van de solidariteitstoezegging wordt het solidariteitsfonds bij gelijke delen vereffend ten voordele van de aangeslotenen die op datum van de vereffening van het solidariteitsfonds bij een werkgever zijn tewerkgesteld door middel van een arbeidsovereenkomst en aan de aansluitingsvoorwaarden van de solidariteitstoezegging voldoen. Het solidariteitsfonds mag nooit geheel of gedeeltelijk aan de inrichter, de solidariteitsinstelling en/of de werkgever worden teruggestort.
Een wijziging of een beëindiging van de solidariteitstoezegging kan enkel uitgevoerd worden mits het advies van de aangeduide actuaris aangaande deze beslissing werd ingewonnen. 5. Solidariteitsfonds Art.11. Inrichting van het solidariteitsfonds In uitvoering van dit solidariteitsreglement wordt een solidariteitsfonds ingericht bij de solidariteitsinstelling.
Art. 12.Financiering van het solidariteitsfonds Het solidariteitsfonds wordt gefinancierd door : - de bijdrage solidariteitstoezegging. Deze wordt vóór de verschuldigdheidsdatum door de inrichter meegedeeld en wordt gestort op de bankrekening van de solidariteitsinstelling. De storting gebeurt elk kwartaal ten laatste op : 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december. De solidariteitsinstelling stort deze bedragen onverwijld door in het solidariteitsfonds; - de financiële resultaten die het fonds realiseert op het eigen vermogen; - de solidariteitsprestatie bij overlijden in zoverre er geen begunstigde is; - de solidariteitsprestatie bij overlijden in zoverre deze niet binnen de 3 jaar werd opgevraagd door de begunstigde.
Art. 13.Aanwending van het vermogen van het solidariteitsfonds Het vermogen van het solidariteitsfonds kan slechts worden aangewend voor de betaling van : - solidariteitsprestaties in uitvoering van het solidariteitsreglement; - verzekeringspremies in uitvoering van een verzekeringscontract dat het risico van één of meerdere solidariteitsprestaties dekt bij een verzekeraar; - de kosten eigen aan het beheer van de solidariteitstoezegging.
Het vermogen moet conform het KB financiering solidariteitstoezegging deels aangewend worden voor het aanleggen van : - voorzieningen voor lopende uitkeringen; - vergrijzingsvoorzieningen voor fluctuaties van risico's ingeval een met de leeftijd stijgende voorvalswet; - voorzieningen om het hoofd te bieden aan afwijkingen met betrekking tot de risico's overlijden en invaliditeit.
Met betrekking tot de bestemming van de fondsen moet steeds voorafgaand het advies van de aangeduide actuaris ingewonnen zijn.
Indien de solidariteitsdekking verzekert is bij een verzekeraar moeten geen voorzieningen worden aangelegd indien de aangeslotenen rechtstreekse begunstigden van de verzekeringsovereenkomst zijn.
Indien de solidariteitsdekking verzekerd is bij een verzekeraar en de aangeslotenen geen rechtstreekse begunstigden van de verzekeringsovereenkomst zijn, kunnen de voorzieningen gedekt worden door een vordering op de verzekeraar. Het vermogen dat aangewend is als een voorziening kan niet aangewend worden voor de betaling van een solidariteitsprestatie.
Indien de activa van het solidariteitsfonds en de aangelegde voorzieningen de schulden niet dekken, legt het solidariteitsfonds aan het CBFA binnen een termijn van drie maanden een herstelplan voor met de maatregelen om die toestand te verhelpen.
Art. 14.Maatregelen bij mislukken van herstelplan en vereffeningsmodaliteiten Indien de aangewezen actuaris in zijn advies vaststelt dat het herstelplan zoals opgesteld in uitvoering van het artikel "Aanwending van het vermogen van het solidariteitsfonds" mislukt is, wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 betreffende het sociaal sectoraal pensioenstelsel herzien. Deze herziening kan een wijziging of een beëindiging van de solidariteitstoezegging tot gevolg hebben. Deze herziening wordt onverwijld voorgelegd aan de CBFA.
Art. 15.Niet-betaling van de bijdrage solidariteitstoezegging Indien de inrichter de bijdrage solidariteitstoezegging niet betaald heeft op de in het solidariteitsreglement voorziene vervaldagen, zal de solidariteitsinstelling ten vroegste 30 dagen na het verstrijken van de vervaldag de inrichter in gebreke stellen bij aangetekend schrijven.
Indien de inrichter binnen de 30 dagen na ingebrekestelling door de solidariteitsinstelling niet overgegaan is tot betaling van de bijdrage solidariteitstoezegging, zal de solidariteitsinstelling de pensioeninstelling, de aangeslotenen en - indien solidariteitsprestaties verzekerd worden - de verzekeraar, van deze niet-betaling in kennis stellen bij gewoon schrijven. Dit doet geen inbreuk aan het recht van de solidariteitsinstelling om die premies gerechtelijk te vorderen.
Indien de niet-betaling van de bijdrage solidariteitstoezegging een onevenwicht in het solidariteitsfonds veroorzaakt, wordt gehandeld zoals omschreven in het artikel "aanwending van het vermogen van het solidariteitsfonds". 6. Inlichtingen en adviesverplichting Art.16. Jaarlijks advies van de aangeduide actuaris De aangeduide actuaris brengt jaarlijks advies uit over de financiering van het solidariteitsfonds en over de resultatenrekening en de balans van het solidariteitsfonds. Dit advies bevat ook zijn oordeel over de kosten en over de voorzieningen voor fluctuatie van de risico's en vergrijzing. Dit advies wordt uitgebracht aan het paritair beheerscomité of, bij ontstentenis, aan het toezichtscomité bedoeld in artikel 47 van de WAP.
Art. 17.Jaarlijks transparantieverslag De solidariteitsinstelling stelt jaarlijks een transparantieverslag op omtrent haar beheer van de solidariteitstoezegging. Het transparantieverslag bevat de volgende informatie : - de financieringswijze van de solidariteitstoezegging en de structurele wijzigingen hierin; - de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten; - het rendement van de beleggingen; - de kostenstructuur van de solidariteitsinstelling; - in voorkomend geval, de winstdeling.
Dit transparantieverslag wordt ter beschikking gesteld van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotene.
Art. 18.Het solidariteitsreglement Het solidariteitsreglement wordt ter beschikking gesteld van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotene.
Art. 19.Informatieverstrekking aan de aangeslotene De inrichter zal minstens éénmaal per jaar aan de aangeslotenen meedelen op welke solidariteitsprestaties zij recht hebben. 7. Fiscaliteit Art.20. Het bijzonder statuut bedoeld in artikel 10 van de WAP De solidariteitstoezegging wordt door de solidariteitsinstelling op een gedifferentieerde wijze beheerd zodat voor elke aangeslotene of diens begunstigde de toepassing van het specifieke regime inzake inkomstenbelastingen en met het zegel gelijkgestelde taksen gewaarborgd is, zowel inzake de behandeling van de bijdragen als de prestaties.
Art. 21.Beperking van de prestatie premievrijstelling Indien de bijdragen aan de pensioentoezegging in toepassing van de solidariteitstoezegging tot gevolg hebben dat het aanvullend pensioen - inclusief eventuele winstdeelname - vermeerderd met het wettelijk pensioen en andere aanvullende pensioenuitkeringen binnen de tweede pijler uitgedrukt in renten, hoger is dan 80 pct. van de laatste normale bruto jaarbezoldiging, rekening houdend met de normale duurtijd van de beroepsbezigheid, dan wordt deze bijdrage beperkt. Dit overeenkomstig artikel 59 van het Wetboek inkomstenbelasting 1992.
Art. 22.Fiscale en parafiscale inhoudingen De solidariteitsinstelling staat in voor het verrichten van de fiscale en sociale inhoudingen op de uitkeringen die zij betaalt, evenals voor het opstellen van de verschillende aangiftes. 8. Verzekeringen Art.23. Verzekering van de solidariteitsprestaties bij overlijden van de aangeslotene De solidariteitsinstelling zal de solidariteitsprestatie in geval van inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan (prestatie 3) verzekeren bij ING Insurance NV vanaf 1 januari 2005.Hiertoe sluit zij een verzekeringsovereenkomst af waarbij de aangeslotenen de verzekerden zijn.
De solidariteitsinstelling verbindt zich ertoe de modaliteiten van de verzekeringsovereenkomst na te leven. 9. Algemene bepalingen Art.24. Verplichtingen van de aangeslotene De aangeslotene maakt alle inlichtingen en bewijsstukken, die nodig zijn om de solidariteitsinstelling in staat te stellen haar verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover zijn begunstigde zonder uitstel na te komen, over aan de solidariteitsinstelling.
In geval één of meerdere solidariteitsprestaties verzekerd zijn bij een verzekeraar, maakt de aangeslotene alle inlichtingen en bewijsstukken over aan de verzekeraar.
Indien de aangeslotene zijn verplichtingen niet nakomt dan ontslaat dit de solidariteitsinstelling en, in voorkomend geval de verzekeraar, van hun verplichtingen met betrekking tot de solidariteitsprestaties.
Art. 25.Verplichtingen van de solidariteitsinstelling ten opzichte van de CBFA De solidariteitsinstelling is ertoe gehouden de CBFA op eenvoudig verzoek alle inlichtingen mee te delen en alle documenten te verstrekken die de CBFA nodig heeft ter uitvoering van haar taak.
Art. 26.Bescherming van de persoonlijke levenssfeer De aangeslotene machtigt de inrichter, zowel ten tijde van zijn aansluiting als tijdens de duur ervan, alle inlichtingen te verschaffen aan de solidariteitsinstelling of aan de verzekeraar die één of meerdere solidariteitsdekkingen verzekert die voor het opmaken en voor de uitvoering van dit reglement vereist zijn.
Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, kan de aangeslotene van zijn persoonsgegevens kennis nemen en ze, indien nodig doen verbeteren.
De solidariteitsinstelling, in voorkomend geval de verzekeraar, is verantwoordelijk voor de verwerking.
Art. 27.Toepasselijk recht De solidariteitsinstelling is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die in België met betrekking tot het aanbieden van solidariteitsprestaties gelden. Mocht een partij buiten België gevestigd zijn, dan wordt er, indien toegelaten, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding Pensioenreglement Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit pensioenreglement wordt verstaan onder : Pensioenstelsel : Het sectorale pensioenstelsel, bij collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 ingericht in uitvoering van artikel 4 voor de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding.
De CAO : Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de vlasbereiding, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding.
Inrichter : Het "Waarborg en Sociaal Fonds der vlasbereiding", ingesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004.
Pensioeninstelling : In aanvulling van de algemene voorwaarden wordt gesteld dat het gaat om de verzekeringsinstelling die in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 door de inrichter werd aangeduid voor de uitvoering en het beheer van het sectorale pensioenstelsel.
Werkgever : Worden als werkgever gedefinieerd, de onderneming die personeel tewerkstelt dat ressorteert onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004.
Een derde werkgever : Een derde werkgever is een onderneming die niet ressorteert onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding en die niet valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004.
Werknemer : De natuurlijke persoon die een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met de werkgever.
Aangeslotene : De actieve aangeslotene is de werknemer die behoort tot de personeelscategorie van de werkgever waarvoor de inrichter een pensioentoezegging heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging voldoet.
De passieve aangeslotene is de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet indien hij bij zijn uittreding verkozen heeft zijn verworven reserves zonder wijziging van de pensioentoezegging bij de pensioeninstelling te laten.
De rentegenieters worden voor de toepassing van dit pensioenreglement niet beschouwd als aangeslotene.
Gehuwde aangeslotene : De aangeslotene die wettelijk gehuwd is en niet gerechtelijk van tafel en bed gescheiden is of aan het scheiden is.
Wettelijk geregistreerde samenwonende aangeslotene : De aangeslotene die wettelijk geregistreerd samenwoont zoals bepaald in artikel 1475 tot en met artikel 1479 van het Burgerlijk Wetboek of, volgens gelijkaardige regelingen van buitenlands recht, wordt gelijkgesteld met een gehuwde aangeslotene.
Feitelijk samenwonende aangeslotene : De aangeslotene die niet onder de definitie van gehuwde aangeslotene valt en op basis van een door de gemeente afgeleverd bewijs kan aantonen dat hij samenwoont met een partner in gezinsverband (gedomicilieerd op hetzelfde adres).
Partner : - de echtgeno(o)t(e) van de gehuwde aangeslotene; - de partner van de wettelijk geregistreerde samenwonende aangeslotene; - de partner van de feitelijk samenwonende aangeslotene.
Alleenstaande aangeslotene : De aangeslotene die geen partner heeft zoals hierboven omschreven.
Begunstigde : De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn.
Werkgeversbijdrage : - de storting door de werkgever voor de pensioentoezegging zoals in dit pensioenreglement omschreven en die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werkgeversrekening voor elke aangeslotene, zijnde de werkgeversbijdrageovereenkomst; - de storting door de werkgever in het financieringsfonds van de pensioentoezegging.
Loon : Het totale loon van de werklieden onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen, zonder de verhoging van 8 pct. voor het vakantiegeld.
Solidariteitsreglement : Het reglement waarin de regels en de verplichtingen inzake de uitvoering van de solidariteitstoezegging ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 beschreven staan.
Premies : In afwijking van de algemene voorwaarden omvatten de premies de werkgeversbijdragen en de bijdragen uit de solidariteitstoezegging.
WAP : De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003).
Art. 2.Elementen voor de berekening van de aanspraken Ingangsdatum : 1 januari 2004 Wijzigingsdatum : niet van toepassing Trimestriële aanpassingsdata : 1 maart 1 juni 1 september 1 december Op deze data worden de aanspraken van iedere aangeslotene herrekend in functie van de op dat tijdstip in aanmerking te nemen elementen voor de berekening van de aanspraken, zijnde het RSZ-loon zoals beschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst.
Wijzigingen van de elementen voor de berekening van de aanspraken in de loop van een trimester hebben slechts uitwerking vanaf het eerstvolgende trimester.
Artikel 7 van de algemene voorwaarden is niet van toepassing voor dit pensioenreglement.
Art. 3.Aansluiting Alle werknemers die behoren tot de personeelscategorie vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst in dienst van de werkgever waarop het pensioenstelsel van toepassing is, worden in deze pensioentoezegging opgenomen vanaf indiensttreding of toetreding tot betrokken personeelscategorie.
De administratieve aansluiting gebeurt op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum waarop de werknemer aan de gestelde voorwaarden voldoet. De overlijdensdekking gaat in vanaf de datum waarop de aansluitingsvoorwaarden vervuld zijn.
De aansluiting geschiedt ten vroegste op 1 januari 2004.
De aansluiting is verplicht voor de werknemers aangeworven door de werkgever na 1 januari 2004, voor zover zij behoren tot de hiervoor omschreven personeelscategorie en aan de hiervoor omschreven aansluitingsvoorwaarden voldoen.
Art. 4.Beëindiging van de aansluiting De aansluiting wordt beëindigd op : - de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet langer aan de definitie van aangeslotene en/of aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben; - de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene de dienst van de werkgever vóór de einddatum verlaat en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben; - de einddatum, zijnde de eerste van de maand volgend op de 65e verjaardag van de aangeslotene; - de datum van het overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum.
Art. 5.Aanspraken Voor de actieve aangeslotene wordt voorzien : Werkgeversbijdragen De trimestriële werkgeversbijdragen worden door de inrichter gefinancierd en zijn gelijk aan het bedrag betaalbaar in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de werkgeversbijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. Op de ingangsdatum geldt de collectieve arbeidsovereenkomst.
De werkgeversbijdragen worden berekend door de inrichter en meegedeeld aan de pensioeninstelling vóór de trimestriële aanpassingsdatum waarop zij van toepassing zijn.
Voor die werknemers die op de ingangsdatum van het pensioenstelsel in dienst zijn van een werkgever, worden, in uitvoering van artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, de reserves opgebouwd in uitvoering van het pensioenstelsel ingericht door collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999, getransfereerd naar dit pensioenstelsel.
De werkgeversbijdragen worden aangewend in de verzekeringscombinatie uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves.
Deze verzekeringscombinatie voorziet : - bij leven van de aangeslotene op de einddatum : een pensioenkapitaal ten behoeve van de aangeslotene zelf; - bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum : een kapitaal-overlijden ten behoeve van de begunstigde omschreven in artikel "uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum". Dit kapitaal-overlijden is gelijk aan de som van de op de datum van overlijden van de aangeslotene reeds opgebouwde reserves in de werkgeversbijdrageovereenkomst, inclusief winstdeelnamereserves.
Bijdragen vanuit de solidariteitstoezegging Overeenkomstig het solidariteitsreglement zullen bijdragen vanuit de solidariteitstoezegging gestort kunnen worden. Deze bijdragen worden net zoals de werkgeversbijdragen op de afzonderlijke individuele rekening voor elke aangeslotene, zijnde de werkgeversbijdrageovereenkomst, gestort.
Kapitaal-overlijden Bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum is er, ten behoeve van de begunstigde omschreven inhet artikel "uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum", een kapitaal-overlijden verschuldigd.
Vrijwillige persoonlijke stortingen In afwijking van de algemene voorwaarden kan een aangeslotene op geen enkel moment vrijwillige persoonlijke stortingen doen om de aanspraken van de op zijn leven gesloten verzekeringen te verhogen.
Art. 6.Verdaging van de einddatum Verdaging wordt niet voorzien in deze pensioentoezegging.
Art. 7.Premiebetaling en verschuldigdheid van de premies De premies zijn trimestrieel betaalbaar door de inrichter aan de pensioeninstelling op de eerste dag van de derde maand van elk trimester, met dien verstande dat de eerste premie aangerekend wordt op de eerste dag van de derde maand van het derde trimester volgend op het trimester van aansluiting van de aangeslotene.
De trimestriële premie zal berekend worden op het loon dat werd uitbetaald aan de betrokken aangeslotene tijdens het derde trimester dat de betrokken verschuldigdheidsdatum voorafgaat.
Ingeval van uittreding van de aangeslotene, of in geval van overlijden of pensionering, zal uiterlijk op de dag van de uittreding, het overlijden of de einddatum, een premie aangerekend worden welke als volgt berekend wordt : N*RSZ-jaarloon/365*bijdragepercentage waarbij : - N = het aantal kalenderdagen vanaf het laatste kwartaal waarvan het loon reeds gebruikt werd om er een premie mee te berekenen en tot de datum van respectievelijk uittreding, pensionering of overlijden; - RSZ-jaarloon = het totale loon dat onderworpen is aan de sociale zekerheidsbijdragen - zonder de verhoging van 8 pct. voor het vakantiegeld - in de laatste vier kwartalen waarvan het loon reeds gebruikt werd om er een premie op te baseren. Indien de aangeslotene op datum van uittreding, overlijden of pensionering nog geen vier volledige kwartalen aangesloten was, wordt het loon van de periode waarin hij wel aangesloten was prorata temporis omgezet naar het loon voor vier kwartalen; - Bijdragepercentage = het percentage toe te passen op het loon conform artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst en eventuele latere wijzigingen.
De verschuldigdheid van de premies stopt respectievelijk na de datum van uittreding, de datum van overlijden en de einddatum.
De bijdragen vanuit de solidariteitstoezegging worden op de werkgeversbijdrageovereenkomst gestort met als verschuldigdheidsdatum de datum vermeld in het solidariteitsreglement.
Art. 8.Uitkeringsmodaliteiten bij leven van de aangeslotene op de einddatum Het pensioenkapitaal, verhoogd met de winstdeelname op de werkgeversbijdrageovereenkomst, is betaalbaar bij leven van de aangeslotene op de einddatum en wordt indien nodig door de inrichter aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving.
De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de aangeslotene, na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting opgemaakt door de pensioeninstelling.
De pensioeninstelling heeft het recht bij de uitkering een bewijs van leven te vragen van de begunstigde.
Art. 9.Uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum Kapitaal-overlijden Het kapitaal-overlijden, verhoogd met de winstdeelname, is betaalbaar op de datum van overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum en wordt rechtstreeks aan de begunstigde uitgekeerd.
De pensioeninstelling heeft het recht bij de uitkeringen een bewijs van leven te vragen van de begunstigde.
De begunstigde bij overlijden is bepaald met de volgende voorrangsorde : - de partner; - bij ontstentenis, de descendenten in de eerste graad van de aangeslotene of - bij vertegenwoordiging - hun afstammelingen; - bij ontstentenis, de ascendenten in de eerste graad van de aangeslotene; - bij ontstentenis, de wettige erfgenamen van de aangeslotene, met uitsluiting van de Staat; - bij ontstentenis, het "financieringsfonds" van deze pensioentoezegging.
Indien door bovenstaande rangorde meer dan één begunstigde aangeduid wordt, wordt het kapitaal-overlijden evenredig verdeeld over de verschillende begunstigden.
De vereffening van het kapitaal-overlijden gebeurt na ontvangst van de door de begunstigde ondertekende kwijting, opgemaakt door de pensioeninstelling.
In afwijking van de algemene voorwaarden kan de aangeslotene niet van bovenstaande rangorde afwijken en kan hij geen begunstigde bij naam aanduiden.
Art. 10.Overrente In tegenstelling tot de bepalingen van artikel 31 in de algemene voorwaarden met betrekking tot de winstdeelname, geldt het volgende : - in zoverre de pensioentoezegging een sociale sectorale pensioentoezegging is, zullen de werkgeversbijdragen en de solidariteitsbijdragen belegd worden in het sociale kanton tak 21 van de pensioeninstelling. In aanvulling van het gewaarborgde tarief, delen de individuele rekeningen en het financieringsfonds in het resultaat van dit sociale kanton conform de bepalingen van artikel 10, § 1, 4°, van de WAP; - de overrente toegekend met betrekking tot de reserves opgebouwd in de werkgeversbijdrageovereenkomst worden op deze overeenkomst gestort en worden aangewend als inventariskoopsommen voor de verzekering van een uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves. De overrente wordt samen uitgekeerd met het pensioenkapitaal.
Art. 11.Verworven prestaties en verworven reserves De verworven reserves zijn de reserves op een bepaald ogenblik waarop de aangeslotene recht heeft overeenkomstig de pensioentoezegging. De verworven reserves zijn gelijk aan het bedrag dat zich op dat ogenblik op de werkgeversbijdrageovereenkomst van de aangeslotene bevindt.
De verworven prestaties zijn de prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken op de einddatum. De verworven prestaties worden bekomen door de reserves op de werkgeversbijdrageovereenkomst in functie van de verzekeringscombinatie en de leeftijd van de aangeslotene op de trimestriële aanpassingsdatum te kapitaliseren in functie van de tariefgrondslagen.
Indien de aangslotene opteert om verworven reserves, opgebouwd in het kader van een andere pensioentoezegging, over te dragen naar deze pensioentoezegging dan kunnen deze overgedragen reserves nooit op de werkgeversbijdrageovereenkomst van deze pensioentoezegging worden geplaatst, maar worden zij steeds in de onthaalstructuur - verbonden met deze pensioentoezegging - ondergebracht.
Art. 12.Fiscale aspecten verbonden aan de pensioentoezegging Ingevolge de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen wordt de aftrek van de werkgeversbijdragen slechts toegestaan voor zover het totaal bedrag naar aanleiding van pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse rente - van de door deze pensioentoezegging verzekerde uitkeringen; - van het wettelijk rustpensioen; - van de andere buitenwettelijke uitkeringen van dezelfde aard waarop de aangeslotene recht zal hebben, met als enige uitzondering de uitkeringen uit hoofde van door hem zelf onderschreven (aanvullende) individuele levensverzekeringscontracten, niet meer bedraagt dan 80 pct. van de laatste normale bruto jaarbezoldiging, rekening houdend met een normale duurtijd van beroepsactiviteit.
Deze rente is indexeerbaar aan 2 pct. en overdraagbaar aan de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk geregistreerde samenwonende partner voor 80 pct.
De pensioeninstelling kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor enig nadelig fiscaal gevolg met betrekking tot de aftrekbaarheid van de werkgeversbijdragen voor de inrichter, indien dit rechtstreeks voortvloeit uit onjuiste informatie die door de inrichter of door de aangeslotene aan de pensioeninstelling verstrekt werd.
Art. 13.Uittreding De uittreding is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de aangeslotene en zijn huidige werkgever anders dan door overlijden of het bereiken van de einddatum, in zoverre de aangeslotene niet een nieuwe arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met een andere werkgever die eveneens aan deze pensioentoezegging onderworpen is. De uittreder is de uitgetreden aangeslotene.
Bij uittreding van een aangeslotene is de inrichter ertoe gehouden, uiterlijk binnen de termijn van één jaar, de pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis te stellen. De uittreder kan, indien hij dit wenst, de pensioeninstelling op een vroeger ogenblik schriftelijk in kennis stellen van zijn uittreding. Indien de uittreder vóór de termijn van één jaar terug in dienst getreden is van een werkgever, moet onderstaande procedure niet uitgevoerd worden. De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving, de volgende gegevens mee aan de inrichter door middel van de uittredingsbrief : - het bedrag van de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving; - het bedrag van de verworven prestaties; - de verschillende keuzemogelijkheden bij uittreding met vermelding of de overlijdensdekking al dan niet behouden blijft.
De inrichter stelt de aangeslotene onmiddellijk in kennis van de door de pensioeninstelling meegedeelde gegevens.
Bij uittreding worden de verworven reserves en prestaties berekend op basis van de wettelijke bepalingen en de elementen voor de berekening van de aanspraken die van toepassing zijn op de laatste trimestriële aanpassingsdatum vóór de uittreding.
Op het ogenblik van de uittreding wordt geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd van de aangeslotene of van de verworven reserves afgetrokken.
De inrichter is ertoe gehouden bij de uittreding de eventuele tekorten van de verworven reserves aan te zuiveren. Deze eventuele aanvulling zal om fiscale redenen steeds beschouwd worden als een werkgeversbijdrage.
Bij de uittreding van de aangeslotene zullen de in de vorige paragraaf gedefinieerde verworven reserves zo nodig door de inrichter aangevuld worden tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving. Deze eventuele aanvulling zal door de inrichter in het financieringsfonds van deze pensioentoezegging gestort worden indien niet voldoende fondsen aanwezig zijn of indien de aanwezige fondsen andere verbintenissen van de inrichter dekken.
Pas van zodra de passieve aangeslotene de beslissing bekend maakt dat hij zijn verworven reserves naar een onthaalstructuur buiten deze pensioentoezegging of naar een andere pensioeninstelling wenst te transfereren, zal het op dat ogenblik geldende eventuele tekort ten opzichte van de gegarandeerde bedragen aangezuiverd worden op de werkgeversbijdrageovereenkomst.
Bij uittreding heeft de aangeslotene de volgende keuzemogelijkheden met betrekking tot de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving : - bij deze pensioeninstelling laten zonder wijziging van de pensioentoezegging; - in de onthaalstructuur gekoppeld aan dit pensioenreglement onderbrengen; - overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever; - overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotene in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning.
De aangeslotene moet zijn keuze binnen de 30 dagen na de kennisgeving door de inrichter schriftelijk meedelen aan de pensioeninstelling. Na ontvangst van de keuze van de aangeslotene voert de pensioeninstelling de keuze van de aangeslotene uit binnen de 30 dagen. Wanneer de aangeslotene deze termijn heeft laten verstrijken wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten zonder wijziging van de pensioentoezegging.
Art. 14.Vervroegde vereffening De aangeslotene heeft het recht op de uitbetaling van zijn verworven reserves op de einddatum.
Vervroegde vereffening is het opnemen van de pensioenreserves door de aangeslotene vóór de einddatum.
Vervroegd vereffenen is ten vroegste mogelijk vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en in zoverre de werknemer niet langer de hoedanigheid van aangeslotene heeft.
De vervroegd uit te betalen prestaties worden bepaald door de theoretische afkoopwaarde van de werkgeversbijdrageovereenkomst. De theoretische afkoopwaarde wordt voor 100 pct. aangewend : - in geval van vereffening in rente; - in geval van vereffening in kapitaal, in zoverre de aangeslotene zijn voornemen tot vervroegde vereffening ten minste 6 maanden op voorhand aan de pensioeninstelling heeft meegedeeld.
In afwijking op de algemene voorwaarden kan de aangeslotene op geen enkel ogenblik voorschotten op prestaties of inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening opnemen of aanvragen.
Art. 15.Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging In afwijking van de algemene voorwaarden kan de beslissing tot wijziging of beëindiging van dit pensioenstelsel niet eenzijdig door de inrichter genomen worden, maar moet elke beslissing tot beëindiging (opheffing) of wijziging van het pensioenstelsel genomen worden conform artikel 10, § 1, 3°, van de WAP.
Art. 16.Slotbepalingen De bijzondere voorwaarden, de algemene voorwaarden en het "benefit statement" vormen samen het pensioenreglement. De eventuele bijlagen en aanhangsels aan de bijzondere voorwaarden vormen er een integrerend bestanddeel van.
De bepalingen van de bijzondere voorwaarden en de eventuele bijlagen en aanhangsels hebben evenwel voorrang op de algemene voorwaarden.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor alle niet uitdrukkelijk door deze bijzondere voorwaarden voorziene kwesties te regelen in overeenstemming met de algemene voorwaarden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN