Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 18 oktober 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de vorming en de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202706
pub.
18/10/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de vorming en de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de vorming en de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 Vorming en bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 11 oktober 2005 onder het nummer 76719/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 2.De werkgevers verbinden zich er toe om initiatieven te ontwikkelen betreffende vorming, tewerkstelling en initiatieven ten behoeve van risicogroepen van werknemers en/of werkzoekenden.

Art. 3.De werkgeversbijdrage ten behoeve van de bevordering van deze initiatieven bedraagt voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 : 0,10 pct. op het brutoloon van de werknemers uit de betrokken sector zoals blijkt uit de aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 4.Onder "risicogroepen van werknemers en/of werkzoekenden" wordt verstaan : de bepalingen van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en de bepalingen zoals ze worden vastgesteld door het beheerscomité van het "Sociaal Fonds voor de instellingen en diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest/Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie". HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 5.Partijen komen overeen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de inning toe te vertrouwen van de onder artikel 3 vernoemde bijdragen en deze door voormeld sociaal fonds te laten ontvangen, beheren en toewijzen voor de objectieven waarvoor ze bestemd zijn.

Art. 6.Voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005 wordt geen bijdrage geïnd. Voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 wordt een bijdrage geïnd van 0,20 pct. van de brutolonen tijdens elk van de 4 kwartalen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^