gepubliceerd op 23 mei 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen
1 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 april 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005 Toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 11 januari 2006 onder het nummer 77971/CO/140)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1° het rijdend personeel van de autocarondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer;2° de werkgevers die onder 1° bedoeld personeel tewerkstellen.
Art. 2.Voor het jaar 2005 wordt aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen een eindejaarspremie van 1.629,86 EUR toegekend.
De betaling van de eindejaarspremie wordt uiterlijk verricht op de laatste werkdag van de maand december van het referentiejaar.
De leden van het rijdend personeel die ten minste zes maanden in de onderneming werden tewerkgesteld in de loop van het referentiejaar kunnen aanspraak maken op de premie volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : - de personeelsleden die gedurende het ganse referentiejaar hebben gewerkt ontvangen het totale bedrag van de premie; - de personeelsleden die in de loop van het referentiejaar : - het brugpensioen hebben bekomen of met pensioen zijn gegaan; - in dienst zijn getreden; - ziek zijn geweest voor een totale periode van meer dan zes maanden; - arbeidsongeschikt zijn geweest ingevolge een arbeidsongeval gedurende een totale periode van meer dan zes maanden; - werden ontslagen om andere dan dringende redenen; bekomen deze premie naar rata van de maanden arbeidsprestaties, met dien verstande dat een effectieve arbeidsprestatie van ten minste tien dagen telt voor een volledige maand; de wettelijke vakantiedagen en de afwezigheidsdagen die zijn gerechtvaardigd door ziekte of arbeidsongeval, worden gelijkgesteld met dagen arbeidsprestatie met een maximum van zes maanden.
De chauffeurs, die deeltijds werken, bekomen deze premie naar rata van de wekelijkse arbeidsduur waarvoor zij zijn aangeworven.
De personeelsleden die in de loop van het referentiejaar ontslag hebben genomen en niet meer in dienst zijn op 31 december of werden ontslagen om dringende redenen, verliezen het recht op deze premie.
Art. 3.Het sociaal fonds van de sector betaalt in 2005 een voorschot van 74,37 EUR bruto aan de leden van het rijdend personeel die recht hebben op de eindejaarspremie.
Art. 4.De werkgevers betalen in 2005 het onder artikel 2 vermelde bedrag uit, verminderd met het voorschot bepaald in artikel 3.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2005.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN