Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 20 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de voortzetting van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201090
pub.
20/09/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de voortzetting van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot oprichting van een "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 januari 1990, voortgezet bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 27 februari 1991, 30 juni 1993, 15 mei 1995, 21 mei 1997, 20 april 1999, 13 juni 2001 en 7 mei 2003, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 31 maart 1992, 30 maart 1994, 8 december 1995, 17 juni 1998, 26 april 2000, 12 juni 2002 en 1 oktober 2003, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 5, 12 en 15;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de voortzetting van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid".

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 10 januari 1990, Belgisch Staatsblad van 2 februari 1990.

Koninklijk besluit van 31 maart 1992, Belgisch Staatsblad van 23 april 1992.

Koninklijk besluit van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 8 juni 1994.

Koninklijk besluit van 8 december 1995, Belgisch Staatsblad van 9 februari 1996.

Koninklijk besluit van 17 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1998.

Koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 9 november 2000.

Koninklijk besluit van 12 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 27 juli 2002.

Koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2005 Voortzetting van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 11 oktober 2005 onder het nummer 76690/CO/116)

Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid (koninklijk besluit van 10 januari 1990, Belgisch Staatsblad van 2 februari 1990), houdende de oprichting van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid", en verlengd voor de periode van 1 januari 1991 tot 31 december 1992 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1991 (koninklijk besluit van 31 maart 1992; Belgisch Staatsblad van 23 april 1992), en verlengd voor de periode van 1 januari 1993 tot 31 december 1994 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1993 (koninklijk besluit van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 8 juni 1994), en verlengd voor de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1995 (koninklijk besluit van 8 december 1995, Belgisch Staatsblad van 9 februari 1996) en verlengd voor de periode van 1 januari 1997 tot 31 december 1998 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1997 (koninklijk besluit van 17 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1998) en verlengd, voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 1999 (koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 9 november 2000) en verlengd voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002, door de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2001 (koninklijk besluit van 12 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 27 juli 2002), en verlengd voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004, door de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003), wordt door deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.

Art. 2.De eerste zin van artikel 2 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989 wordt door de volgende tekst vervangen : "

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor de duur van twee jaar, te weten van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006."

Art. 3.Artikel 3 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989 wordt door de volgende tekst vervangen : "

Art. 3.Overeenkomstig hoofdstuk II, afdeling 1, van de wet van 3 juli 2005 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005) houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg en in het raam van de bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen waarvan sprake in het nationaal akkoord 2005-2006 voor arbeiders van de scheikundige nijverheid gesloten op 22 maart 2005 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid" voor de duur van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst in de schoot van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid verlengd. Dit fonds wordt paritair beheerd en gefinancierd door een werkgeversbijdrage berekend op de brutolonen van de werklieden. De bedrijven die zelf een gelijkaardige inspanning concretiseren in een collectieve arbeidsovereenkomst die tegen uiterlijk 1 oktober 2005 voor het jaar 2005 en tegen uiterlijk 1 oktober 2006 voor het jaar 2006 neergelegd wordt op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, zijn van deze bijdrage vrijgesteld; de voormelde collectieve arbeidsovereenkomsten moeten uitdrukkelijk vermelden dat ze gesloten werden in toepassing van het bovenvermeld hoofdstuk II, afdeling 1 van de wet van 3 juli 2005 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005) houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg.

Het bedrag van bovenvermelde bijdrage wordt, overeenkomstig de in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde wet, vastgesteld op : 0,10 pct. voor de periode die zich van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 strekt.

Deze bijdrage zal als volgt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden geïnd : - voor het eerste tot en met het tweede kwartaal 2005 : nihil - voor het derde tot en met het vierde kwartaal 2005 : 0,20 pct. per kwartaal - voor het eerste tot en met het vierde kwartaal 2006 : 0,10 pct. per kwartaal.

Het doel van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid" bestaat erin om opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven te bevorderen ten voordele van de risicogroepen. Onder "risicogroepen" dient men te verstaan : de werklieden van de bedrijfstak waarvan de kwalificatie niet aangepast is of dreigt te zijn aan de vereisten van nieuwe technologieën, de jongeren en de werkzoekenden."

Art. 4.Artikel 5 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989 wordt vervangen door de volgende tekst : "

Art. 5.De heffing en de inning van de bijdragen vastgesteld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verzekerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid."

Art. 5.Artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989 wordt vervangen door volgende tekst : "

Art. 12.Gedurende een beperkte periode kan het fonds financiële steun verlenen aan bedrijven die overgaan tot de aanwerving van werkzoekenden."

Art. 6.Artikel 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt als volgt aangevuld : "Het fonds zal bijzondere aandacht schenken aan opleiding inzake preventie, veiligheid en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw aangeworven arbeiders, en dit met het oog op de toekenning van één dag opleiding tijdens het eerste jaar van hun loopbaan in de sector. Het fonds voor vorming zal de hier rond uitgewerkte stimulerende en begeleidende maatregelen evalueren."

Art. 7.Artikel 15 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989 wordt vervangen door volgende tekst : "

Art. 15.Een onderneming kan van het fonds nooit een bedrag verkrijgen dat hoger is dan het totale bedrag dat zij voor haar werklieden gestort heeft sedert 1 januari 2003 uit hoofde van de bijdrage van 0,10 pct., voor aanvragen ingediend in het jaar 2005 en sedert 1 januari 2004 uit hoofde van de bijdrage van 0,10 pct., voor aanvragen ingediend in het jaar 2006.

Indien het gaat om een groep van ondernemingen die gezamenlijk handelen, mag het van het fonds te verkrijgen maximumbedrag, nooit hoger zijn dan de som van de bijdragen die gestort werden sedert 1 januari 2003 uit hoofde van de bijdrage van 0,10 pct., voor aanvragen ingediend in het jaar 2005 en sedert 1 januari 2004 uit hoofde van de bijdrage van 0,10 pct.,voor aanvragen ingediend in het jaar 2006, behoudens uitzonderingen goedgekeurd door het beheerscomité.

Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de vorige alinea's, kan het beheerscomité van het fonds voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst beslissen of het een terugbetaling voorziet die het bedrag zoals bepaald in vorige alinea overschrijdt, maar die in ieder geval geplafonneerd is tot 750 EUR jaarlijks per onderneming."

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^