MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING

Leger. - Luchtmacht Opnemingen van hulpofficieren in het kader van de reserveofficieren Bij koninklijk besluit nr. 2060 van 26 november 1998 : Luchtmacht Korps van het varend personeel Wordt hulpkapitein vlieger P. Lhoest ingevolge het beëindigen van zijn wederdienstneming in het kader van de hulpofficieren, met zijn graad en met zijn anciënniteit toegelaten tot het kader van de reserveofficieren op 20 oktober 1998.

Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant vlieger op 1 december 1987.

Wordt hulpkapitein vlieger F. Bary ingevolge het beëindigen van zijn wederdienstneming in het kader van de hulpofficieren, met zijn graad en met zijn anciënniteit toegelaten tot het kader van de reserveofficieren op 20 oktober 1998.

Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant vlieger op 1 december 1987.

Wordt hulpkapitein vlieger G. Tendyck ingevolge het beëindigen van zijn wederdienstneming in het kader van de hulpofficieren, met zijn graad en met zijn anciënniteit toegelaten tot het kader van de reserveofficieren op 20 oktober 1998.

Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant vlieger op 1 december 1987.

Wordt hulpkapitein vlieger E. Defourny ingevolge het beëindigen van zijn wederdienstneming in het kader van de hulpofficieren, met zijn graad en met zijn anciënniteit toegelaten tot het kader van de reserveofficieren op 20 oktober 1998.

Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant vlieger op 1 december 1988.