Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 03 juli 1997

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

bron
diensten van de eerste minister
numac
1997021107
pub.
03/07/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 1997. Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, inzonderheid artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 504 van 31 december 1986 tot oprichting van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, die ressorteren onder de beide Ministers van Onderwijs of onder de Minister(s) aangewezen bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1975, 12 augustus 1981 en 10 mei 1995, inzonderheid op artikel 7;

Overwegende dat bij de samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis zowel voor de leden van het leidinggevend personeel als voor de wetenschappelijke personaliteiten gekozen buiten de instelling niet evenveel vrouwelijke als mannelijke kandidaten kunnen worden voorgedragen, om reden van de specifieke opdrachten van deze instelling;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis opgerichte Wetenschappelijke Raad wordt samengesteld als volgt: a) het hoofd van de instelling, dat ambtshalve lid is;b) leden van het leidinggevend wetenschappelijk personeel van de instelling; Mevrn.: A. Cahen-Delhaye, departementshoofd.

M. Haine, departementshoofd.

E. Van Der Elst, afdelingshoofd. c) wetenschappelijke personaliteiten gekozen buiten de instelling, de heren: R.Van Schoute, professor aan de « Université Catholique de Louvain »;

M. Otte, professor aan de « Université de Liège »;

F. Verhaeghe, hoofddocent aan de Vrije Universiteit Brussel;

Mevr. E. Bruyninx, hoofddocent aan de Universiteit Gent.

Art. 2.De in artikel 1, b) en c), vermelde leden worden benoemd voor een mandaat van vier jaar.

Art. 3.De voorzitter zal worden gekozen onder de leden vermeld in artikel 1, c).

Art. 4.Het hoofd van de instelling zal het ondervoorzitterschap van de Raad waarnemen.

Art. 5.Het mandaat van de leden van de Wetenschappelijke Raad, zoals samengesteld bij koninklijk besluit van 24 juni 1993, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 1997 tot de datum van de inwerkingtreding van onderhavig besluit.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 24 juni 1993 houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wordt opgeheven.

Art. 7.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF

^