Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2019
gepubliceerd op 14 oktober 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019203735
pub.
14/10/2019
prom.
29/09/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" (Overeenkomst geregistreerd op 28 juni 2019 onder het nummer 152354/CO/110)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging en op de werklieden en werksters die zij tewerkstellen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt en coördineert de statuten van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", opgericht overeenkomstig de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid bij collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 1967.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009. Ze vervangt de collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de statuten van het gemeenschappelijk fonds in het Paritair Comité voor de textielverzorging, gesloten op 19 juni 2007 (registratienummer 85639/CO/110) en op 16 juli 2009 (registratienummer 98606/CO/110).

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen met een opzeggingstermijn van 3 maanden. Deze opzegging wordt betekend bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" Tekst van de gewijzigde en gecoördineerde statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel en duur

Artikel 1.Ten einde de sociale vrede in de sector te verzekeren, wordt er een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", hierna "fonds".

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is Brusselsesteenweg 478 te 1731 Zellik.

Hij kan bij beslissing van het Paritair Comité voor de textielverzorging overgebracht worden naar elke andere plaats in België.

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° aan de bij artikel 5, b) bedoelde werklieden aanvullende sociale toelagen toe te kennen, vormingspremies toe te kennen en acties te organiseren en te financieren voor de algemene en sociale vorming, opleiding en tewerkstelling van werknemers;2° het innen van de bijdragen, nodig voor de werking van het fonds;3° de uitkering van de voordelen te verzekeren;4° de betaling waarborgen van alle verplichtingen voortvloeiend uit het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten terzake afgesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging;5° de oprichting van een commissie voor vorming, beroepsinschakeling en tewerkstelling, het organiseren van vormings- en tewerkstellingsinitiatieven ten bate van de bij artikel 5, b) bedoelde werklieden;6° vanaf 1 juni 2001 de betaling waarborgen van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 53 jaar, zoals voorzien in de ter zake gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere, ontslagen werknemers.

Art. 4.Dit fonds neemt de rechten en plichten over, alsmede het actief en het passief zoals zij bestonden op 31 december 1990 van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", opgericht bij beslissing van het Paritair Comité voor de textielverzorging van 15 december 1964 betreffende de statuten van het gemeenschappelijk fonds, bekrachtigd bij koninklijk besluit van 22 december 1964, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 augustus 1989 betreffende de statuten van het gemeenschappelijk fonds, bekrachtigd door het koninklijk besluit van 13 augustus 1990. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.De bepalingen van deze beslissing zijn van toepassing : a) op de werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielverzorging;b) op de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers bedoeld in a), die gedurende zes maanden lid zijn van een werknemersorganisatie vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de textielverzorging en voor zover zij op de personeelslijst van de werkgevers bedoeld in a), voorkomen op 30 juni van het lopende jaar;c) op de werklieden en werksters die op 30 juni van het lopend jaar, uiterlijk sedert 1 juli van het voorgaande jaar, volledig en onvrijwillig werkloos waren, en die het jaar tevoren recht hebben gehad op de toelage van het fonds en het bewijs leveren dat zij laatst tewerkgesteld waren bij een onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor de textielverzorging;d) op de werklieden en werksters die op pensioen worden gesteld tussen 1 juli van het jaar voor hetwelk zij de voorwaarden vervullen van toekenning van de aanvullende sociale toelage en 30 juni van het lopende jaar. HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering

Art. 6.1° De rechthebbenden kunnen jaarlijks aanspraak maken op de bij dit artikel voorziene aanvullende sociale toelagen.

Zij worden van dit recht uitgesloten wanneer de sociale vrede wordt verstoord, voor zover deze uitsluiting door het Paritair Comité voor de textielverzorging wordt uitgesproken. 2° Het bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt vastgesteld op 145 EUR vanaf het jaar 2018 en wordt uitgekeerd volgens de modaliteiten vastgesteld door de beheerraad van het fonds aan de in artikel 5, b) bedoelde werklieden en werksters, voor zover zij op 30 juni van het betrokken jaar voorkomen op de lijst van het personeel van één van de in artikel 5, a) bedoelde werkgevers, evenals aan de in artikel 5, b), c) en d) bedoelde werklieden en werksters, volgens de in deze paragrafen bepaalde modaliteiten.

Art. 7.1° De aanvullende sociale toelage wordt jaarlijks door het fonds betaald op een door het fonds te bepalen tijdstip, na advies van het Paritair Comité voor de textielverzorging. 2° Voor de toepassing van artikel 5, b) stuurt het fonds aan de mogelijke belanghebbenden een persoonlijke titel.Deze titel wordt vervolgens door de werknemersorganisatie waarbij zij zijn aangesloten nagezien en gevalideerd. De werknemersorganisatie bezorgt daarna de gevalideerde titels voor uitbetaling aan het fonds.

Art. 8.In geen geval mag de uitbetaling van de aanvullende sociale toelage aan de werklieden afhankelijk worden gesteld van de storting der bijdragen welke de werkgever verschuldigd is. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. Deze raad van beheer bestaat uit veertien leden, hetzij zeven werkgeversafgevaardigden en zeven werknemersafgevaardigden.

De leden van de raad van beheer worden aangewezen door het Paritair Comité voor de textielverzorging onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité.

Hun mandaat eindigt zohaast zij ophouden lid te zijn van het Paritair Comité voor de textielverzorging. In dat geval worden zij vervangen door een lid van het paritair comité, behorende tot dezelfde groep als het lid wiens mandaat een einde nam.

Art. 10.Om de twee jaar (op de eerste raad van beheer van het fonds) van de pare jaren duidt de raad van beheer, in zijn midden, één voorzitter en twee ondervoorzitters aan.

Het voorzitterschap en het eerste ondervoorzitterschap worden beurtelings uitgeoefend door een lid-werkgever en door een lid-werknemer.

De groep waartoe de voorzitter behoort, wordt voor het eerste jaar bij loting aangewezen.

De tweede ondervoorzitter behoort steeds tot de groep der werknemers.

Art. 11.De raad van beheer van het fonds vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is ertoe gehouden ten minste ieder kwartaal en telkens wanneer twee leden van de beheerraad erom verzoeken, de raad bijeen te roepen.

De oproepingen vermelden de agenda. De verslagen worden gemaakt door de secretaris.

Uittreksels uit deze verslagen worden ondertekend door de voorzitter en door een beheerder van elke groep.

De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige leden.

De stemming is geldig indien zij minstens door drie leden van elke groep wordt uitgebracht en op voorwaarde dat het ter stemming voorgelegde punt duidelijk op de agenda van de oproepingsbrief der vergadering vermeld is.

Art. 12.De raad van beheer van het fonds heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede werking. Hij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheer en het besturen van het fonds.

De raad van beheer treedt in rechte op uit naam van het fonds op vervolging en benaarstiging van de voorzitter of van de beheerder daartoe afgevaardigd.

De raad van beheer van het fonds kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer van zijn leden overdragen.

Voor al de akten door de beheerraad beslist, andere dan die waarvoor de raad een bijzondere opdracht heeft gegeven, volstaat, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd weze tegenover derden, de gezamenlijke handtekening van twee beheerders, één van elke groep, zonder dat deze beheerders van enige beraadslaging of machtiging moeten laten blijken.

De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan ten opzichte der verbintenissen van het fonds geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van hun beheer. HOOFDSTUK V. - Financiering

Art. 13.Het fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 5, a) bedoelde werkgevers.

Art. 14.De werkgeversbijdrage wordt vastgesteld op 1,85 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor de textielverzorging ressorteren : - 1,00 pct. bestemd voor de werking van het fonds; - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag; - 0,50 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor andere vormings- en tewerkstellingsinitiatieven, waaronder de betaling van de eindejaarspremie voor de uren van syndicale vormingsdagen; - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, vanaf de leeftijd van 53 jaar, zoals in de ter zake gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere ontslagen werknemers.

Indien de werkgeversbijdrage van 0,25 pct. voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van 0,10 pct. voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, vanaf de leeftijd van 53 jaar, niet volstaan om de uitgaven te dekken, wordt de werkgeversbijdrage verhoogd teneinde de uitgaven te dekken. Indien evenwel de reserves van het fonds zouden stijgen boven de drempel, beslist in de beheerraad van het fonds, worden de werkgeversbijdragen verminderd.

Art. 15.De bijdragen worden door het fonds geïnd door bemiddeling van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 16.De bijdragen zijn elk kwartaal door de werkgevers verschuldigd. De voor elk kwartaal verschuldigde sommen moeten door de werkgever gestort worden aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid binnen de termijn bepaald voor de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen.

Art. 17.De geïnde bijdragen worden periodiek door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gestort op de bankrekening door de raad van beheer van het fonds aangeduid. HOOFDSTUK VI. - Begrotingen, rekeningen

Art. 18.Het dienstjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

Art. 19.Elk jaar, ten laatste in de loop van de maand december, zal een begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Paritair Comité voor de textielverzorging.

Art. 20.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten. De afsluiting en de balans dienen op rekenkundig gebied voldoende omschreven te zijn.

De raad van beheer van het fonds, alsmede de revisor of expert-boekhouder, aangeduid door het Paritair Comité voor de textielverzorging, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

De balans, samen met hoger bedoelde schriftelijke jaarlijkse verslagen, dienen uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de textielverzorging te worden voorgelegd. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 21.Het fonds kan ontbonden worden bij éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de textielverzorging.

Het Paritair Comité voor de textielverzorging duidt de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldiging en stelt de bestemming vast welke aan het vermogen gegeven wordt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

^