Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 mei 2000
gepubliceerd op 07 juni 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022463
pub.
07/06/2000
prom.
29/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/29/2000022463/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, gewijzigd door de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 16 april 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 februari 1985, 11 december 1987, 22 juli 1988, 19 december 1989, 7 augustus 1995 en 29 april 1999;

Gelet op het Nationaal akkoord geneesheren ziekenfondsen van 15 december 1998;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 13 april 2000;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering geformuleerd tijdens zijn vergadering van 10 april 2000;

Gelet op het advies van de Algemene Raad van 17 april 2000;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 18 april 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 mei 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalt dat de verstrekking 102771 betreffende het beheer van het globaal medisch dossier één maal per jaar en per patiënt mag worden aangerekend; dat deze regeling in werking trad op 1 mei 1999, samen met de regeling van de remgeldverlaging voor de rechthebbenden voor wie de verstrekking 102771 wordt verleend, zodat onderhavig besluit, dat de regelen bevat voor de verlenging van de remgeldverlaging en voor de remgeldverlaging voor de nieuwe doelgroepen van rechthebbenden voor wie de prestatie 102771 mag worden aangerekend zo vlug mogelijk moet genomen en bekend gemaakt worden;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 1998 het principe bevat dat de regeling omtrent het globaal medisch dossier uitgebreid wordt tot het geheel van de bevolking zodat het, in het belang van de correcte uitvoering van het akkoord dat loopt tot 31 december 2000, in het belang van de betrokken rechthebbenden en in het belang van een goed beheer van de ziekteverzekering, noodzakelijk is dat onderhavig besluit, dat op het vlak van de nomenclatuur de uitbreiding van de doelgroepen van het globaal medisch dossier regelt, zo vlug mogelijk genomen en bekendgemaakt wordt;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, worden het derde en vierde lid, toegevoegd door het koninklijk besluit van 29 april 1999, opgeheven.

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van 13 april 1992, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Artikel 3.Voor de rechthebbenden die genieten van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van voornoemde wet en voor wie de verstrekking 102771 beoogd in artikel 2, A, van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984 wordt verleend wordt het bedrag van het persoonlijk aandeel verminderd met 30 % voor : a) de raadplegingen bedoeld onder de codenummers 101010, 101032, 101076 en 101054, op voorwaarde dat de rechthebbende ouder is dan 60 jaar;b) de raadplegingen bedoeld onder de codenummers 101010, 101032, 101076 en 101054, en de bezoeken bedoeld onder de codenummers 103110, 103132, 103213, 103235, 103316, 103331, 103353, 103412, 103434, 103515, 103530, 103552, 103913, 103935 en 103950 op voorwaarde dat de rechthebbende ouder is dan 75 jaar of vanaf de dag waarop de verzekeringsinstelling in het bezit is van het bewijs dat de rechthebbende in het lopende of het voorgaande kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 2, 2), van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 tot uitvoering van artikel 37, § 16bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Het recht op de vermindering van het persoonlijk aandeel bedoeld in vorig lid gaat in op de dag waarop de voornoemde verstrekking 102771 wordt verleend en geldt voor een periode van maximum 15 maanden. Een nieuwe periode van 15 maanden gaat in op de dag waarop, na het einde van de twaalfde maand, de verstrekking 102771 opnieuw wordt verleend.

De rechthebbenden die overeenkomstig voornoemd artikel 2, A, voldoen aan de voorwaarden voor het aanrekenen van de verstrekking 102771 zijn in het betreffende honorarium geen persoonlijk aandeel verschuldigd. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^