Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 maart 2024
gepubliceerd op 11 april 2024

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor het mogelijk maken van programma's in het kader van geïntegreerde zorg

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2024003115
pub.
11/04/2024
prom.
29/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor het mogelijk maken van programma's in het kader van geïntegreerde zorg


VERSLAG AAN DE KONING Context In België wordt al verschillende jaren nagedacht over hoe het hoofd te bieden aan de uitdagingen van ons zorg- en welzijnssysteem: wijzigende zorgvragen (o.a. steeds meer chronisch en complex), digitalisering, de emancipatie en empowerment van de persoon, nieuwe behandelingsmogelijkheden, schaarste aan capaciteit in de sector, de noodzaak om het budget voor zorg te kunnen beheersen, fragmentering van de zorg, de vermaatschappelijking van zorg, ....

De vraag is daarbij hoe zorg en welzijn zodanig kunnen georganiseerd worden dat ze veel meer gericht zijn op de doelstellingen van de zorgvrager en de context waarin deze leeft (persoons- en gemeenschapsgerichte zorg); en dit vanuit een doelgerichte, populatiegerichte en holistische benadering. Een betere integratie van zorg en welzijn op individueel en lokaal niveau kan daarop een antwoord bieden. Zowel de deelstaten als federale overheid voeren binnen hun bevoegdheden hervormingen door die hieraan bijdragen. Dit omvat zowel horizontale integratie tussen verschillende diensten en disciplines binnen de zorg- en welzijnssector, als verticale integratie, met de gespecialiseerde zorg, volgens een holistische benadering en afgestemd op alle niveaus van het brede spectrum van zorg en welzijn (gaande van gezondheidsbevordering tot palliatieve zorg), om de continuïteit en ervaring van zorg voor de persoon te verbeteren.

Geïntegreerde zorg wordt sterk gedreven door de Quintuple Aim (5AIM), die via 5 doelstellingen een verbetering van de zorg beoogt: 1. Een betere ervaring van zorg voor de persoon;2. Betere gezondheidsuitkomsten op bevolkingsniveau;3. Het realiseren van meer waarde met dezelfde middelen door efficiënter gebruik van de beschikbare middelen;4. Het verhogen van het welzijn van de professionals die actief zijn in de zorg- en welzijnssector;5. Het realiseren van meer gelijkheid in toegang tot gezondheid en gezondheidszorg (health equity). Om maximale impact te genereren worden zorg en welzijn zo geïntegreerd mogelijk georganiseerd. Doordat de bevoegdheden in het kader van het zorg- en welzijnsbeleid opgenomen worden door verschillende overheden in België is het cruciaal dat een goede samenwerking tussen de federale overheid en de deelstaten bestaat. Dit is ook een uitdrukkelijke vraag van de zorg- en welzijnsactoren voor wie de samenhang en bevattelijkheid van het zorg- en welzijnssysteem soms ontbreekt omwille van de verschillende initiatieven van overheden.

Deze samenwerking is een politieke noodzaak die via de interministeriële conferentie Volksgezondheid (IMC) moet kunnen gewaarborgd worden.

Het protocolakkoord van 8/11/2023 Om tegemoet te komen aan bovenstaande noden, werken de federale overheid en de deelstaten samen aan een gezamenlijk plan, nl. het interfederaal plan geïntegreerde zorg (IFP GIZ). Op 8/11/2023 hebben zij via een protocolakkoord afspraken gemaakt om geïntegreerde zorg te realiseren vanuit een gedeeld kader waarbij de fundamenten worden gelegd voor een structurele interfederale samenwerking. Dit om de evolutie richting geïntegreerde zorg te versnellen en kracht bij te zetten. Het doel van de samenwerking met betrekking tot het Interfederaal plan geïntegreerde zorg is om via gerichte acties bij te dragen aan deze vijf facetten van de Quintuple Aim en een veranderdynamiek in gang te zetten om de evolutie richting geïntegreerde zorg te bevorderen.

De federale overheid en de deelstaten verbinden er zich via het protocolakkoord toe om te voorzien in een efficiënte, op elkaar afgestemde en effectieve inzet van middelen die geïntegreerde zorg versterkt, vanuit een meer gecoördineerde aanpak en via financieringsvormen die geïntegreerde zorg stimuleren. Hierbij draagt elke overheid bij en zet elke overheid via haar eigen bevoegdheden de middelen in. Dit moet bijvoorbeeld de vorming van multidisciplinaire teams en het opnemen van de rol van zorgcoördinatie mogelijk maken ongeacht of de betrokkenen werkzaam zijn binnen de context van de federale dan wel deelstatelijke bevoegdheden.

Bij de praktische aanvang en uitrol van het protocolakkoord worden toepassingsgebieden afgebakend die in verhouding staan tot de beschikbare en afgesproken middelen, en dewelke worden afgesproken in concrete overeenkomsten met daarin onder meer het programma dat de federale overheid en de betrokken deelstaat wensen aan te bieden aan de betrokken doelgroep.

Concreet wordt overwogen om te starten met volgende toepassingsdomeinen: ? Perinatale zorg; ? Kwetsbare personen; ? Obesitas bij kinderen en jongeren.

Onder programma wordt de beschrijving begrepen van de zorg die op een geïntegreerde manier wordt aangeboden aan de burgers, doorheen de tijd en in het kader van een geplande en vlot verlopende samenwerking tussen gezondheidszorg- en welzijnsactoren zodat de burger deze zorg als één geheel kan ervaren.

Onvermijdelijk moeten de overeenkomsten en programma's op een asymmetrische wijze kunnen worden ingevuld teneinde rekening te kunnen houden met de verschillen in bijvoorbeeld organisatie van de eerste lijn, de actoren die betrokken zijn in de concrete zorg, de toepasselijke regelgevingen, ...

Zo is in het hogervermelde protocolakkoord ook een cofinanciering overeengekomen tussen de federale overheid en elke deelstaat. De cofinanciering omvat twee delen: - Deel 1: handelingen/verstrekkingen van gecoördineerde zorg op het microniveau, conform de afgesproken asymmetrie. - Deel 2: opdrachten op het mesoniveau, conform de afgesproken asymmetrie, om de handelingen/verstrekkingen van zorg- en welzijnsprofessionals in het kader van gecoördineerde zorg (deel 1) goed te faciliteren.

Juridische grondslag De toepassing van hogervermelde principes van geïntegreerde beleidsvoering over de bevoegdheden heen dient in een wettelijk samenwerkingsakkoord te worden uitgewerkt. Het uitwerken van een samenwerkingsakkoord vergt evenwel niet alleen een lang proces van overleg, bovendien in een periode waarin verkiezingen plaatsvinden en nieuwe regeringen moeten worden gevormd, maar ook een volledig inzicht in alle elementen die in dat akkoord dienen te worden opgenomen, zoals de governance, de data-uitwisseling, de financiële organisatie, de rapportering, de controle, ... De eerder beschreven context noopt tot vooruitgang op korte termijn inzake geïntegreerde zorg. Het opdoen van concrete ervaring omtrent interfederale samenwerking in de vorm van eenduidige en goed gecoördineerde zorgprogramma's kan bovendien bijdragen tot het tot stand brengen van duurzame wetgeving onder vorm van een wettelijk samenwerkingsakkoord. Deze werkwijze laat ook ruimte voor innovatie die bij succes ook kan worden geconsolideerd in het samenwerkingsakkoord.

Teneinde te vermijden dat de uitrol van geïntegreerde zorg op het terrein langdurig vertraagd wordt door de tijd die nodig is om tot een wettelijk samenwerkingsakkoord te komen, beoogt dit ontwerp van besluit een tijdelijke oplossing aan te bieden die het aangaan door de federale overheid van overeenkomsten binnen de krijtlijnen zoals hoger uiteengezet concreet mogelijk maakt.

Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de bepaling van art 56, § 2, eerste lid, 3° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Deze bepaling geeft aan het Verzekeringscomité van het RIZIV de mogelijkheid om in tijd of toepassingsgebied beperkte overeenkomsten te sluiten waarbij tegemoetkomingen kunnen worden verleend aan zorgverleners of rechtspersonen die projecten inzake gecoördineerde zorgverlening ontwikkelen met het oog op de vroegtijdige opsporing, het vermijden of vertragen van complicaties en het behandelen van chronische aandoeningen die een multidisciplinaire aanpak vergen.Het is de bedoeling om deze overeenkomsten te sluiten tussen het Verzekeringscomité van het RIZIV en de in het artikel 2 vermelde instanties of door de deelstaat aangewezen rechtspersonen of zorgverleners die instaan voor de operationele uitvoering van het betrokken programma, behoudens voor Vlaanderen waar de overeenkomsten gesloten worden met het Departement Zorg of het Agentschap Opgroeien.

Deze overeenkomst wordt dus bilateraal en per toepassingsdomein afgesloten en kan naar inhoud en modaliteiten verschillen naargelang de betrokken deelstaat.

Uiteraard dient elke deelstaat ook te voorzien in het nodige juridische kader op grond waarvan de deelstaat de door haar aangewezen rechtspersoon of zorgverleners belast met of machtigt tot de uitvoering van het overeengekomen programma en hen machtigt om de overeenkomst met het Verzekeringscomité aan te gaan. Dit betekent dus dat de federale en de deelstatelijke regels betrekking hebben op enerzijds eenzelfde bilateraal overeengekomen programma en anderzijds op de respectievelijke engagementen en verplichtingen en de overeenstemmende tegemoetkomingen, conform de respectievelijke bevoegdheden.

Gezien de hiervoor uiteengezette werkwijze tijdelijk dient te zijn in afwachting van een wettelijk samenwerkingsakkoord wordt de overeenkomst die het Verzekeringscomité kan afsluiten uiterlijk afgesloten op 31 december 2027. Alle overeenkomsten nemen van rechtswege een einde op uiterlijk 31 december 2028.

Voorafgaand aan het afsluiten van een overeenkomst door het Verzekeringscomité mogelijk te maken, dienen de federale overheid en de deelstaten akkoord te gaan over het toepassingsgebied, het programma en de modaliteiten die in de overeenkomst worden opgenomen.

Dit vereist een politieke en een administratieve samenwerking. De politieke samenwerking gebeurt in de schoot van de Interministeriële Conferentie via bilateraal en multilateraal overleg dat georganiseerd wordt vanuit de interkabinettenwerkgroep geïntegreerde zorg. De structurele samenwerking tussen de deelstaten en de federale overheid wordt georganiseerd via het Interadministratief platform, opgericht bij beslissing van de IMC van 10 februari 2020 over het huishoudelijk reglement van de IMC, dus onder de directe verantwoordelijkheid van de leidende ambtenaren van de federale en deelstatelijke gezondheidsadministraties. Dit platform staat in voor de kwaliteitsvolle uitvoering en integratie van verschillende noodzakelijke bouwstenen van geïntegreerde zorg.

Op deze manier wordt de gelijkwaardigheid tussen de overheden politiek en administratief verzekerd.

Voor zover voor de uitvoering van programma's andere persoonsgegevens dan de administratieve data noodzakelijk voor de uitvoering van deze overeenkomst, dienen te worden gedeeld en verwerkt, bijvoorbeeld in het kader van multidisciplinair overleg of met het oog op kwaliteitsevaluatie, moet worden verwezen naar de geldende reglementeringen.

Indien de administratieve gegevens die in de overeenkomst worden vermeld worden gewijzigd, kan de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging de overeenkomst aanpassen teneinde deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe gegevens. Het betreft bv. het adres van de contractanten of de naam van contactpersonen.

29 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor het mogelijk maken van programma's in het kader van geïntegreerde zorg FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, vervangen door de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 01/09/2001 numac 2001022579 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten en gewijzigd door de wet van 7 februari 2014;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 31 januari 2024 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;

Gelet op het advies van het Comité van de geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 5 februari 2024 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting gegeven op 21 maart 2024;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 25 maart 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.967/2;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 26 maart 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "de wet": de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;2° "het Verzekeringscomité": het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 21 van de wet;3° "programma": een programma waarin acties worden beschreven om samen geïntegreerde zorg te realiseren binnen een specifiek toepassingsdomein;4° "patiëntenforum": het patiëntenforum bedoeld in artikel 13/2 van de wet.

Art. 2.§ 1. Onder de voorwaarden die in dit besluit zijn vastgesteld, kan het Verzekeringscomité overeenkomsten sluiten teneinde geïntegreerde zorg te realiseren in het kader van afgesproken programma's, met als doelstelling: 1° een betere ervaring van zorg voor de persoon;2° betere gezondheidsuitkomsten op bevolkingsniveau;3° het realiseren van meer waarde met dezelfde middelen door efficiënter gebruik van de beschikbare middelen;4° het verhogen van het welzijn van de professionals die actief zijn in de zorg- en welzijnssector;5° het realiseren van meer gelijkheid in toegang tot gezondheid en gezondheidszorg (health equity). § 2. De programma's worden afgesproken en de overeenkomsten worden gesloten: 1° met l'Agence wallonne pour une vie de qualité of met zorgverleners of rechtspersonen die hiertoe zijn aangeduid door het Waalse Gewest;2° met l'Office de la naissance et de l'enfance (ONE) of met zorgverleners of rechtspersonen die hiertoe zijn aangeduid door de Franse Gemeenschap;3° met de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, met Iriscare of met zorgverleners of rechtspersonen die hiertoe zijn aangeduid door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;4° met de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (Service Public Francophone bruxellois) of met zorgverleners of rechtspersonen die hiertoe zijn aangeduid door de Franse Gemeenschapscommissie of de Vlaamse Gemeenschapscommissie;5° met "Das Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft" of met zorgverleners of rechtspersonen die hiertoe zijn aangeduid door de Duitstalige gemeenschap;6° met het Departement Zorg of het Agentschap Opgroeien. § 3. Elke overeenkomst voegt in bijlage het programma dat bij die overeenkomst wordt uitgevoerd. HOOFDSTUK 2. - Overeenkomst voor een programma geïntegreerde zorg

Art. 3.Om een overeenkomst te kunnen sluiten met betrekking tot een geïntegreerd zorgprogramma moet aan onderstaande inhoudelijke elementen worden voldaan: 1° betreffende het gemeenschappelijk kader voor de ontwikkeling en uitvoering van programma's: a) Het programma houdt rekening met het WHO-model: `WHO framework on integrated people centred health services';b) Het programma is gericht op de realisatie van de levensdoelen van de persoon en hanteert tegelijkertijd een populatiegerichte benadering;c) De voorgestelde praktijken zijn evidence-based.2° betreffende de beschrijving van de aanleidende probleemstelling van het programma en de prioriteiten: a) De aanleidende probleemstelling van het programma wordt geïdentificeerd en beschreven op basis van gegevens die vervolgens toelaten de actiedomeinen naar voor te schuiven;b) De prioriteiten worden vastgesteld op basis van de vastgestelde probleemstelling.3° betreffende de doelstellingen van het programma: de doelstellingen van het programma zijn gebaseerd op de "5AIM".Het programma bevat specifieke doelstellingen die geformuleerd zijn in functie van de doelgroep en de voorgestelde activiteiten; 4° betreffende de doelgroep: het programma bevat een beschrijving van de betrokken doelgroep, die duidelijk omschreven is;5° betreffende de activiteiten van het programma: a) Kort overzicht van alle activiteiten, met inbegrip van de gerelateerde activiteiten die ontwikkeld en uitgevoerd werden vóór de creatie van het geïntegreerde zorgprogramma;b) Gedetailleerde beschrijving van de nieuwe activiteiten die in het kader van het programma worden voorgesteld;c) Beschrijving van hoe de nieuwe activiteiten/prestaties die deel uitmaken van het programma afgestemd zijn op de algemene zorg en ondersteuning die aan de persoon geboden wordt.6° betreffende de betrokken actoren: a) omschrijving van de actoren en organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering van het programma;b) omschrijving van de verantwoordelijkheden van de actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van het programma.7° betreffende de planning van het programma: beschrijving en planning van de implementatie;8° betreffende de financieringsmodaliteiten: a) Beschrijving van de financiële circuits;b) Raming van de financiële weerslag en aanduiding binnen de begroting van de overheden die specifieke kosten voor activiteiten binnen het programma zullen ten laste nemen.9° betreffende het gemeenschappelijk kader voor monitoring en evaluatie.De evaluatiestrategie is gebaseerd op de 5AIM en wordt uitgevoerd op verschillende macro, meso- en microniveaus: a) Beschrijving van de monitoringstrategie;b) Beschrijving van het monitoringproces, planning en toewijzing van verantwoordelijkheden;c) Beschrijving van de evaluatiestrategie;d) Beschrijving van het evaluatieproces, de planning en de toewijzing van verantwoordelijkheden;e) Beschrijving van de indicatoren (algemeen voor het programma en specifiek voor de activiteiten).10° betreffende de uitvoering van het programma op mesoniveau: beschrijving van de manier waarop het mesoniveau de uitvoering van het programma ondersteunt of vergemakkelijkt.

Art. 4.§ 1. In de in artikel 2 bedoelde overeenkomst worden minstens de volgende elementen vastgelegd: 1° de identiteit van de contractant met vermelding van zijn identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen of in de registers van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid of in de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° de identiteit van de administratief verantwoordelijke, belast met administratieve en financiële relaties met het RIZIV;3° de regels en modaliteiten met betrekking tot de facturatie en de controle;4° de geldigheidsduur van de overeenkomst in overeenstemming met artikel 5;5° de opzeggings- en wijzigingsmodaliteiten van de overeenkomst, rekening houdend met de continuïteit van de zorg;6° de noodzakelijke administratieve gegevens en de wettelijke basis voor de verwerking van die gegevens;7° het bedrag van de tegemoetkomingen en het maximumbudget dat daarvoor wordt voorzien;8° het stakeholdermanagement. § 2. Indien de administratieve gegevens die in de overeenkomst worden vermeld worden gewijzigd, kan de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging de overeenkomst aanpassen teneinde deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe gegevens.

Art. 5.De overeenkomsten worden uiterlijk afgesloten op 31 december 2027.

Alle overeenkomsten nemen van rechtswege een einde op uiterlijk 31 december 2028. HOOFDSTUK 3. - Bedragen ten laste van de rechthebbende

Art. 6.Voor de verstrekkingen, die in het kader van de overeenkomst worden bepaald en die behoren tot het toepassingsgebied van de overeenkomst, kunnen geen persoonlijke aandelen, supplementen of andere bijdragen worden gevraagd dan deze voorzien in uitvoering van de wet of in uitvoering van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2024 .

Art. 8.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^