gepubliceerd op 18 juni 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 1976 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel
29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 1976 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 35 en 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 januari 1976 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 19 februari 1999 bekendgemaakte bericht;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om zonder verwijl maatregelen te nemen om de bevoegdheidsomschrijvingen van een aantal paritaire comités aan te passen, enerzijds om de rechtszekerheid veilig te stellen en anderzijds om de lopende collectieve onderhandelingen te vrijwaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 januari 1976 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel wordt vervangen als volgt : « Artikel 1.- § 1. Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel", dat bevoegd is voor de werknemers die hoofdzakelijk intellectuele arbeid verrichten en hun werkgevers, te weten de ondernemingen die, hetzij voor eigen rekening, hetzij voor rekening van derden, op het stuk van petroleumproducten en -derivaten (onder andere de samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste petroleumgassen, alsmede de smeermiddelen en de vetten) een industriële en/of handelsbedrijvigheid uitoefenen, daarin begrepen het behandelen, de raffinage, het opslaan, het laden, het vervoeren en het lossen van deze producten, en die voldoen aan één van de voorwaarden van § 2"; § 2. Om tot dit paritair comité te behoren, moeten de ondernemingen bedoeld in § 1 opslagplaatsen voor petroleumproducten en/of -derivaten met een totale inhoudsruimte van minstens 15 000 m3 uit welke hoofde ook, bezitten of exploiteren, of aan minstens twee van de volgende maatstaven beantwoorden : - de distributie verzekeren van minstens 150 000 ton per jaar petroleumproducten en/of -derivaten, stookolie uitgezonderd. Met stookolie worden zowel halfzware, zware alsook extra-zware stookolie bedoeld; - de distributie verzekeren van minstens 200 000 ton per jaar stookolie; - een vloot van tankwagens gebruiken waarvan de capaciteit (inhoud) 250 m3 bereikt, welke haar eigendom of die van derden is; - de handel van petroleumproducten en/of -derivaten verzekeren door ten minste 25 punten van detailverkoop onder eenzelfde handelsbenaming, eigendom van de betrokken onderneming. § 3. In ieder geval zijn uitgesloten van de bevoegdheid van dit paritair comité : 1. elke onderneming die voor haar eigen productie andere dan petroleumproductie, of voor eigen gebruik en met eigen personeel, petroleumproducten en/of -derivaten gebruikt als grondstof, als brandstof of als energiebron;2. de ondernemingen voor detailverkoop die rechtstreeks aan de verbruikers diverse producten, met inbegrip van petroleumproducten en/of -derivaten verkopen, en die onder volgende paritaire comités ressorteren : - het Paritair Comité voor het garagebedrijf; - het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; - het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen; - het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel; - het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren; - het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken; - het Paritair Comité voor de warenhuizen. »
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 12 januari 1976, Belgisch Staatsblad van 25 maart 1976.