28 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van ambtenaaren, belast met de opsporing en de vaststelling van de overtredingen van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of produktiestimulerende werking, artikel 6, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 1991 houdende aanwijzing van de ambtenaren, belast met de opsporing en de vaststelling van de overtredingen van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale of met anti-hormonale werking;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2009;

Gelet op advies 46.813/3 van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De statutaire en contractuele inspecteur-dierenartsen en controleurs van de dienst Inspectie van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zijn bevoegd voor het opsporen en het vaststellen van de overtredingen van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, betaadrenergische of produktie-stimulerende werking en van haar uitvoeringsbesluiten.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 6 december 1991 houdende aaniwjzing van de ambtenaren, belast met de opsporing en de vaststelling van de overtredingen van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale of met anti-hormonale werking, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 april 1995 en 17 december 2008, wordt opgeheven.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgzondheid, Mevr. L. ONKELINX