28 MEI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de tegemoetkoming in de kosten eigen aan de werkgever (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de tegemoetkoming in de kosten eigen aan de werkgever.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018 Tegemoetkoming in de kosten eigen aan de werkgever (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2019 onder het nummer 150601/CO/102.08) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk ressorteren. HOOFDSTUK II. - Principe

Art. 2.De werkgever moet kosteloos werkkledij ter beschikking stellen van zijn werknemers vanaf het begin van hun werkzaamheden en hij blijft eigenaar van die werkkledij.

De werkgever zorgt of laat op zijn kosten zorgen voor de reiniging van de werkkledij, voor de herstelling en het onderhoud in de normale staat van gebruik, alsook voor de hernieuwing ervan op gepaste tijden. HOOFDSTUK III. - Bijkomend

Art. 3.Gezien de specifieke arbeidsomstandigheden, hoofdzakelijk veroorzaakt door stof, lawaai, veelvuldig gebruik van water, werken in vochtige ruimtes, niet verwarmde ruimtes of buiten, enz., wordt door de werkgevers een bijkomende vergoeding voorzien voor aankoop en onderhoud van persoonlijke werkkledij en dergelijk ondergoed en persoonlijke beschermingsmiddelen.

De werklieden en werksters bedoeld in artikel 1 ontvangen vanaf 1 januari 2019 een forfaitaire tussenkomst van de werkgever in de kosten van aankoop en onderhoud van deze kledij en beschermingsmiddelen ten belope van 0,3260 EUR per gewerkte dag. HOOFDSTUK IV. - Wetgeving

Art. 4.De terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever zijn in de huidige wetgeving vrij van sociale bijdragen, aftrekbaar voor de werkgever en niet belastbaar bij de werknemer. Indien de wetgeving of het standpunt van de administraties terzake wijzigt, wordt de collectieve arbeidsovereenkomst tussentijds opnieuw onderhandeld en eventueel aangepast. HOOFDSTUK V. - Duur van de overeenkomst

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019 en houdt op te bestaan op 31 december 2020.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2019.

De Minister van Werk, K. PEETERS