gepubliceerd op 13 november 2009
Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen uit de subsector breigoednijverheid en die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
27 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen uit de subsector breigoednijverheid en die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk (PC 120) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, artikel 51, § 1, vervangen bij de wet van 30 december 2001;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, gegeven op 15 juni 2009;
Gelet op advies 47.154/1 van de Raad van State, gegeven op 17 september 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen uit de subsector breigoednijverheid zoals bedoeld in artikel 1, § 1, 1, b), van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid en die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren.
Art. 2.§ 1. Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geheel worden geschorst vanaf de eerste arbeidsdag die op deze van de kennisgeving volgt. § 2. De kennisgeving van een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschiedt bij de aanvang van de laatste arbeidsdag die de schorsingsperiode voorafgaat. Zij geschiedt hetzij door aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, wanneer de nieuwe arbeidsregeling een collectief karakter draagt, hetzij, wanneer de nieuwe arbeidsregeling geen collectief karakter draagt, door de overhandiging aan de werkman van een geschrift.
Bij afwezigheid van de werkman wordt de kennisgeving steeds bij een ter post aangetekende brief aan de belanghebbende verzonden. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt als arbeidsdag beschouwd iedere kalenderdag tijdens dewelke, krachtens het in de onderneming toegepast uurrooster, arbeid wordt verricht.
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst mag niet meer dan vier weken bedragen.
Hij mag echter eenmaal per kalenderjaar op acht weken worden gebracht.
Art. 4.Met toepassing van artikel 51, § 1, vijfde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, vermeldt de in artikel 2, § 2, bedoelde kennisgeving de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst ingaat, de datum waarop deze schorsing een einde neemt, alsook de data waarop de werklieden werkloos worden gesteld.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2009 en treedt buiten werking op 1 oktober 2010.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.