gepubliceerd op 05 september 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en gelegenheidswerk
27 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en gelegenheidswerk (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en gelegenheidswerk.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991.
Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en gelegenheidswerk (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51313/CO/145) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, met uitsluiting van de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen en de champignonteelt, en op hun als arbeider of arbeidster tewerkgesteld gelegenheidspersoneel zoals bepaald in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. HOOFDSTUK II. - Lonen
Art. 2.§ 1. Op 1 januari 1999 zijn volgende minimumuurlonen van toepassing op het in artikel 1 bedoelde gelegenheidspersoneel : - bloemen- en sierplanten : 276,70 F; - groenten - tuinbouwzaden - truffel - druiventeelt : 252,35 F - boomkwekerijen : 309,85 F; - bosboomkwekerijen : 307,20 F; - fruitteelt : 252,35 F. § 2. De in § 1 vermelde minimumlonen en de werkelijk betaalde lonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 december 1995 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 maart 1996. HOOFDSTUK III. - Eindejaarspremie
Art. 3.Het in artikel 1 bedoelde gelegenheidspersoneel, dat in de loop van de referteperiode, lopende van 1 januari tot 31 december van het jaar, minstens 50 dagen aangegeven heeft op de plukkaart in één of meerdere in artikel 1 bedoelde ondernemingen, heeft vanaf 1 januari 2000, ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf, recht op een eindejaarspremie van 5 000 F. De praktische uitkeringsmodaliteiten van de eindejaarspremie worden bepaald door de raad van beheer van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf. HOOFDSTUK IV. - Syndicale premie
Art. 4.Het in artikel 1 bedoelde gelegenheidspersoneel dat aangesloten is bij één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, heeft vanaf 1 januari 2000, ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf, recht op een syndicale premie van 500 F indien het recht heeft op een eindejaarspremie zoals bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Geldigheid
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX