gepubliceerd op 29 juni 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1965 houdende organisatie van de financiële Staatstussenkomst voor de werking van het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening
26 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1965 houdende organisatie van de financiële Staatstussenkomst voor de werking van het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening inzonderheid artikel 7, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 1965 tot vaststelling van de datum van het inwerkingtreden van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en tot bepaling van risico's die gedekt zijn de verzekeringsondermeningen die de vereniging zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » vormen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1965 betreffende het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1965 houdende organisatie van de financiële Staatstussenkomst voor de werking van het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening;
Gelet op advies van de Inspecteur van Financiën;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 december 1965 houdende organisatie van de financiële Staatstussenkomst voor de werking van het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.De jaarlijkse staatstoelage, bedoeld in artikel 7, § 3, van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, wordt uiterlijk op 30 juni van bedoeld jaar vereffend. ».
Art. 2.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, worden zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS