gepubliceerd op 26 augustus 1999
Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Brecht en Brasschaat, van algemeen nut wordt verklaard
25 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Brecht en Brasschaat, van algemeen nut wordt verklaard
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;
Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;
Overwegende dat het HST-project een antwoord biedt op de huidige en verwachte mobiliteitsgroei en een belangrijke schakel vormt in het Europese hogesnelheidsnet;
Overwegende dat de Federale Regering en de Nederlandse Regering op 21 december 1996 gezamenlijk een verdrag hebben ondertekend voor de aanleg van een spoorverbinding voor hogesnelheidstreinen tussen Rotterdam en Antwerpen;
Overwegende dat, wat de hogesnelheidslijn Antwerpen-Nederlandse grens betreft, de Federale Regering geopteerd heeft voor een tracé in bundeling met de autosnelweg E19;
Overwegende dat de Vlaamse Regering op 23 mei 1996 besloten heeft de betrokken gewestplannen te wijzigen ten einde er bovenvermeld hogesnelheidstracé in op te nemen;
Overwegende dat de inbezitneming van de op de plannen nrs. : N6/0E19/058,8/T1 N6/0E19/060,2/T1 N6/0E19/061,1/T1 N6/0E19/062,1/T1 N6/0E19/063,2/T1 N6/0E19/064,0/T1 N6/0E19/064,8/T1 N6/0E19/065,5/T1 N6/0E19/066,6/T1 N6/0E19/067,4/T1 N6/0E19/068,4/T1 N6/0E19/069,3/T1 aangeduide percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Brasschaat en Brecht, nodig is voor de uitbouw van de bedding en kunstwerken van de eigenlijke hogesnelheidslijn tussen het anti-tank kanaal en de Sint Lenaartsbaan aldaar en ermee verbonden, langs voornoemd baanvak, een veiligheidsstrook tussen deze hogesnelheidslijn en de autosnelweg E19 aan te leggen, milieubeschermende uitrustingen (geluidsbermen) aan te brengen, lokale werfwegen te voorzien en de in de omgeving gelegen wegen- en waterwegeninfrastructuur aan te passen;
Overwegende dat de Federale Regering op 5 juli 1996 het tienjarenplan 1996-2005 der spoorweginvesteringen heeft goedgekeurd en in dit kader een aangepaste kalender ter verwezenlijking van het HST-project heeft aangenomen;
Overwegende dat de planning voor de realisatie van de hogesnelheidslijn naar Nederland gekoppeld is aan internationale afspraken inzake de treindienst;
Overwegende dat ingevolge deze planning de hogesnelheidslijn tussen Antwerpen en Nederland tegen 1 juni 2005 in gebruik dient te worden genomen;
Overwegende dat wegens de vooropstaande duurtijd van de vereiste werkzaamheden derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is;
Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken, kaderend in de aanleg van de hogesnelheidslijn tussen Antwerpen en Nederland, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de gemeenten Brecht en Brasschaat en opgenomen in de plannen nrs. : N6/0E19/058,8/T1 N6/0E19/060,2/T1 N6/0E19/061,1/T1 N6/0E19/062,1/T1 N6/0E19/063,2/T1 N6/0E19/064,0/T1 N6/0E19/064,8/T1 N6/0E19/065,5/T1 N6/0E19/066,6/T1 N6/0E19/067,4/T1 N6/0E19/068,4/T1 N6/0E19/069,3/T1, gevoegd bij dit besluit.
Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormelde plannen aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5.
Art. 3.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN
Bijlage bij het koninklijk besluit van 25 mei 1999 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld