Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 februari 2018
gepubliceerd op 09 maart 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017040993
pub.
09/03/2018
prom.
25/02/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 februari 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017 Overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken (Overeenkomst geregistreerd op 18 september 2017 onder het nummer 141328/CO/308) Inleiding De financiële sector is over de jaren heen sterk geëvolueerd waardoor een herziening van de bevoegdheidsafbakening van verschillende paritaire comités in de banksector zich aandient. Eén van de herzieningen betreft de sector van de spaarbanken die momenteel tot het bevoegdheidsdomein van Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie behoren. Op basis van de evolutie van de regelgeving, de aard van de financiële activiteiten, het verleden of de toekomstige evolutie van loon- en arbeidsvoorwaarden werd de vraag gesteld of de instandhouding van een afzonderlijk PC 308 nog opportuun is.

In het verlengde van dit referentiekader en deze vaststellingen formuleerden de sociale partners van het PC 308 een voorstel om met respect van onderstaande principes de spaarbanken in de toekomst onder de bevoegdheid van het PC 310 (banken) te laten ressorteren.

Op 19 januari 2016 sloten de sociale partners binnen het PC 308 hieromtrent een protocol met het oog op een mogelijke harmonisatie. In dit protocol werden de basisprincipes omtrent deze overgang overeengekomen.

Met deze collectieve arbeidsovereenkomst wensen de sociale partners een juridische basis te creëren omtrent de vooropgestelde basisprincipes. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die op 30 juni 2017 ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie(1) en die op dezelfde datum ingeschreven zijn op de lijst 1B Spaarbanken en spaarkassen (met inbegrip van de Federatie van kredietinstellingen) van de kredietinstellingen met vergunning in België, gepubliceerd door de toezichthouders FSMA en NBB. Deze ondernemingen zullen vanaf 1 juli 2017 ingevolge de wijziging van de werkingssfeer van het bedoelde paritaire comité voortaan onder het toepassingsgebied van het paritair comité voor banken en spaarbanken(2) ressorteren.

Om deze redenen gelden de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst uitsluitend voor de werknemers die uiterlijk op 30 juni 2017 in dienst van de geciteerde werkgevers waren(3). Werknemers die na deze datum werden aangeworven of in het personeelsregister werden ingeschreven, ressorteren integraal onder de conventionele regelgeving van het PC 310.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden, bedienden en kaderpersoneel. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten van het PC 310 op de in artikel 1, 1ste alinea van deze collectieve arbeidsovereenkomst omschreven werkgevers en werknemers. HOOFDSTUK III. - Basisprincipe

Art. 3.Met deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een maximale aansluiting van de actueel binnen het PC 308 geldende collectieve arbeidsovereenkomsten bij de conventionele regelgeving van het PC 310 beoogd.

Voor wat de concrete toepassing van deze aansluiting betreft, gelden volgende basisregels : - De voorwaarden en voordelen, die de bestaande werknemers op het ogenblik van de overgang naar het PC 310 reeds op basis van de collectieve arbeidsovereenkomsten of enige analoge regeling van het PC 308 genieten, blijven - behoudens uitdrukkelijke afwijking door deze collectieve arbeidsovereenkomst - behouden; - Deze voordelen en/of voorwaarden kunnen geenszins - behoudens uitdrukkelijke afwijking door deze collectieve arbeidsovereenkomst - met de voordelen of rechten geput uit de collectieve arbeidsovereenkomsten van het PC 310 worden gecumuleerd; - Indien, in deze context, uit de vergelijking van beide stelsels (PC 308 en PC 310) een verschil blijkt, dan wordt dit als volgt opgelost : - onder alle omstandigheden wordt naar een kostenneutraliteit gestreefd. Om deze redenen wordt in de eerste plaats de financiële tegenwaarde of de tegenwaarde in arbeidsduur van het desbetreffende voordeel in kaart gebracht; - kunnen beide voordelen in arbeidsduur worden uitgedrukt, dan worden deze vervolgens met elkaar vergeleken en worden de principes vervat in bijlage 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst toegepast. Indien het nieuwe voordeel groter is dan het bestaande voordeel (PC 308), dan kan de financiële tegenwaarde ervan door bestaande voordelen (waarvan de financiële waarde wordt berekend) worden gecompenseerd; - kunnen beide voordelen in een financiële tegenwaarde worden uitgedrukt, dan worden deze vervolgens met elkaar vergeleken. Indien het nieuwe voordeel groter is dan het bestaande voordeel (PC 308), dan kan de financiële tegenwaarde ervan door bestaande voordelen in arbeidsduur worden gecompenseerd. De syndicale afvaardiging is op dit vlak bevoegd om een eventuele afwijkende regeling op bedrijfsniveau te implementeren. Bij gebrek aan overeenstemming geldt evenwel de regeling van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - voor wat de berekening van de financiële tegenwaarde betreft, geldt als basisregel dat de netto tegenwaarde van een bepaald voordeel, eerst naar een bruto tegenwaarde wordt geconverteerd (voorbeeld de nettowaarde van maaltijdcheques wordt in een brutoloon geconverteerd), zodat eenzelfde bruto tegenwaarde(4) als vergelijkingsbasis kan worden gehanteerd; - deze methodiek geldt ongeacht de aard of oorsprong van de loon- en arbeidsvoorwaarden, hetgeen impliceert dat ook voordelen die louter op bedrijfsniveau werden toegekend, eveneens in de vergelijkende analyse en compensatie worden betrokken; - mocht uit de vergelijkende analyse blijken dat een voordeel (PC 310) uiteindelijk groter blijkt en geen compensatie mogelijk is, dan wordt dit voordeel (van het PC 310) toegekend; - deze algemene regeling doet geen afbreuk aan de bijzondere regelingen voor specifieke voordelen en/of omstandigheden die in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst werden opgenomen. HOOFDSTUK IV. - Concrete toepassingen

Art. 4.Arbeidsduur Vanaf 1 juli 2017 geldt binnen de betrokken ondernemingen een gemiddelde arbeidsduur van 35 uur per week, of anders uitgedrukt van 219 dagen van 7 uur 24 minuten op jaarbasis(5), waarbij volgende berekeningselementen worden in aanmerking genomen : 365 kalenderdagen, omvattende : - 104 zaterdagen en zondagen; - 20 wettelijke vakantiedagen; - 10 wettelijke feestdagen; - 4 bankholidays; - 8 "compensatiedagen" (ADV-dagen) om de overgang van een 37 uur werkweek tot 35 uur te herleiden.

Voor het PC 308 geldt een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 35 uur 30 minuten of 231 dagen (= exclusief bankholidays) van 7 uur en 6 minuten(6) waarbij volgende berekeningselementen worden in aanmerking genomen : 365 kalenderdagen, met inbegrip van : - 104 zaterdagen en zondagen; - 20 wettelijke vakantiedagen; - 10 wettelijke feestdagen; - 3 bankholidays (2 brugdagen + 1 regionale feestdag).

Dit resulteert in een conventionele arbeidsduur van 1 618,8 uur per jaar wanneer rekening wordt gehouden met de 3 bankholidays (namelijk 228 dagen x 7,1 = 1 618,8 uur op jaarbasis), hetgeen impliceert dat de overgang van de spaarbanken van het PC 308 naar het PC 310 tot geen enkele wijziging op het vlak van de toepasselijke arbeidsduur aanleiding geeft, vermits binnen deze vergelijking de arbeidsduur - berekend conform het binnen het PC 310 toepasselijke conventionele maatstaven - er binnen de spaarbankensector vóór de overgang een lagere arbeidsduur werd toegepast (zie bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst).

Bijkomende ADV-dagen dienen derhalve niet te worden toegekend als gevolg van de overgang van de spaarbanken van het PC 308 naar het PC 310. Bovendien blijft het actueel aantal ADV-dagen behouden. Deze vaststelling geldt voor alle werkgevers die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst ressorteren.

Art. 5.Anciënniteitsverlof De bestaande werknemers die op 31 december 2017 een anciënniteit hebben van ten minste 25 jaar, behouden hun anciënniteitsverlof zoals bepaald in artikel 52(7) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 houdende loon- en arbeidsvoorwaarden (PC 308), algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 september 1979, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 1980. Op hen blijft deze collectieve arbeidsovereenkomst ook in de toekomst integraal van toepassing. Deze regeling kan bijgevolg niet worden gecumuleerd met de binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310) toepasselijke regelgeving.

De bestaande medewerkers die op 31 december 2017 een lagere anciënniteit hebben, ressorteren met ingang van 1 januari 2018 onder de integrale regeling, zoals van toepassing binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310).

Art. 6.Ouderdomsverlof De bestaande werknemers die op 31 december 2017 55 jaar of ouder zijn, behouden hun ouderdomsverlof (recht op aanvullende vakantiedagen) zoals bepaald in artikel 53(8) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 houdende loon- en arbeidsvoorwaarden (PC 308), algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 september 1979, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 1980. Op hen blijft deze collectieve arbeidsovereenkomst ook in de toekomst integraal van toepassing. Deze regeling kan bijgevolg niet worden gecumuleerd met de binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310) toepasselijke regelgeving.

De bestaande medewerkers die op 31 december 2017 een lagere leeftijd hebben dan 55 jaar, ressorteren met ingang van 1 januari 2018 onder de integrale regeling, zoals van toepassing binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310).

Art. 7.Functieclassificatie en functieklassen Uitvoerende bedienden De bestaande werknemers behorende tot de categorie van de uitvoerende bedienden ressorteren vanaf 1 januari 2018 inzake de minimale barema's onmiddellijk onder de binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310) toepasselijke regelgeving.Dit onverminderd de toepassing van bestaande huisbarema's of analoge loonschalen die minimaal gelijk of hoger zijn dan de toepasselijke sectorale barema's, en zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid tot compensatie overeenkomstig artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Inschalingen in het bankbarema gebeuren minimaal in dezelfde klasse als momenteel van toepassing in de spaarbanken. Uiteraard geldt hierbij als algemeen basisprincipe dat de werkelijk uitgeoefende functie de toepasselijke klasse bepaalt.

Indien de inschaling in het bankbarema aanleiding geeft tot een loonsverhoging, dan is de concrete toepassing ervan in de tijd door de werkgever programmeerbaar. Niettemin dient uiterlijk binnen een overgangsperiode van 4 jaar het toepasselijke bankbarema te worden toegekend.

Kaderleden De bestaande werknemers behorende tot de categorie van de kaderleden(9) ressorteren vanaf 1 januari 2035 inzake de minimale barema's onder de binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310) toepasselijke regelgeving. Dit onverminderd de toepassing van bestaande huisbarema's of analoge loonschalen die minimaal gelijk of hoger zijn dan de toepasselijke sectorale barema's.

De bestaande werknemers die later tot de categorie van de kaderleden toetreden(10) ressorteren vanaf deze toetreding inzake de minimale barema's onmiddellijk onder de binnen het Paritair Comité voor de banken (PC 310) toepasselijke regelgeving. Dit onverminderd de toepassing van bestaande huisbarema's of analoge loonschalen die minimaal gelijk of hoger zijn dan de toepasselijke sectorale barema's.

Inspecteurs Het barema inspecteurs in PC 308 wordt aan het sectorbarema categorie 4 bedienden van het PC 310 gekoppeld indien de functie zich in de onderneming op bediendenniveau situeert. Het kaderbarema categorie 1 van het PC 310 is van toepassing indien de functie van inspecteur in de onderneming als een kaderfunctie wordt beschouwd.

Art. 8.Loon- en arbeidsvoorwaarden Als basisregel geldt dat andere bestaande voordelen op ondernemingsvlak, en die niet voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten van het PC 308, eveneens verrekenbaar zijn op eventuele voordelen, die ingevolge de wijziging van het toepasselijke paritaire comité aan de werknemers dienen of zouden dienen te worden toegekend. Als basisregel geldt dat elk voordeel waarvan de tegenwaarde berekenbaar is, en dit ongeacht de aard en oorsprong van het voordeel, kan worden in rekening gebracht (zie toelichting en voorbeelden opgenomen in bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst). HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 30 juni 2017 en geldt voor onbepaalde duur.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de ondertekenende partijen bij aangetekend schrijven gericht aan elk der partijen, en dit mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden, worden opgezegd.

De partijen verbinden zich ertoe tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen bijkomende eisen te stellen over de punten die in deze overeenkomst voorkomen.

Bijlagen Bijlage 1 : Vergelijking arbeidsduur PC 308 - PC 310.

Bijlage 2 : Toelichting en voorbeelden artikel 8 (punt 2.5 van het protocol van 19 januari 2016).

Bijlage 3 : Artikelen 52 en 53 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota's (1) Verder het "PC 308" genaamd.(2) Verder het "PC 310" genaamd.(3) Verder de "bestaande werknemers" genaamd.Meer specifiek wordt bedoeld "de werknemers die uiterlijk op 30 juni 2017 waren aangeworven en effectief in het personeelsregister waren ingeschreven". (4) Inclusief werknemersbijdrage RSZ, exclusief patronale RSZ-bijdragen.(5) 219 x 7,4 = 1 620,6 uur per jaar.(6) 231 x 7,1 = 1 640,1 uur per jaar.(7) Vervangen door artikel 5, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1985 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 september 1985, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 oktober 1985.(8) Vervangen door artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1994 betreffende het weren uit de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten van de sector van bepalingen die een discriminatie bevatten tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers, geregistreerd onder nr.35672/CO/308, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1995, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 september 1995. (9) Dus die al kaderlid zijn op het ogenblik van de wijziging van het toepassingsgebied van het PC 308.(10) Dus die nog geen kaderlid zijn op het ogenblik van de wijziging van het toepassingsgebied van het PC 308. Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken

Vergelijking arbeidsduur PC 308/PC 310

PC 308

PC 310

Kalenderdagen

365


Weekends

-104


Wettelijke vakantie

-20


Wettelijke feestdagen

-10


Totaal 1

231


Bankholidays

-3

-4

Totaal 2

228

227

Situatie vóór 1999 :

Gemiddelde arbeidsduur/week

36:00:00

37:00:00

Gemiddelde arbeidsduur/dag

7:12:00

7:24:00

Aantal uren op jaarbasis(1)

1 663:12:00

1 679:48:00

Situatie ingevolge collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000 :

Officieel gemiddelde arbeidsduur/week

35:30:00

35:00:00

Gemiddelde arbeidsduur/dag

7:06:00

7:24:00

Aantal uren op jaarbasis(2)

1 640:06:00

1 679:48:00

Aantal dagen compensatie/jaar

0

-8

Aantal uren op jaarbasis met compensatie

1 620:36:00

Aantal uren op jaarbasis met bankholidays

1 618:48:00


PC 308 : 231 dagen (bron : patronale verklaring en toelichting 20 april 1999 + verwijzing jaartotaal in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000).

PC 310 : 227 dagen (bron : toelichting bij collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999 betreffende de invoering van de 35 urenweek).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota's (1) Jaarbasis verschillend tussen PC 308 en PC 310.(2) Base annuelle différente entre CP 308 et CP 310. Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken Toelichting en voorbeelden artikel 8 (punt 2.5 van het protocol van 19 januari 2016) De sociale partners gaan er mee akkoord dat bestaande voordelen op ondernemingsvlak en die niet voortvloeien uit sectorakkoorden van het PC 308, in rekening kunnen gebracht worden in het kader van het aligneren met eventuele bijkomende loon- en arbeidsvoorwaarden voorzien in PC 310 als het gaat over vergelijkbare voordelen. De ondertekenende partijen engageren zich om er op toe te zien dat de toepassing van dit principe in de individuele ondernemingen gebeurt in overeenstemming met de geest van dit protocol.

Dit principe kan geïllustreerd worden aan de hand van volgende voorbeelden : Wanneer in de onderneming, los van enige sectorregeling, bij collectieve arbeidsovereenkomst aan bepaalde werknemers bijkomende verlofdagen werden toegekend, dan kunnen voor deze werknemers bij de overgang naar het PC 310, het aantal aldus toegekende dagen worden verrekend volgens volgend principe :

Soort

Regeling onderneming

PC 310

Resultaat na overgang

Voorbeeld 1 :


Vakantie

20

20

20

Anciënniteit(1)

2

1

2

Ouderdom(1)

1

1

1

Specifiek

1

0

1


Voorbeeld 2 :


Vakantie

20

20

20

Anciënniteit(1)

1

2

2

Ouderdom(1)

1

0

1

Specifiek

1

0

1


Wanneer in de onderneming los van enige sectorregeling, bij collectieve arbeidsovereenkomst aan bepaalde of aan alle werknemers bijkomende vergoedingen werden toegekend, dan wordt deze vergoeding voor deze werknemers bij de overgang naar het PC 310 verrekend volgens volgend principe :

Onderneming

PC 310(2)

Resultaat

180

148,74

180

0

148,74

148,74


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota's (1) Reeds door betrokken werknemers verworven op datum van overgang naar ander een paritair comité en mits toepassing van de principes voorzien in artikelen 5 en 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017.(2) Als voorbeeld wordt hier de jaarlijkse premie van 148,74 EUR genomen, voorzien in artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999. Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de overgang van de spaarbanken van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie naar het Paritair Comité voor de banken Artikelen 52 en 53 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1979 C. Bijkomende vakantie voor anciënniteit [

Art. 52.Zonder afbreuk te doen aan gunstiger individuele verworven toestanden, wordt de vakantie voor anciënniteit als volgt vastgesteld : - vanaf vijf jaar tot minder dan tien jaar dienst in de onderneming : één bijkomende dag; - vervolgens één bijkomende dag per schijf van 5 jaar dienst.

De anciënniteit moet verworven zijn op 31 maart van het jaar waarin de vakantie wordt genomen.] [ ] Vervangen door artikel 5, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst 14 mei 1985 betreffende de bevordering van de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 september 1985.

Artikel 53 [Er worden aan ouderwordende werknemers bijkomende vakantiedagen toegekend naar rata van : - één dag aan de mannelijke en vrouwelijke werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt; - één bijkomende dag aan de mannelijke en vrouwelijke werknemers die de leeftijd van 59 hebben bereikt; - één bijkomende dag aan de mannelijke en vrouwelijke werknemers die de leeftijd van 60 hebben bereikt; - één bijkomende dag aan de mannelijke en vrouwelijke werknemers die de leeftijd van 61 hebben bereikt; - één bijkomende dag aan de mannelijke en vrouwelijke werknemers die de leeftijd van 62 hebben bereikt.

De leeftijd moet bereikt zijn op 31 maart van het jaar waarin de vakantie wordt genomen.] () Vervangen door artikel 5, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst 14 mei 1985 betreffende de bevordering van de tewerkstelling, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 september 1985, nadien geschrapt door artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst 2 juli 1987 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 maart 1988. [ ] Vervangen door artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst 22 maart 1994 tot weren van discriminatie tussen mannen en vrouwen in bestaande en toekomstige collectieve arbeidsovereenkomsten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1995.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^