gepubliceerd op 12 januari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vaststelling van de verblijfsvergoedingen van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen in de handel in brandstoffen
24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vaststelling van de verblijfsvergoedingen van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen in de handel in brandstoffen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vaststelling van de verblijfsvergoedingen van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen in de handel in brandstoffen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in brandstoffen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2006 Vaststelling van de verblijfsvergoedingen van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen in de handel in brandstoffen (Overeenkomst geregistreerd op 29 mei 2006 onder het nummer 79863/CO/127) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, met uitzondering van de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen. HOOFDSTUK II. - Forfaitaire verblijfsvergoeding
Art. 2.Een forfaitaire verblijfsvergoeding van 29,3614 EUR wordt per begonnen schijf van 24 uren toegekend aan de arbeiders, wanneer zij uit noodzaak van de dienst verplicht zijn om hun dagelijkse en/of wekelijkse rust, zoals voorzien in de sociale verordering (EEG) nr. 3820/85 van 20 december 1985, te nemen buiten hun woonplaats of buiten de in hun arbeidsovereenkomst voorziene arbeidsplaats.
Art. 3.In de volgende twee gevallen wordt het bedrag van de forfaitaire verblijfsvergoeding beperkt tot 11,8099 EUR : a) voor de eerste dagelijkse rust zoals bepaald onder artikel 2, wanneer de samengestelde arbeids- en beschikbaarheidstijden, voorafgaand aan bedoelde rust minder bedragen dan 8 uren, voorzover ze geen deel uitmaakt van een meerdaagse reis;b) wanneer de uithuizigheid minder bedraagt dan 24 uren en het slechts één enkele dagelijkse rust betreft zoals bedoeld onder artikel 2.
Art. 4.Indien de werknemer kan aantonen dat de reële kosten de bedragen, vermeld in de artikelen 2 en 3 overschrijden, wordt het bedrag van de verblijfsvergoedingen aangepast aan de bewezen kosten. HOOFDSTUK III. - Indexering
Art. 5.Vanaf 1 april 2006 worden de bedragen, vermeld onder hoofdstuk II, jaarlijks aangepast in functie van de levensduurte.
De aanpassing gebeurt op basis van de evolutie van het gezondheidsindexcijfer, bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 ter vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1993, van maart van het voorgaande jaar en maart van het jaar waarin de aanpassing geschiedt.
Art. 6.De in de artikel 2 en artikel 3 bedoelde vergoedingen stemmen vanaf 1 april 2005 overeen met het referte-indexcijfer 101,47. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2006 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.
De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN