Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 januari 2006
gepubliceerd op 06 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende het brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012799
pub.
06/04/2006
prom.
24/01/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende het brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende het brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de audiovisuele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2005 onder het nummer 75720/CO/227) Brugpensioen

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel ongeacht het type arbeidsovereenkomst waaronder het is tewerkgesteld.

Art. 2.Voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2007 wordt de leeftijd van het brugpensioen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in het Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975, verlaagd tot 58 jaar.

Art. 3.Voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2007 wordt, binnen de wettelijke en reglementaire mogelijkheden, de leeftijd van het halftijds brugpensioen zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1975, gesloten in et Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 17 november 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 december 1993, op 56 jaar gebracht.

Art. 4.De aanvullende vergoeding van het brugpensioen wordt bij overgang van een deeltijds tijdskrediet naar voltijds brugpensioen berekend op basis van het voltijds loon.

Art. 5.De betaling van de aanvullende vergoeding van het voltijds en het halftijds brugpensioen wordt gesolidariseerd door de instelling met ingang van 1 januari 2005 van een werkgeversbijdrage van 0,04 pct. per trimester aan het fonds voor bestaanszekerheid voor de audiovisuele sector opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2004.

Deze bijdrage wordt geïnd overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2004 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de audiovisuele sector.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^