gepubliceerd op 29 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de anciënniteitsvergoeding voor de autobestuurders tewerkgesteld in de sector taxi's
23 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de anciënniteitsvergoeding voor de autobestuurders tewerkgesteld in de sector taxi's (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de anciënniteitsvergoeding voor de autobestuurders tewerkgesteld in de sector taxi's.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002 Anciënniteitsvergoeding van de autobestuurders tewerkgesteld in de sector taxi's (Overeenkomst geregistreerd op 18 april 2002 onder het nummer 62144/CO/140.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die een taxi-onderneming uitbaten en die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer alsook op hun chauffeurs.
Met "chauffeurs", wordt bedoeld : de mannelijke en vrouwelijke chauffeurs. HOOFDSTUK II. - Anciënniteitsvergoeding
Art. 2.a) De werkgever betaalt jaarlijks een anciënniteitsvergoeding als volgt : - 0,5 pct. na 5 jaar ononderbroken dienst in dezelfde onderneming; - 1 pct. na 10 jaar ononderbroken dienst in dezelfde onderneming; - 1,5 pct. na 15 jaar ononderbroken dienst in dezelfde onderneming; - 2 pct. na 20 jaar ononderbroken dienst in dezelfde onderneming. b) Basis berekening van het bedrag Dit percentage wordt de eerste maand van het jaar berekend op de jaarlijkse recette exclusief BTW van het voorbije jaar.Het bedrag is te betalen voor het einde van deze maand op voorwaarde dat : - de werknemer 200 arbeids- en/of gelijkgestelde dagen kan bewijzen voor het voorbije jaar; - de werknemer steeds in dienst is op 31 december van het voorbije jaar. c) Basis berekening van de dienstperiode Voor de berekening van de dienstperiode geldt 31 december voor de betaling (zie b ) als referentiedatum.Er wordt nagegaan hoeveel jaar de rechthebbende in dienst is tussen de datum van indiensttreding en deze 31 december.
Indien de rechthebbende in dienst trad voor 1 april, zal het eerste jaar als een volledig jaar beschouwd worden voor de berekening van de anciënniteit.
Art. 3.Eventuele gunstigere regelingen inzake anciënniteitsvergoeding op ondernemingsvlak blijven behouden. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2002 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX