Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 2003
gepubliceerd op 08 juli 2003

Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012474
pub.
08/07/2003
prom.
22/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/22/2003012474/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (PC 139) de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 32, § 2, en artikel 34bis , § 1, derde en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de werkgevers van de sector van de binnenscheepvaart onverwijld op de hoogte moeten worden gebracht van de wijziging van de bepalingen inzake nachtarbeid en zondagarbeid voor jeugdige werknemers die binnen deze sector gelden, waarbij in bepaalde gevallen en binnen bepaalde grenzen de mogelijkheid wordt geboden om leerlingen-stagiairs in het kader van een leerlingenstage 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen;

Dat de betrokken instanties en onderwijsinstellingen onverwijld op de hoogte moeten worden gebracht van de aldus toegestane afwijkingen op het verbod van nachtarbeid en het verbod van zondagarbeid, teneinde de nodige praktische voorbereidingen te kunnen treffen voor de organisatie van de leerlingenstages binnen de betrokken studierichtingen voor het schooljaar 2002-2003;

Dat het, binnen het raam van een zorgvuldig bestuur en een goede voorbereiding van een nieuw schooljaar, binnen het onderwijs gebruikelijk is om, geruime tijd vóór de start van van het nieuwe schooljaar, alle noodzakelijke nieuwe onderrichtingen, ook die inzake de organisatie van de leerlingenstages, duidelijk en volledig aan de scholen en hun besturen kenbaar te maken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren en op de leerlingen-stagairs die door hen in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage worden tewerkgesteld.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « leerlingen-stagiairs » : de leerlingen die 15 jaar of ouder zijn, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die ingeschreven zijn in het Nederlandstalig voltijds secundair onderwijs, welke tijdelijk in een onderneming worden tewerkgesteld in het kader van een stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen.

Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogen de leerlingen-stagairs, voor zover deze leerlingen zijn van het eerste en tweede leerjaar van de derde graad van het technisch secundair onderwijs, studierichtingen dek en motoren, van het eerste en tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs, studierichting Rijn- en binnenvaart of van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het beroepssecundair onderwijs, studierichting beperkte kustvaart, 's nachts en/of op zondag tewerkstellen in de volgende gevallen en onder de daarbij bepaalde grenzen : 1° wanneer de leerlingen-stagiairs de bij artikel 2 bedoelde stage verrichten onder het varend personeel van de ondernemingen voor het slepen van binnenschepen, van de ondernemingen voor de internationale sleepvaart of van de ondernemingen voor de binnenscheepvaart, de Rijnvaart en de internationale vaart die vervoer van goederen verrichten, welke onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren, kunnen zij op zondag worden tewerkgesteld, onder de bij de artikelen 32, § 3, en 33, § 2, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalde voorwaarden;2° wanneer zij in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage meewerken aan de uitvoering van werken van vervoer, laden en lossen bedoeld bij artikel 36, 12°, van dezelfde wet, kunnen zij worden tewerkgesteld tussen 4 uur en 24 uur. De werkgever die gebruik wenst te maken van de bij het eerste lid, 1°, bepaalde afwijking van het verbod om werknemers 's zondags tewerk te stellen, moet daarvan binnen vierentwintig uren kennis geven aan de bij artikel 32, § 1, derde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bedoelde ambtenaar.

De bij het eerste lid, 2°, bepaalde afwijking van de grenzen van het verbod op nachtarbeid is enkel van toepassing op de leerlingen-stagiairs ouder dan 16 jaar.

In geen geval mag per schooljaar gedurende meer dan veertien opeenvolgende dagen gebruik worden gemaakt van de bij het eerste lid bepaalde afwijkingen op het verbod van nachtarbeid en het verbod op zondagarbeid.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (PC 139) de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Wet van 17 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 8 april 1997.

^