gepubliceerd op 29 december 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg
22 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg, artikel 14;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg;
Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting gegeven op 29 juni 2009;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat, wegens de huidige financiële en bancaire moeilijkheden, het noodzakelijk is om te voorzien in de mogelijkheid de verplichte borgstelling te storten door een deposito bij de Deposito- en Consignatiekas;
Gelet op advies 47.134/2/V van de Raad van State, gegeven op 9 september 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De financiële draagkracht kan eveneens aangetoond worden met een bericht van borgstelling uitgaande van de Deposito- en Consignatiekas.
De borgtocht moet in speciën gesteld worden.
De gedeponeerde sommen bij de Deposito- en Consignatiekas worden op zijn vroegst teruggegeven negen maanden na de datum waarop de vervoerondernemer opgehouden heeft houder te zijn van een vervoervergunning. De termijn van negen maanden wordt geschorst wanneer een schuldeiser een rechtsvordering instelt en de Deposito- en Consignatiekas daarvan kennis geeft bij ter post aangetekende brief.
Hij begint eerst opnieuw te lopen de dag dat in de zaak tussen de vervoerondernemer en zijn schuldeiser de eindbeslissing in kracht van gewijsde gaat ».
Art. 2.In artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit wordt het woord « hoofdelijke » ingevoegd tussen de woorden « bewijzen van » en « borgtocht ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De Minister bevoegd voor het Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE