22 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 en bestemd tot het dekken van alle uitgaven verbonden aan de economische en sociale toestand of voortvloeiend uit beschikkingen die uitgaven verwekken boven de toelatingen verleend door de begrotingskredieten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 december 1996 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997, inzonderheid op artikel 2-18-3;

Gelet op de wet van 6 juli 1997 houdende de tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997;

Overwegende dat op het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 een niet-gesplitst provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 2 578,3 miljoen frank bestemd tot het dekken van alle uitgaven verbonden aan de economische en sociale toestand of voortvloeiend uit beschikkingen die uitgaven verwekken boven de toelatingen, verleend door de begrotingskredieten;

Overwegende dat de kredieten geopend op de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 ontoereikend zijn om alle uitgaven te dekken, voortvloeiend uit de aanzuivering van het debetsaldo voor de uitbetaling van de vakbondspremies 1995 en 1996.

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een bedrag van 28 390 810 frank overgedragen van het niet-gesplitste krediet op het programme 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 onder de basisallocatie 18-60/10.01.03 en bestemd om uitgaven te dekken van allerlei aard verbonden aan de economische en sociale toestand of voortvloeiend uit bepalingen die uitgaven met zich brengen bovenop de machtigingen geopend door de begrotingskredieten, naar het programma 11-40-3 « Sociale tussenkomsten" van de begroting van de Diensten van de Eerste Minister.

Art. 2.Dit bedrag wordt gevoegd bij de kredieten uitgetrokken voor het begrotingsjaar 1997 op het betrokken programma en op de basisallocatie 11-40/30.11.01.

Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY