gepubliceerd op 18 mei 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, ter vastlegging voor 2009 van de modaliteiten van toekenning van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming
21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, ter vastlegging voor 2009 van de modaliteiten van toekenning van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren ter vastlegging voor 2009 van de modaliteiten van toekenning van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2009 Vastlegging voor 2009 van de modaliteiten van toekenning van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 april 2009 onder het nummer 91895/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01). HOOFDSTUK II. - Sociale voordelen Afdeling I. - Korting op de syndicale bijdrage
A. Aard van het voordeel
Art. 2.De bedienden die zijn tewerkgesteld door een werkgever bedoeld in artikel 1 hebben recht op een korting op de syndicale bijdrage ten laste van het sociaal fonds, onder de voorwaarden vastgesteld bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.
B. Bedrag
Art. 3.Het bedrag van de korting wordt als volgt vastgesteld : a) 128 EUR per jaar voor bedienden die een normale syndicale bijdrage in de vereiste vormen betaald hebben op het ogenblik van de betaling van de korting;b) 64 EUR per jaar voor bedienden die een verminderde syndicale bijdrage in de vereiste vormen betaald hebben op het ogenblik van de betaling van de korting. C. Toekenningsvoorwaarden
Art. 4.Om recht te hebben op de korting moeten de bedienden, bedoeld in artikel 2 aan de volgende voorwaarden voldoen : 1) Vóór 1 januari 2009 aangesloten zijn bij één van de representatieve interprofessionele bediendenorganisaties, welke op nationaal plan zijn verbonden en vertegenwoordigd in het paritair comité, namelijk : - de Bond der Bedienden, Technici en Kaderleden (BBTK); - de "Centrale nationale des Employés" (CNE); - de Landelijke Bedienden Centrale - Nationaal verbond voor Kaderpersoneel (LBC-NVK); - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB); 2) ofwel op 15 juni 2009 zijn tewerkgesteld in één van de in artikel 2 bedoelde ondernemingen;3) of eventueel, op deze datum zijn gedekt door het stelsel van de gelijkgestelde dagen voorzien in de artikelen 16 en 18 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der werknemers;4) ofwel op brugpensioen gesteld zijn volgens het regime, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regime voor aanvullende vergoedingen voor bepaalde oudere werknemers in geval zij zijn ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben. D. Betalings- en controlemodaliteiten
Art. 5.Het sociaal fonds stort aan elke representatieve interprofessionele bediendenorganisatie de nodige bedragen om de betaling van de ristorno's te verzekeren.
Art. 6.De werkgevers van de ondernemingen bedoeld in artikel 2, overhandigen met de loonfiche voor de maand mei, aan elke in hun onderneming tewerkgestelde bediende op 15 juni 2009 alsook aan hen die gedekt zijn door het regime van de gelijkgestelde dagen, bepaald in artikel 4, 2°, een behoorlijk ingevuld formulier waarvan het model wordt opgemaakt door de raad van bestuur van het sociaal fonds.
De bedienden die op brugpensioen werden gesteld, bedoeld in artikel 4, 2°, bekomen het formulier bij de onderneming, voor zover zij de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben.
Deze formulieren worden ambtshalve of op hun verzoek ter beschikking gesteld van de werkgevers door het beheer van het sociaal fonds, gevestigd in de Edmond Van Nieuwenhuyse 8, te 1160 Brussel.
Art. 7.De bedienden die de in artikel 4 bedoelde toekenningsvoorwaarden vervullen bezorgen aan de in artikel 4, 1°, vermelde organisatie, waarvan zij lid zijn, het in artikel 6 bedoelde formulier in tweevoud.
Deze organisatie onderzoekt de effectieve aansluiting van de werknemer en of hij een recht kan doen gelden, berekent het bedrag van de korting en betaalt de begunstigde het bedrag waarop hij recht heeft.
De verificatie en de betaling gebeuren van 16 juni tot 30 september van het lopende dienstjaar.
Art. 8.Vóór 15 november van het lopende dienstjaar, bezorgt iedere in artikel 4, 1°, bedoelde organisatie aan het sociaal fonds een afrekening met vermelding van het bedrag van de ontvangen sommen, het aantal door de begunstigden ondertekende formulieren en het bedrag dat ermee overeenstemt.
De organisaties zijn verplicht het dubbel van de terugbetalingsformulieren gedurende 5 jaar te bewaren, welke kunnen worden gecontroleerd door de expert-boekhouder van het sociaal fonds.
Art. 9.De nadere modaliteiten van betaling en controle van de korting op de syndicale bijdrage verlopen volgens het "Reglement voor de betaling van de syndicale premies" vastgesteld door de raad van bestuur van het sociaal fonds. Afdeling 2. - Syndicale vorming
A. Aard van het voordeel
Art. 10.De onder artikel 4, 1°, bepaalde representatieve interprofessionele bediendenorganisaties hebben recht op een financiële deelneming ten laste van het sociaal fonds voor de onkosten die ze dragen bij de organisatie van cursussen of seminaries met het oog op de verbetering van de kennis van de bedienden op economisch, sociaal en technisch vlak, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de syndicale vorming, gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen op 4 juli 1989 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 november 1989.
B. Bedrag
Art. 11.De globale financiële deelneming van het sociaal fonds is gelijk aan 84.787 EUR. Dit bedrag wordt over de onder artikel 4, 1°, bedoelde representatieve interprofessionele bediendenorganisaties verdeeld naar rato van het aantal kortingen op de syndicale bijdrage dat het sociaal fonds tijdens het jaar 2008 voor elk van hen heeft betaald.
C. Afrekening
Art. 12.De betaling van de financiële deelneming aan de bediendenorganisaties die vallen onder artikel 4, 1°, gebeurt gedurende de laatste twee weken van de maand september volgens de modaliteiten die vastgesteld zijn door de raad van bestuur van het sociaal fonds. HOOFDSTUK III. - Financiering A. Bedrag van de bijdrage van de werkgevers
Art. 13.Om het "Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen" de mogelijkheid te bieden de definitieve sociale voordelen af te rekenen overeenkomstig hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de bijdrage die door de werkgever aan het sociaal fonds moet worden betaald, bepaald op 93 EUR per tewerkgestelde bediende en per bruggepensioneerde op datum van 30 september 2008.
De aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het derde kwartaal 2008 is een rechtsgeldig bewijs voor de berekening van het tewerkgestelde effectief op 30 september 2008.
Het sociaal fonds houdt zich het recht voor om informaties bij de RSZ op te vragen. Indien het aantal bedienden tewerkgesteld op 15 mei 2009 gewijzigd wordt met meer dan 10 pct. ten opzichte van het aantal bedienden meegedeeld op 30 september 2008, zal de bijdrage van de onderneming aangepast worden in functie van deze wijziging.
B. Inning van de bijdrage van de werkgevers
Art. 14.De inning van de bijdrage van de werkgevers door het sociaal fonds, berekend overeenkomstig artikel 13 gebeurt in de loop van de maand april. De werkgevers moeten de verschuldigde bedragen uiterlijk op 31 mei storten aan het sociaal fonds. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding en duur van de collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 15.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2009 en loopt ten einde op 31 december 2009.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET