Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 januari 2003
gepubliceerd op 28 april 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de vastlegging voor 2001 van de wijze van financiering, de begunstigden, het bedrag en de modaliteiten van toekenning en afrekening van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming in het raam van het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen »

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012023
pub.
28/04/2003
prom.
20/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/20/2003012023/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de vastlegging voor 2001 van de wijze van financiering, de begunstigden, het bedrag en de modaliteiten van toekenning en afrekening van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming in het raam van het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen » (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de vastlegging voor 2001 van de wijze van financiering, de begunstigden, het bedrag en de modaliteiten van toekenning en afrekening van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming in het raam van het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen ».

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001 Vastlegging voor 2001 van de wijze van financiering, de begunstigden, het bedrag en de modaliteiten van toekenning en afrekening van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming in het raam van het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen » (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2001 onder het nummer 58519/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, met uitsluiting van de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven. HOOFDSTUK II. - Sociale voordelen Afdeling I. - Korting op de syndicale bijdrage

A. Aard van het voordeel

Art. 2.De bedienden die zijn tewerkgesteld door een werkgever bedoeld in artikel 5, a, van de statuten van het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen », opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juli 1976, gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, hebben recht op een korting op de syndicale bijdrage ten laste van het voornoemde sociaal fonds, onder de voorwaarden vastgesteld bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

B. Bedrag

Art. 3.Het bedrag van de korting is als volgt vastgesteld : a) 4 000 BEF (99,15 EUR) per jaar voor bedienden die voltijds zijn tewerkgesteld (normale syndicale bijdrage) en hun bijdrage in de vereiste vormen betaald hebben op het ogenblik van de betaling van de korting;b) 2 000 BEF (49,57 EUR) per jaar voor bedienden die deeltijds zijn tewerkgesteld (beperkte syndicale bijdrage) en hun bijdrage in de vereiste vormen betaald hebben op het ogenblik van de betaling van de korting. C. Toekenningsvoorwaarden

Art. 4.Om recht te hebben op de korting moeten de bedienden, bedoeld in artikel 2 aan de volgende voorwaarden voldoen : 1) sedert een datum vóór 1 januari 2001 aangesloten zijn bij één van de vertegenwoordigde interprofessionele bediendenorganisaties, die op nationaal plan zijn verbonden en vertegenwoordigd zijn in het paritair comité, namelijk : - de Bond der Bedienden, Technici en Kaderleden (BBTK); - de « Centrale nationale des Employés » (CNE); - de Landelijke Bedienden Centrale - Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel (LBC - NVK); - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB); 2) ofwel op 15 juni 2001 zijn tewerkgesteld in één van de in artikel 2 bedoelde ondernemingen, of eventueel, op deze datum zijn gedekt door het stelsel van de gelijkgestelde dagen voorzien in de artikelen 16 en 18 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967);3) ofwel op brugpensioen gesteld zijn volgens de regeling, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben.

D. Betalingsmodaliteiten

Art. 5.Het sociaal fonds stort aan elke representatieve interprofessionele bediendenorganisatie de nodige bedragen om de betaling van de kortingen te verzekeren.

Art. 6.De werkgevers van de ondernemingen bedoeld in artikel 2, overhandigen bij de betaling van het loon einde mei, aan elke in hun onderneming tewerkgestelde bediende alsook aan hen die gedekt zijn door het stelsel van de gelijkgestelde dagen, bepaald in artikel 4, 2), een naar behoren ingevuld formulier waarvan het model wordt opgemaakt door de raad van bestuur van het sociaal fonds.

De bedienden die op brugpensioen werden gesteld, bedoeld in artikel 4, 2), bekomen het formulier bij de onderneming, voorzover zij de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben.

Deze formulieren worden ambtshalve op hun verzoek ter beschikking gesteld van de werkgevers door het beheer van het sociaal fonds, gevestigd in de Sint-Bernardusstraat 60, te 1060 Brussel.

Art. 7.De bedienden die de in artikel 4 bedoelde toekenningsvoorwaarden vervullen, bezorgen aan de in artikel 4, 1), vermelde organisatie, waarvan zij lid zijn, het in artikel 5 bedoelde formulier in tweevoud.

Deze organisatie onderzoekt de effectieve aansluiting van de werknemer en of hij een recht kan doen gelden, en berekent het bedrag van de korting. Na deze verrichtingen te hebben doen controleren door een andere vertegenwoordigende interprofessionele bediendenorganisatie bedoeld in artikel 4, 1), geeft zij de begunstigde het bedrag waarop hij recht heeft.

De verificatie en de betaling gebeuren van 16 juni tot 30 september van het lopende dienstjaar.

E. Controlemodaliteiten

Art. 8.Vóór 15 november van het lopende dienstjaar, bezorgt iedere in artikel 4, 1), bedoelde organisatie aan het sociaal fonds een afrekening met vermelding van het bedrag van de ontvangen sommen, het aantal door de begunstigden ondertekende formulieren en het bedrag dat ermee overeenstemt.

De organisaties zijn verplicht het dubbel van de terugbetalingsformulieren te bewaren, die kunnen worden gecontroleerd door de expert-boekhouder van het sociaal fonds. Afdeling II. - Syndicale vorming

A. Aard van het voordeel

Art. 9.De onder artikel 4, 1), bepaalde representatieve interprofessionele bediendenorganisaties hebben recht op een financiële deelneming ten laste van het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen » voor de onkosten die ze dragen bij de organisatie van cursussen of seminaries met het oog op de verbetering van de kennis van de bedienden op economisch, sociaal en technisch vlak, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de syndicale vorming, gesloten in het Paritair Comité voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen op 4 juli 1989 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 november 1989.

B. Bedrag

Art. 10.De globale financiële deelneming van het sociaal fonds is gelijk aan 2 875 000 BEF. Dit bedrag wordt over de onder artikel 4, 1), bedoelde representatieve interprofessionele bediendenorganisaties verdeeld naar rato van het aantal kortingen op de syndicale bijdrage dat het sociaal fonds tijdens het jaar 1998 voor elk van hen heeft betaald.

C. Afrekening

Art. 11.De betaling van de financiële deelneming aan de bediendenorganisaties die vallen onder artikel 4, 1), gebeurt gedurende de laatste twee weken van de maand september volgens de modaliteiten die vastgesteld zijn door de raad van bestuur van het sociaal fonds. HOOFDSTUK III. - Financiering A. Bedrag van de bijdrage van de werkgevers

Art. 12.Om het « Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen » de mogelijkheid te bieden de definitieve sociale voordelen af te rekenen overeenkomstig hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de bijdrage die door de werkgever aan het sociaal fonds moet worden betaald, bepaald op 3 200 BEF per tewerkgestelde bediende op datum van 30 september 2000.

Het vak « statistiek » van de aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het derde kwartaal 2000 is een rechtsgeldig bewijs voor de berekening van het tewerkgestelde effectief op 30 september 2000.

B. Inning van de bijdragen van de werkgevers

Art. 13.De inning van de bijdragen van de werkgevers door het sociaal fonds, berekend overeenkomstig artikel 11, gebeurt in de maand mei.

De werkgevers moeten de verschuldigde bedragen uiterlijk op 31 mei storten aan het sociaal fonds. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding en duur van de collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 14.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2001 en loopt ten einde op 31 december 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 januari 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^