Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 februari 2013
gepubliceerd op 23 mei 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de preventie van gezondheidsrisico's in de kapperssector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013200542
pub.
23/05/2013
prom.
20/02/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de preventie van gezondheidsrisico's in de kapperssector (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de preventie van gezondheidsrisico's in de kapperssector.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 februari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012 Preventie van gezondheidsrisico's in de kapperssector (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2012 onder het nummer 108640/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen die actief zijn in de kapperssector en de werknemers die ze tewerkstellen.

Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, de arbeidsters en de bedienden.

HOOFDSTUK II. - Juridisch kader Deze collectieve arbeidsovereenkomst kadert in de Europese kaderRichtlijn van 12 juni 1989 (89/391/CEE), in de bijzondere richtlijnen, in de zin van het artikel 16, § 1 van voornoemde richtlijn (meer bepaald de Richtlijnen 89/654/CEE, 89/656/CEE, 92/85/CEE, 98/24/CE, 2004/37/CE en 2009/104/CE), in de wet op het welzijn van 4 augustus 1996 en in hoofdstuk IX van de sectorale overeenkomst van 8 juni 2011 houdende maatregelen voor verloning, vorming en arbeidsvoorwaarden.

Deel 1 HOOFDSTUK I. - Beginselen 1) De partijen zullen zich er samen toe verbinden de gezondheidsrisico's in de kapperssector naar beneden te halen, onder meer door de verdeling van dit akkoord op lokaal en nationaal niveau.2) De partijen erkennen dat het noodzakelijk is om prioritair een gemeenschappelijke preventiestrategie te ontwikkelen die rekening houdt met de stand van wetenschappelijke kennis.3) De partijen nemen akte van de algemene beginselen van de Kaderrichtlijn 89/391/CEE en de bijbehorende bijzondere Richtlijnen, de cosmeticarichtlijn 76/768/CEE, zoals gewijzigd, evenals de verplichting die fabrikanten, invoerders en verdelers op grond hiervan moeten naleven [1].4) Dit akkoord is van toepassing onverminderd de verplichting voor werkgevers en werknemers om het nationale en Europese recht houdende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers op de werkplaats na te leven.5) De werkgevers en de werknemers zijn verplicht de nationale praktijken of de nationale wetgeving na te leven voor zover deze strikter zijn als dan de bepalingen van dit akkoord.6) De partijen verbinden zich ertoe een strategie te bepalen voor de verspreiding van informatie, opdat : - de kappers in hun kapsalon gemakkelijk toegang hebben tot de informatie betreffende de reglementering inzake bescherming van de huid (bijvoorbeeld op de internetsites van de vakbonden en de beroepsvertegenwoordigers van de kapperssector, aan de hand van omzendbrieven gericht aan de kappers, via instellingen voor ziekteverzekering of via leveranciers van mode accessoires of fabrikanten van cosmeticaproducten); - informatie over de bescherming van de huid op een korte, duidelijke, beknopte en geïllustreerde manier ter beschikking wordt gesteld zodat die kan gelezen en toegepast worden tijdens het werk (ook onder de vorm van een slogan); - de informatie aangepast is aan elke doelgroep, volgens opleidingsniveau (leerling lerende, werknemer, kapper, manager of ondernemingshoofd), volgens juridisch statuut (werkgever, werknemer) en in functie van het concept van het salon (profiel van het cliënteel). 7) De partijen verbinden zich ertoe acties te voeren opdat fabrikanten en producenten van cosmetica : - hun onderzoek naar het gebruik van stoffen die minder schadelijk zijn voor de huid en de luchtwegen opvoeren; - aangepaste beschermende handschoenen en/of crèmes voorzien bij hun shampoos en kleuringen; - de aandacht vestigen op de informatie met betrekking tot het verdunnen van shampoos, kleuringen en andere ter beschikking gestelde geconcentreerde producten. 8) De partijen verbinden zich er eveneens toe om in de scholen campagnes te organiseren met betrekking tot de preventie van risico's verbonden aan de praktische uitoefening van het beroep kapper.9) De partijen verbinden zich ertoe de deelstaten, de gemeenschappen dus, aan te moedigen om preventie op te nemen in de cursussen van de toekomstige werknemers van de sector. HOOFDSTUK II. - Behandeling van stoffen, producten en instrumenten en bescherming van de huid en de luchtwegen 1) Overeenkomstig artikel 9 van de Kaderrichtlijn 89/391/CEE, voert de werkgever een risicobeoordeling uit en treft maatregelen op grond van die bevindingen teneinde de risico's te vermijden of te minimaliseren. De algemene principes inzake preventie opgenomen onder artikel 6 van de Richtlijn 89/391/CEE zijn van toepassing. 2) De partijen passen de beschermingsmaatregelen toe, opgesomd in deel 2 van dit akkoord.3) Teneinde langdurig en voortdurend herhaald contact te vermijden met water en huidirriterende stoffen die gevoeligheid en allergische reacties kunnen veroorzaken, treft de werkgever individuele beschermingsmaatregelen en ziet hij toe op een evenwichtige afwisseling tussen natte en droge werken.De werknemers leven die veiligheids-voorschriften na, overeenkomstig artikel 13 van de Kaderrichtlijn 89/391/CEE. 4) De werkgever gebruikt uitsluitend stoffen, bereidingen of producten die zijn toegelaten op de Europese markt.Hij verbindt zich er bovendien toe stoffen, bereidingen of producten te gebruiken die geen risico of zo weinig mogelijk risico inhouden voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers en de werkgever. Bij gebrek aan minder gevaarlijke vervangingsproducten, gebruikt de werkgever producten die bestaan onder een blootstelling-verlagende vorm (applicators met twee compartimenten, gels, korrels, onder andere). 5) Volgende stoffen waarover, op grond van de stand van de wetenschappelijke kennis, een vermoeden van schadelijkheid bestaat voor de gezondheid van de werkgever en de werknemers, worden niet gebruikt : - de producten voor permanenten die een ester van thioglycolzuur bevatten (de zogenaamde zure permanenten); - haarverzorging in poedervorm (zoals vluchtige producten voor ontkleuring en kleuring); - handschoenen uit natuurlijke latex waarin talkpoeder zit.

HOOFDSTUK III. - Voorkoming van musculoskeletale aandoening 1) Musculoskeletale aandoeningen (MSA) treffen hoofdzakelijk de spieren, de pezen en de zenuwen van pols, vingers, schouders, ellebogen en rug.Ze veroorzaken pijn en beperken de bewegingsvrijheid, zodanig dat ze een belemmering kunnen vormen in het beroepsleven en in het privéleven. 2) MSA kent tal van oorzaken : vaak herhaalde bewegingen, mentale belasting, onvoldoende rustperiodes, onaangepaste instrumenten of slechte hantering van gereedschap, werkbelasting, enz.3) De werknemers of de werkgever zijn eraan gehouden een arts van hun/zijn keuze of een arbeidsgeneesheer te raadplegen zodra ze/hij eerste tekenen van MSA waarnemen/waarneemt (bijvoorbeeld terugkerende pijn, verstijving, tinteling).Hierdoor is de werkgever echter niet vrijgesteld van het respecteren van de nationale verplichtingen inzake preventie. 4) De werkgever plant, in de mate van het mogelijke, de opeenvolgende taken zo in dat dezelfde bewegingen niet voortdurend worden herhaald of dat de uitvoering van belastende taken niet te lang duurt.5) De werkgever leeft de bepalingen inzake arbeidstijd na, zoals ze zijn vastgelegd op het Europese vlak, op nationaal niveau, in de collectieve arbeidsovereenkomsten of de individuele arbeidsovereenkomsten teneinde gezondheidsrisico's te vermijden.6) Bij de aankoop van inrichtingsmateriaal en instrumenten besteedt de werkgever aandacht aan ergonomie.7) Zodra dit akkoord van kracht wordt, zal de werkgever, bij elke nieuwe installatie of elke herinrichting, in de hoogte verstelbare draaistoelen aankopen die beantwoorden aan de meest recente ergonomische normen, alsook krukjes op wielen met in de hoogte verstelbare rugleuning (zit-stastoelen) die werknemers en werkgever in staat stellen een voor armen, schouders en rug geschikte werkhoogte aan te nemen.8) Zodra dit akkoord van kracht wordt, houdt de werkgever, bij elke aankoop of herinrichting van wastafels, bij zijn keuze rekening met de werkmethode en de ergonomie wat betreft het ontwerp, de functie en de inrichting van de installatie, zodat werknemers en werkgever de ergonomisch meest geschikte werkhouding kunnen aannemen, waarbij ook de klant een ergonomische en comfortabele houding kan worden aangeboden.9) De manuele haardrogers en scharen in het bijzonder moeten beantwoorden aan ergonomische criteria.De manuele haardrogers moeten bovendien zo licht en zo stil mogelijk zijn en zo weinig mogelijk trillingen veroorzaken, zonder evenwel in te boeten aan technische doeltreffendheid. 10) De instrumenten en producten (met uitzondering van degene die worden gebruikt aan de mengplaats) moeten zich van op de werkplek binnen handbereik bevinden.Daartoe moet voorkeur worden gegeven aan rolwagens. Over het algemeen worden ze uitgerust met het gereedschap en de producten die nodig zijn voor de huidverzorging, meer bepaald beschermingshandschoenen.

HOOFDSTUK IV. - Werkomgeving en werkorganisatie Naast de bepalingen van de Richtlijnen 89/654/CEE en 98/24/CE, voldoet de werkgever ook aan volgende maatregelen : 1) De werkgever stelt een werkplek ter beschikking van de werknemers die voldoende ruim is zodat de activiteiten kunnen worden uitgeoefend zonder elkaar onderling te hinderen, ook bij een grote toeloop van klanten.2) De werkgever zorgt ervoor dat de elektrische installatie, de gasinstallatie en de waterinstallatie beantwoorden aan de Europese en nationale normen, en dat de werkruimtes voorzien zijn van homogene verlichting, waarbij verblindend licht wordt vermeden.De lichtintensiteit op de werkplek beantwoordt aan de nationale normen, niettemin bevelen de partijen een minimum van 400 lux aan. 3) Bij aankopen of herinrichtingen, rust de werkgever het salon uit met antislipvloerbekleding die zo is gelegd dat werknemers en werkgever zich veilig kunnen verplaatsen.4) De kappersruimtes zijn uitgerust met aangepaste ventilatie.Een luchtverversingsdebiet van 100 m3 per uur en per medewerker volstaat. 5) De werkgever installeert, voor het mengen en verlaten van chemische stoffen, speciaal daartoe ontworpen werkplekken die zijn uitgerust met een aangepast aanvullend verluchtingssysteem.Een andere werkwijze is enkel toegelaten wanneer de meng- en verlaatprocessen zo gebeuren dat er geen uitstoot is van gassen, stoom of deeltjes in suspensie (gesloten systemen, bijvoorbeeld). 6) De werkgever richt een ruimte in speciaal bestemd voor de hygiëne en het onderhoud van de handen van de werknemers en voorziet hiertoe in geschikte middelen en producten.7) De cosmeticaproducten worden bewaard in geschikte omstandigheden (koude temperatuur tot omgevingstemperatuur).Flessen worden hermetisch afgesloten en bewaard in hun oorspronkelijke verpakking.

Ontvlambare producten worden op een afstand gehouden van elke snel ontvlambare bron en buiten het bereik van kinderen bewaard. Lege of gedeeltelijk gebruikte verpakkingen worden op een milieuvriendelijke manier verwijderd. 8) De nationale bepalingen of collectieve overeenkomsten gesloten tussen de partijen betreffende werktijd, pauzes en toekenning van verlof worden nageleefd. HOOFDSTUK V. - Bescherming van het moederschap 1) De tewerkstelling van zwangere vrouwen gebeurt in overeenstemming met de Europese wet, meer bepaald de Richtlijn 92/85/CEE alsook de reglementeringen en collectieve overeenkomsten die op nationaal vlak van toepassing zijn.Bij de voorbereiding en de organisatie van het werk, leeft de werkgever de bijzondere bepalingen na die van toepassing zijn op de tewerkstelling van zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven. 2) In het kader van de specifieke nationale wetgeving, evalueren de werkgever en de werknemers de arbeidsvoorwaarden teneinde na te gaan of ze de uitvoering van bepaalde activiteiten door zwangere vrouwen verbieden.In geval van twijfel over het mogelijke verbod van bepaalde werken, moet de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk worden geraadpleegd. 3) De arbeidsgeneesheer spreekt zich uit over de activiteiten die wellicht een gevaar kunnen vormen.De werkgever houdt rekening met de beslissing van de arts. Ingeval de twijfels gegrond zijn, kan de werkgever eisen dat de zwangere werkneemster een andere arts raadpleegt. 4) Als de arbeidsgeneesheer de zwangere vrouw verbiedt bepaalde activiteiten uit te oefenen, is de werkgever ertoe gehouden daarmee overeenstemmende maatregelen te treffen in de werkorganisatie en die activiteiten over te dragen aan andere werknemers. HOOFDSTUK VI. - Mentale belasting 1) De werkgever en de werknemers moedigen de sociale dialoog aan in een sfeer van wederzijds vertrouwen en respect en in een geest van samenwerking, teneinde een goede werksfeer te waarborgen die de creativiteit ten goede komt.Ze erkennen dat een actieve dialoog over de situatie binnen de onderneming het wederzijdse vertrouwen versterkt en de goede resultaten van de onderneming en haar werknemers verhoogt. 2) Via een zorgvuldige voorbereiding en planning van het werk, zorgt de werkgever voor een mentaal gezonde omgeving.Een kwaliteitsvol beheer van de middelen en een optimale organisatie en planning van het werk dragen bij tot een gezonde en evenwichtige mentale omgeving. De werkgever neemt de maatregelen die geboden zijn om elke emotionele inzinking te vermijden. 3) De collectieve arbeidsovereenkomst nr.72 betreffende de voorkoming van stress door werk wordt integraal toegepast. Het Europese kaderakkoord over werkgerelateerde stress van 8 oktober 2004 wordt integraal toegepast, in overeenstemming met de beginselen en specifieke praktijken van de werkgever, de werknemer en de lidstaat. 4) Teneinde de problemen die verband houden met de mentale belasting te voorkomen, weg te werken of te verminderen, treft de werkgever zo snel mogelijk maatregelen en hoofdzakelijk deze aanbevolen in de artikelen 3, 4, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.72 betreffende de voorkoming van stress door werk en in artikel 6 van het kaderakkoord over werkgerelateerde stress. Het gaat in hoofdzaak om maatregelen van beheer en communicatie die onder meer tot doel hebben de doelstellingen van de onderneming en de rol van elke werknemer te verduidelijken, elke persoon individueel en in groepsverband geschikte steun te verlenen en de toekenning van verantwoordelijkheden en beslissingsmachten nader te bepalen.

Deel 2. Richtlijnen voor beschermingsmaatregelen In aanvulling van de bepalingen van de Kaderrichtlijn 89/391/CEE, namelijk de verplichting om collectieve beschermingsmaatregelen te nemen [artikel 6, paragraaf 2, punt h)], zowel als de bijzondere Richtlijnen 89/654/CEE, 89/655/CEE, 89/656/CEE en 98/24/CE, worden volgende beschermingsmaatregelen overeengekomen. HOOFDSTUK I. - Individuele beschermingsmaatregelen 1) De werknemers dragen kledij of werkkledij die aangepast is aan de uit te voeren handelingen en, in het bijzonder, schoenen met antislipzolen.2) Het is verboden tijdens het werk juwelen te dragen aan de handen en rond de polsen omdat vochtigheid of chemische producten huidaandoeningen kunnen veroorzaken onder de juwelen.3) Wateroplossingen die huidirriterende stoffen of bereidingen bevatten, mogen niet op de huid drogen en moeten worden afgespoeld.4) De handdoeken bestemd voor de klanten mogen niet worden gebruikt om de handen af te drogen.5) Werknemers en werkgever dragen geschikte beschermingshandschoenen die ter beschikking worden gesteld door de werkgever voor volgende handelingen en die bij voorkeur éénmalig gebruikt worden : - kleuringen, balayages en ontkleuringen, het controleren van het resultaat, de emulsies en het spoelen inbegrepen; - permanenten, ook tijdens het testen en fixeren; - bereiding, menging en verlating van chemische stoffen; - haarwassen; - met water schoonmaken of desinfecteren van instrumenten, gereedschap, inrichtingen of lokalen. 6) Een beschermingscrème moet worden aangebracht op de handen vóór elke taak, vóór de pauzes en op het einde van de werkdag.7) De handen worden gewassen met een desgevallend pH-neutrale zeep, correct afgedroogd en ingesmeerd met een crème op het einde van elke taak. HOOFDSTUK II. - Organisatorische beschermingsmaatregelen 1) Om hygiënische redenen is het werkgever en werknemers verboden te eten, te drinken of te roken in de werkruimtes.2) Het is verplicht gebruik te maken van menginstrumenten en apparaten voor individuele doses, alsook houders die speciaal zijn ontworpen voor het oplossen van geconcentreerde producten.3) De plaats bestemd voor het wassen en het verzorgen van de handen van de werknemers moet worden uitgerust met producten voor de bescherming, de reiniging en het onderhoud van de huid, alsook met handdoeken voor éénmalig gebruik.4) Bij de werkorganisatie ziet de werkgever voor alle werknemers toe op een evenwichtige verdeling tussen het noodzakelijke werk dat contact met vochtigheid vergt en de andere werkzaamheden.5) De beschermingshandschoenen moeten voldoende hermetisch afgesloten zijn voor de chemische producten die in de kapperssector worden gebruikt.Ze moeten bestand zijn tegen beschadiging bij normaal gebruik. Ze moeten niet-allergeen zijn en hun maat alsook hun vorm moeten aangepast zijn aan de handen van de gebruiker. 6) De kappen van de handschoenen gebruikt voor het wassen, moeten de pols en een deel van de voorarm bedekken zodat geen vloeistof in de handschoen kan terechtkomen.7) De benodigdheden (bijvoorbeeld spelden en scharen) die nikkel kunnen afgeven bij langdurig contact met de huid, zullen niet worden gebruikt.8) De instrumenten (kammen, scharen, haarspelden, scheermesjes, tondeuses) worden stelselmatig schoongemaakt en gedesinfecteerd en de lokalen worden netjes onderhouden, in het bijzonder de toiletten.9) De werkgever ziet erop toe dat de vloeren geregeld worden onderhouden.10) De producten voor individuele bescherming, nodig bij de uitvoering van verschillende specifieke handelingen (beschermingshandschoenen aangepast aan deze handelingen, beschermende en huidverzorgende crèmes), met inbegrip van hun gebruiksaanwijzing moeten altijd ter beschikking zijn van de kapper op de verschillende plaatsen van het salon, meer bepaald in de lokalen van het personeel, in de rolwagentjes, bij de mengposten en bij de wastafels.11) De vorming van werknemers over beschermingsmaatregelen op het werk (meer bepaald droge werken en gebruik van kappersproducten) moet minstens een keer per jaar gebeuren ofwel bij de invoering van nieuwe producten en bij een aanwerving.12) De eigenaars van de kapsalons moeten een opleiding volgen zodat ze over een goede kennis beschikken van de beschermingsmaatregelen op het werk. Deel 3. Duur en toepassing, controle, opzegging en inwerkingtreding HOOFDSTUK I. - Duur en toepassing Deze overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en zonder afbreuk te doen aan de huidige of toekomstige bepalingen van nationaal of Europees recht die voordeliger zijn voor de bescherming van werknemers in de kapperssector.

HOOFDSTUK II. - Controle De dienst Toezicht van het welzijn op het werk is bevoegd voor de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst inzake welzijn op het werk.

HOOFDSTUK III. - Opzegging De overeenkomst kan in onderlinge overeenstemming tussen de partijen worden herzien en kan door één van de partijen opgezegd worden, mits een opzegtermijn van 6 maanden betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité van het kappersbedrijf, de fitness en de schoonheidszorgen nr. 31 4. De termijn van 6 maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs. De organisatie die daartoe het initiatief neemt, vermeldt de redenen van zijn opzegging en dient gelijktijdig amendementsvoorstellen in. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding Zij wordt van kracht op 25 januari 201 2.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^