19 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Beilage Paritätische Unterkommission für die Gesundheitseinrichtungen und -Diensten Kollektives Arbeitsabkommen vom 3. mai 2002 Zuerkennung einer Jahresendprämie (Abkommen eingetragen am 15. Juli 2002 unter der nummer 63318/CO/305.02)

Artikel 1.Das vorliegende kollektive Arbeitsabkommen ist anwendbar auf die Arbeitnehmer und Arbeitgeber der anerkannten und bezuschussten Einrichtungen und Dienste der Deutschsprachigen Gemeinschaft, die der paritätischen Unterkommission für Gesundheitseinrichtungen und -Dienste unterliegen.

Als "Arbeitnehmer" ist das männliche und weibliche Arbeiter- und Angestelltenpersonal zu verstehen.

Art. 2.Vorliegendes kollektives Arbeitsabkommen bringt Punkt 1 des Rahmenabkommens vom 30. juni 2000 für den nicht-kommerziellen Sektor der Deutschsprachigen Gemeinschaft 2001-2006 zur ausführung.

Art. 3.Die Bestimmungen des vorliegenden kollektiven Arbeitsabkommens legen die für alle Arbeitnehmer geltenden Regeln fest und haben lediglich zum Ziel, die Mindestlöhne zu bestimmen, wobei den Parteien die Freiheit gelassen wird, günstigere Bedingungen zu vereinbaren.

Sie können die für die Arbeitnehmer bestehende, günstigere Bestimmungen nicht beeinträchtigen, da wo solche existieren.

Art. 4.Eine Prämie, dessen Betrag dem des Dezembergehaltes entspricht, wird jedes Jahr den unter Artikel 1 des vorliegenden kollektiven Arbeitsabkommens genannten Arbeitnehmern gewährt, insofern sie zum seitpunkt der Auszahlung beschäftigt sind und während der Dauer des gesamten Referenzjahres in Dienst waren.

Die Arbeitnehmer, die diese letzte Bedingung nicht erfüllen, haben pro vollen Dienstmonat im Verlauf des Referenzjahres Anrecht auf ein Zwölftel des Prämienbetrages.

Dieser proportionale Anteil wird ebenfalls den Arbeitnehmern zuerkannt, deren Arbeitgeber den Vertrag im Verlauf des Referenzjahres gekündigt hat, ausser bei Kündigung aus schwerwiegenden Gründen oder während der Probezeit.

Der Betrag der jährlichen Prämie oder des proportionalen Anteils kann anteilmässig zu Abwesenheiten im Verlaufe des Referenzjahres verringert werden, insofern diese Abwesenheiten nicht gleichgestellt sind, in Anwendung gesetzlicher, ordnungsmässiger oder konventionneller Bestimmungen.

Ausser anderer Bestimmungen auf Betriebsebene, entspricht das Referenzjahr dem Ziviljahr und die Jahresprämie wird am Ende des Jahres ausgezahlt.

Art. 5.Übergangsbestimmungen In Abweichung von Artikel 4 des vorliegenden Abkommens, wird fur das Referenzjahr 2001 eine Jahresendprämie wie folgt gezahlt: Pauschale von 11 560 Franken ( euro 286,56) erhöht um 2,5 % der jährlichen Bruttoentlohnung, die als Grundlage diente für die Berechnung der Entlohnung des Nutzniessers für den Monat oktober 2001.

Unter "jährlicher Entlohnung" versteht man : das Produkt der Multiplikation mit 12 der Brutto-Tarifentlohnung, die für den Monat oktober 2001 geschuldet wird, ausschliesslich der Prämien, Zuschläge oder Entschädigungen.

Die Bewilligungsmodalitäten für die in 2001 gezahlte Zulage sind die selben, wie die unter Artikel 4 des vorliegenden Abkommens vorgesehenen.

Kann der Arbeitnehmer die globale Prämie im Rahmen der vollen Arbeitsleistungen nicht beziehen, weil er im Verlauf des Referenzjahres in der Einrichtung eingestellt wurde oder diese verlassen hat, wird der Betrag der Zulage im Verhältnis zu den effektiven oder gleichgestellten Leistungen festgelegt, wobei für die Festlegung der jährlichen Entlohnung von der 2,5 % geschuldet werden, Rechnung getragen wird mit dem Resultat der Multiplikation mit 12 der geschuldeten Brutto-Tarifentlohnung für den letzten geleisteten Monat, ausschliesslich der Prämien, Zuschläge oder Entschädigungen.

Art. 6.Vorliegendes kollektives Arbeitsabkommens wird für eine unbestimmte Zeit getätigt, und tritt in Kraft am 1. Januar 2001.

Es kann durch jede der Parteien mittels dreimonatiger Kündigungsfrist, per Einschreiben an den Vorsitzenden der paritätischen Unterkommission für die Gesundheitseinrichtungen und -Dienste, aufgekündigt werden.

Gesehen, um den Königlichen Erlass vom als Beilage beigefügt zu werden 19. juni 2003. Ministerin der Beschäftigung, Frau L. ONKELINX

Vertaling Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2002 Toekenning van een eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63318/CO/305.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de instellingen en diensten gesubsidieerd en erkend door de Duitstalige Gemeenschap, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijke en vrouwelijke arbeiders- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 1 van het raamakkoord over de non-profitsector van de Duitstalige Gemeenschap, gesloten op 30 juni 2000 voor de jaren 2001-2006.

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die van toepassing zijn op alle werknemers en hebben enkel tot doel de minimumlonen te bepalen, waarbij de partijen de vrijheid gelaten wordt om gunstigere voorwaarden overeen te komen.

Zij kunnen geen afbreuk doen aan de gunstigere bepalingen voor de werknemer, daar waar een gelijkaardige situatie bestaat.

Art. 4.Een premie waarvan het bedrag gelijk is aan het maandloon van de maand december wordt jaarlijks toegekend aan de werknemers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die in dienst zijn op het ogenblik van de betaling en die gedurende het ganse refertejaar in dienst geweest zijn.

De werknemers die deze laatste voorwaarde niet vervullen, hebben recht op een twaalfde van het bedrag van de premie voor elke volledige dienstmaand tijdens het refertejaar.

Dit proportioneel gedeelte wordt eveneens toegekend aan de werknemers waarvan het contract werd opgezegd door de werkgever tijdens het refertejaar, behalve in geval van ontslag om dringende reden of tijdens de proefperiode.

Het bedrag van de jaarlijkse premie of van het aandeel kan prorata verminderd worden met de afwezigheden tijdens het refertejaar, behalve deze die gelijkgeschakeld zijn overeenkomstig de wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen.

Behoudens andere bepalingen op ondernemingsniveau komt het refertejaar overeen met het kalenderjaar en wordt de jaarlijkse premie op het einde van het jaar uitbetaald.

Art. 5.Overgangsmaatregelen In afwijking op artikel 4 van deze overeenkomst wordt een eindejaarspremie betaald voor het refertejaar 2001 als volgt : forfait van 11 560 BEF (286,56 EUR) verhoogd met 2,5 pct. van het jaarlijkse brutoloon dat als basis heeft gediend voor de berekening van de bijdrage die aan de rechthebbende moet betaald worden voor de maand oktober 2001.

Onder "jaarloon" wordt verstaan : het product van de vermenigvuldiging van het baremiek brutoloon voor de maand oktober met twaalf, met uitzondering van de premies, toeslagen of vergoedingen.

De toepassingsmodaliteiten van de in het jaar 2001 betaalde toelage zijn dezelfde als deze bepaald in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Als de werknemer de totale premie niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties, omdat hij tijdens het refertejaar is aangeworven of de dienst heeft verlaten, wordt het bedrag van de toelage vastgelegd in verhouding met de gepresteerde of gelijkgestelde prestaties, rekening houdend, voor de bepaling van het jaarloon waarop 2,5 pct. moet betaald worden, met het product van de vermenigvuldiging van het baremiek brutoloon dat verschuldigd is voor de laatste gepresteerde maand met twaalf, met uitzondering van de premies, toeslagen of vergoedingen.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en wordt van kracht op 1 januari 2001.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeg van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX