Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juni 2003
gepubliceerd op 26 september 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart en 27 december 1973, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf" en tot vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012421
pub.
26/09/2003
prom.
19/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/19/2003012421/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart en 27 december 1973, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf" en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart en 27 december 1973, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf" en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 oktober 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart en 27 december 1973, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf" en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 6 december 2001 onder het nummer 60086/CO/130)

Artikel 1.Artikel 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart en 27 december 1973, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 juli 1974, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 22.Het bedrag van de bijdragen wordt vastgelegd door het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf.

Indien aan het einde van een jaar het bedrag van de toegekende voordelen, verhoogd met de kosten, lager ligt dan het bedrag van de gestorte bijdragen, wordt het overschot in reserve gehouden.

Wanneer deze reserve echter het bedrag heeft bereikt van de tijdens het voorgaande jaar toegekende voordelen, verhoogd met de kosten, zal het paritair comité zich, met het oog hierop, moeten uitspreken over de te nemen maatregelen. ».

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2001 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^