gepubliceerd op 04 juni 2014
Koninklijk besluit aangaande de geldigheidsduur van paspoorten
19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit aangaande de geldigheidsduur van paspoorten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op artikel 57 van het Consulair wetboek;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 maart 2014;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Europese zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een gewoon paspoort voor een minderjarige heeft een geldigheid van vijf jaar.
Een gewoon paspoort voor een meerderjarige heeft een geldigheid van zeven jaar.
Een gewoon paspoort gratis afgegeven ter vervanging van een paspoort dat een administratieve of productiefout bevat, krijgt dezelfde begin- en einddatum als het te vervangen paspoort. Indien de betrokkene expliciet een paspoort met een nieuwe geldigheidsduur aanvraagt of als zijn foto niet meer gelijkend is, is het vervangingspaspoort betalend en krijgt het een nieuwe geldigheid van 7 jaar voor meerderjarigen en 5 jaar voor minderjarigen.
Een gewoon paspoort afgegeven aan een Belg, ingeschreven in een consulair bevolkingsregister, die zijn paspoort verloren heeft of van wie het gestolen werd en die bij de aanvraag ervan zijn toestemming gaf om zijn paspoortgegevens gedurende de geldigheidsduur van het paspoort te bewaren om ze - indien nodig - te hergebruiken voor een vervangingspaspoort zonder zich in persoon te moeten melden, krijgt dezelfde begin- en einddatum als het verloren of gestolen paspoort.
Indien de betrokkene expliciet een paspoort met een nieuwe geldigheidsduur aanvraagt of als zijn foto niet meer gelijkend is, moet hij zich in persoon melden en krijgt het vervangingspaspoort een nieuwe geldigheid van 7 jaar voor meerderjarigen en 5 jaar voor minderjarigen.
Art. 2.Een diplomatiek of een dienstpaspoort heeft een geldigheid van vijf jaar, behalve indien de functie die tot de afgifte van het diplomatiek of dienstpaspoort aanleiding gaf, binnen de twee jaar na afgifte van het paspoort eindigt. In dat geval wordt de geldigheid van een diplomatiek of dienstpaspoort teruggebracht tot twee jaar.
Art. 3.De minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Europese zaken, D. REYNDERS