Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2006
gepubliceerd op 02 oktober 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de invoering van een aanvullende brugpensioenvergoeding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201209
pub.
02/10/2006
prom.
19/04/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de invoering van een aanvullende brugpensioenvergoeding (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de invoering van een aanvullende brugpensioenvergoeding, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2005 Invoering van een aanvullende brugpensioenvergoeding (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2005 onder het nummer 74119/CO/304)

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf.

Art. 3.§ 1. In de schoot van het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf wordt voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2007 het conventioneel brugpensioen ingesteld voor de werknemers(sters) met een anciënniteit van 25 jaar die de leeftijd van 58 jaar bereiken, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 afgesloten in de Nationale arbeidsraad op 19 december 1974. § 2. Ingeval van afdanking ontvangt de werknemer(ster) een aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever. De aanvullende vergoeding wordt toegekend vanaf het einde van de wettelijke opzegtermijn tot aan de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd. § 3. Om te kunnen genieten van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst dienen de werknemers te voldoen aan alle voorwaarden om aanspraak te maken op werkloosheidsuitkeringen. § 4. De aanvullende vergoeding bedraagt de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering; zij wordt berekend en aangepast volgens de modaliteiten van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale arbeidsraad op 19 december 1974. § 5. De netto-refertebezoldiging stemt overeen met het laatst verdiende bruto maandloon, verminderd met de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing. § 6. De collectieve ondernemingsovereenkomsten hieromtrent, die bestaan op het ogenblik van het sluiten van dit akkoord blijven gelden.

Art. 4.De aanvullende vergoeding is gekoppeld aan het indexcijfer, overeenkomstig de bepalingen die gelden in het paritair comité betreffende de indexering van de lonen van het personeel.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^