gepubliceerd op 04 maart 2003
Koninklijk besluit tot overdracht aan het Vlaamse Gewest van de goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent, en tot afschaffing van dit Vermogen
18 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot overdracht aan het Vlaamse Gewest van de goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent, en tot afschaffing van dit Vermogen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de afschaffing of herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, gecoördineerd op 13 maart 1991, inzonderheid artikel 26ter , ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002;
Gelet op het advies van de Vlaamse Regering, gegeven op 18 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 november 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 7 november 2002;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de overdracht van het personeel van het Ministerie van Middenstand en Landbouw gerealiseerd werd op 1 oktober 2002 via het koninklijk besluit van 29 september 2002, inclusief het personeel van de centra voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent en Gembloers en van het Centrum voor Landbouweconomie; het opportuun is om de goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent over te dragen op een tijdstip dat zo dicht mogelijk aanleunt bij dit voor het Centrum zelf om alle mogelijke dysfunctie te vermijden en om een efficiënte werking van de dienst te garanderen; het bovendien wenselijk is om geen nieuw boekjaar te starten voor de activiteiten van de rechtspersoonlijkheid;
Gelet op het advies nr. 34.494/3 van de Raad van State, gegeven op 5 december 2002, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoödineerde wetten van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie en van Onze Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent, hierna genoemd "het Vermogen", wordt afgeschaft.
Art. 2.De goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen worden op 1 januari 2002 overgedragen aan het Vlaamse Gewest. Deze overdrachten gebeuren op basis van de balans opgemaakt op 31 december 2001 zoals zij werd goedgekeurd.
Art. 3.De volle eigendom van de onroerende goederen van het Vermogen waarvan de lijst als bijlage is weergegeven, wordt aan het Vlaamse Gewest overgedragen.
Art. 4.§ 1. De goederen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden met hun actieve en passieve erfdienstbaarheden, de bijzondere lasten en de plichten verbonden aan hun verwerving alsmede de eventuele aan derden verleende rechten. § 2. De inventaris van de op 31 december 2001 bestaande onderzoekscontracten wordt opgemaakt door de Commissie die het Vermogen beheert en wordt, na advies van de Vlaamse Regering, voor akkoordbevinding voorgelegd aan Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort.
Art. 5.Gedurende de periode tussen 1 januari 2002 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden alle handelingen met betrekking tot de goederen, rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 2 - inbegrepen deze betreffende de onderzoekscontracten - binnen de perken van een deugdelijk en redelijk beheer verricht door het Vermogen geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest.
Art. 6.Het koninklijk besluit van 12 november 1997 waarbij de voorwaarden worden bepaald waaronder het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent rechtspersoonlijkheid verkrijgt, wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 8.Onze Eerste Minister en Onze Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 februari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK
Bijlage aan het koninklijk besluit tot overdracht aan het Vlaamse Gewest van de goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek van Gent, en tot afschaffing van dit Vermogen Lijst van de onroerende goederen overgedragen aan het Vlaamse Gewest : 1. Gronden Merelbeke, 3°afd., sectie A, nr. 479, 480, 481, 482/A, 490, 491/A, 492/A, 565/A en 565/2 (10 ha 36 a 59 ca 15 da); 2. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 483 (5 a 80 ca); 3. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 484 (25 a 50 ca) en 485 (32 a 60 ca); 4. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 171/D (1 ha 18 a 3 ca), 171/E (1 ha 12a 94 ca),172/A (1 ha 20 a), 172/B (1 ha 20 a 60 ca), 235 (59 a 90 ca), 458 (58 a 50 ca), 462 (70 a 60 ca), 463 (56 a 20 ca); 5. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 459 (66 a 30 ca); 6. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 356 & 355/2 (4 a 86 ca), 352/C/2 (61 a 50 ca), 357/C (65 a 96 ca), 352/D/2 (61 a 50 ca); 7. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 489 (83 a 30 ca), 489bis (40 a); 8. Gronden Melle, 1° afd., sectie C, nr. 400/02 (40 a), Melle, 3° afd., sectie A, nr. 35/A (91 a 80 ca), 39 (66 a 50 ca), 40 (27 a 70 ca), 41 (1 ha 11 a 80 ca), 43 (93 a 60 ca), 44/A (1 ha 50 a 34 ca), 44/B (7a 36 ca), 48 (88 a 40 ca), 61 (60 a 80 ca), 62 (1 ha 36 a 60 ca), 63/A (60 a 14 ca), 64/A (1 ha 90 a 69 ca), 64/A (3 a 37 ca), 66/A (23 a), 67/A (21 a 70 ca), 68/A (9 a 20 ca); 9. Gronden Melle, 1° afd., sectie C, nr. 404 (47 a 80 ca); 10. Gronden Melle, 3° afd., sectie A, nr. 59 (20 a 20 ca); 11. Gronden Melle, 3° afd., sectie A, nr.58 (33 a 90 ca) en 60 (37 a 40 ca); 12. Gronden Melle, 3° afd., sectie A, nr. 76/B (20 a) en 77 (40 a 80 ca); 13. Serres, B.V. Gansberghelaan 109, Merelbeke, 3° afd., sectie A, n°224/C; 14. Gronden Merelbeke, 4° afd., sectie A, nr.44/A, 45, 46, 47/A, 107/02D (1 ha 48 a 20 ca); 15. Gronden Merelbeke, 4° afd., sectie A, nr.43 en 101 b (2 ha 55 a 73 ca); 16. RvP-zaden, Merelbeke, 4° afd., sectie A, nr. 101/F, deel 106/G, 101/G (4568, 51m); 17. Betonnen loods-hoeve-Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 176/C; 18. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 228 (39 a 70 ca), 231 (37 a 20 ca), 233 (32 a 40 ca), 236 (35 a 30 ca); 19. Gronden Merelbeke, 3° afd., sectie A, nr. 232 (37 a 20 ca).
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 februari 2003..
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK