gepubliceerd op 24 januari 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de buitengewone bijdrage aan het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf
18 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de buitengewone bijdrage aan het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de buitengewone bijdrage aan het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 december 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995 Buitengewone bijdrage aan het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 1995 onder het nummer 38268/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de garageondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Buitengewone bijdrage
Art. 2.Overeenkomstig artikel 31, § 2 van de statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf", geordend door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995 wordt een buitengewone bijdrage bepaald vanaf 1 oktober 1995.
Art. 3.Deze buitengewone bijdrage is van 1 oktober 1995 tot en met 31 december 1995 als volgt vastgesteld : - 0,40 pct. van de niet-begrensde brutolonen van de werklieden en werksters.
Art. 4.Deze buitengewone bijdrage is van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1996 als volgt vastgesteld : - 0,45 pct. van de niet-begrensde brutolonen van de werklieden en werksters.
Art. 5.Deze buitengewone bijdrage is van 1 januari 1997 tot en met 30 september 1997 als volgt vastgesteld : - 0,40 pct. van de niet-begrensde brutolonen van de werklieden en werksters. HOOFDSTUK III. - Inning en invordering
Art. 6.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK VI. - Duur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig vanaf 18 mei 1995 tot en met 30 september 1997.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 december 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX