gepubliceerd op 08 december 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de olie- en margarinefabrieken
17 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de olie- en margarinefabrieken (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de olie- en margarinefabrieken.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 november 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de olie- en margarinefabrieken (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51255/CO/118.13) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de olie- en margarinefabrieken.
Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Art. 2.Op 1 juni 1999 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd : a) Voor de olie- en margarinefabrieken, met uitzondering van de lijnoliefabrieken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze minimumuurlonen worden verhoogd met 6,25 BEF per uur op 1 juni 2000, ongeacht het arbeidsduurstelsel.
Art. 3.Gedurende de eerste zes maanden van tewerkstelling in de onderneming, te rekenen vanaf de eerste dag van de eerste indiensttreding, geldt een instaploon ten bedrage van 90 pct. van het werkelijk betaalde loon van de functie in de onderneming.
De periodes van tewerkstelling in de onderneming vóór 1 juni 1999 worden in mindering gebracht op deze zes maanden. De periode van zes maanden kan slechts één maal per arbeider worden toegepast maar kan evenwel gespreid worden over meerdere tewerkstellingsperiodes.
Eens deze periode van zes maanden overschreden, heeft de betrokken arbeider recht op een premie ten bedrage van 10 pct. van het product bestaande uit 26 maal het normale uurloon, vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsregeling van de betrokken arbeider in de onderneming.
De instaplonen kunnen niet ingeroepen worden voor de toepassing van artikel 10 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
De instaplonen kunnen niet gecumuleerd worden met andere degressieve loonregelingen zoals deze voor stagiairs, industriële leerlingen en studenten.
Art. 4.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Koppeling van de uurlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 5.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen, alsook de werkelijk betaalde lonen in de onderneming worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Zij stemmen overeen met de stabilisatieschijf 100,81 inbegrepen - 104,88 niet inbegrepen, zoals deze voortvloeit uit de toepassing van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Premie voor nachtarbeid
Art. 6.Onverminderd de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt het werk verricht tussen tweeëntwintig en zes uur als nachtarbeid beschouwd.
Art. 7.De nachtarbeid geeft recht op een loontoeslag van 20 pct. Deze premie moet met het normale loon uitbetaald worden. HOOFDSTUK V. - Premie voor ploegenarbeid
Art. 8.Een minimum uurtoeslag van : - 13 BEF wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 15 BEF wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.
Dit artikel is niet van toepassing in ondernemingen waar reeds soortgelijke en gelijkwaardige voordelen verleend worden onder een andere vorm. HOOFDSTUK VI. - Geldigheid
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vaststelling van de uurlonen van de werklieden en werksters tewerkgesteld in de olie- en margarinefabrieken, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juni 1998 (Belgisch Staatsblad van 17 september 1998).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1971, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de premie voor nachtarbeid in de olie- en margarinefabrieken, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juli 1972 (Belgisch Staatsblad van 24 oktober 1972) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vaststelling van de premies voor ploegenarbeid van de werklieden en werksters tewerkgesteld in de olie- en margarinefabrieken, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 december 1991 (Belgisch Staatsblad van 8 januari 1992) worden opgeheven met ingang van 1 juni 1999.
Commentaar : De in artikel 2 vermelde minimumuurlonen bedragen in euro : a) Voor de olie- en margarinefabrieken, met uitzondering van de lijnoliefabrieken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november 2000. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX